Biologie Hoofdstuk ademhaling

Brandstof

Word verbrand

Energie

verbrandingproducten

Voorbeeld:

Kaars

Brandstof = Kaarsvet

Energie in de vorm van:

Licht

Warmte

Bij verbranding komt ook waterdamp en koolstofdioxide vrij

Verbrandingsproducten

Indicator

Stof waarmee je een andere stof kan aantonen

inademen

79% stikstof

20% zuurstof

1% edelgassen

0,04 koolstofdioxide

ademhalen = lucht opnemen uit je omgeving

Lucht

Stikstof

zuurstof

Edelgassen

koolstofdioxide

uitademen

79% stikstof

16% zuurstof

1% edelgassen

4% koolstofdioxide

Koudbloedig en warmbloedig

Warmbloedig

Constante temparatuur

Lichaam regelt de temparatuur zelf

Minder afhankelijk van de omgevings temparatuur

Koudbloedig

Winterslaap

Omgevings temparatuur bepaalt de temparatuur

Ook voor verbranding in het lichaam is brandstof nodig

Eten

Glucose

Drinken

Glucose

Bij verbranding komt vrij

Energie (warmte en beweging)

water (vocht)

Koolstofdioxide

Ook in het lichaam komt verbranding voor

Zonder vuur

longblaasjes

omgeven door longhaarvaten

De wand van de longhaarvaten is ook erg dun

Er bevind zich bloed

Koolstof dioxide naar longblaasjes

longblaas wandjes zijn erg dun

Er bevind hier lucht

Zuurstof naar het bloed

in trosjes aan het einde van de luchtpijptakjes

kraakbeenringen

houden de luchtpijp mooi open

soepel en beweegbaar

Ronde ringen van kraakbeen

Stembanden

Gebruik bij praten

Geluid word geproduceert door trillingen

Neusharen

Werkt als filter voor

Grove stofdeeltjes

Neusslijmvlies

Veel boedvaatjes

Verwarmen de lucht omdat het bloed warm is

Vochtig

Te veel vocht = snotteren

Lucht die er langsstroomt word vochtig

Inademen

Door de neusholte/mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp

Luchtpijp vertakt

Bronchiën

Fijnere buisjes: Luchtpijptakjes

Longblaasjes

Bronchiën

Fijnere buisjes: Luchtpijptakjes

Longblaasjes