samenvating geschiedenis 3.2

1. de economie in de late middeleeuwen

1. de economie in de late middeleeuwen

boeren werden beter/slimmer in het onderhouden van het land

weiden werden akkers

meer voedsel

de bevolking begon in 1000 flink tegroeien

veel voedsel: niet iedereen meer boer worden

ambachstman

handelaars meer verkopen

rondtrekkende handelaars gaan van stad naar stad

stad mensen maken kennis met producten uit andere landen

veel mensen gingen bij de markt wonen

knooppunt van wegen of rivieren

daar ontstonden steden

in 1 van die steden werd een jaarmarkt gehouden

marktrecht

3. de gilden

stadsbestuur alles zo goed mogelijk te regelen

mensen met hetzelfde beroep samen werken

zij sloten zich aan 1 in gilden

gilden zijn mensen die samen werken in 1 groep

bijv. kooplieden
        bierbrouwers
        kleermakers
        vleeshouwers

elke gilde kreeg van het stadsbestuur een gildebrief

zo'n gilde is voor iedereen verschilend

maar een paar dingen zijn het zelfde

de gildelieden mochten elkaar niet beconcurreren daarom werden er van te voren al vaste prijzen  vast gesteld ook werd bepaald hoeveel gazellen en leerlingen ieder mocht hebben

als je een vak wilde leren moest je als leerling bij een gilde meester in dienst gaan

na een paar leerjaren treden de leerlingen in dienst als een gazelle

als ze daar voor slaagde gingen ze als eigen gildemeester aan de gang

de kwaliteit van de producten moesten goed zijn daarom werd er van tevoren bepaald welke werktuigen er gebruikt moesten worden om een product te maken

de gildelieden moesten elkaar goed helpen en als er in een gezin iemand overleden was of iemand ziek dan werden die geholpen

2. de opkomst van de stad

niet alleen om de economische redenen naar de stad

horigen blijven op het platteland

werden vaak uitgebuit door de edelen

ze vluchten naar de stad

als ze een jaar lang uit de handen van hun heer wisten blijven kregen ze het poortrecht

poortrecht = het soort bugerrecht

vorste blij met groei van de stad

sterke vesting kunnen worden met muur

groter stads leger

konig werd minder afhankelijk van zijn ridders

rijke burgers konden geld geven aan de koning in ruil voor
voorrechten

voorrechten noemen we ook wel privileges

bijv. muntrecht
       stadsrecht
       marktrecht

te grote stad mensen luisterde niet meer naar de koning