Staatsinrichting

In 1815 werd ons land een koninkrijk. De eerste koning was Willem I.

Koninkrijk heeft een koning of koningin als staatshoofd

Koning of Koningin in NL :
1815-1840 Willem I
1840-1849 Willem II
1849-1890 Willem III
1890-1898 Emma
1898-1948 WIlhelmina
1948-1980 Juliana
1980-2013 Beatrix
2013- heden Willem Alexander

Republiek heeft een president als staashoofd

Duitsand,Italie, Oostenrijk, Zwitserland,
Griekenland en Polen

Europa heeft 7 Koninkrijken

NL, Belgie, Verenigd Koninkrijk,
Noorwegen, Zweden, Spanje en Denemarken

Iedereen heeft dezelfde rechten

Vrijheid van godsdienst

Vrijheid van meningsuiting

Vrijheid van onderwijs

Als burgers weinig invloed hebben. En er één of meerdere mensen de baas zijn, noemen we dit een dictatuur.

Bij een communistisch geregeerd land behoren alle belangrijke zaken aan de staat. Zoals fabrieken, warenhuizen, akkers, vee en bossen.

18 jaar

Nederlander

Nederland heeft een grondwet, daarin staan de rechten en plichten van de Koning en de burgers. In de grondwet staat beschreven hoe onze staat is ingericht.

Nederland werd van 1795-1813 door de Fransen bezet. Na de Franse overheersing werd en een grondwet samengesteld.

In 1815 legde Willem I de eed op de grondwet af. Ons land werd een koninkrijk.

in 1848 veranderde minister Thorbecke de grondwet. De koning kreeg minder macht en het volk kreeg meer te zeggen.

Grondwet = consitutie

koninkrijk = monarchie

Koning regeert samen met de ministers het land.

Koning & ministers = regering

Koning ondertekent alle weten.

Koning benoemt ministers, commissarissen van de koning en burgemeesters.

Koning gaat op staatsbezoek

3de dinsdag in september = Prinsjesdag

Koning leest troonrede voor aan Staten-Generaal

= 1ste & 2de kamer

Alle ministers gezamenlijk = kabinet

minister heeft een ministerie

Departement is het gebouw waar de minister, staatssecretarissen en ambtenaren werken

voorbeelden; binnenlandse zaken, veiligheid en justitie

Enkele departementen zijn :
ministerie van algemene zaken
ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap
ministerie van veiligheid en justitie
ministerie van defensie
ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport

ministers hebben uitvoerende macht

Ze ontwerpen samen nieuwe wetten.

Ze leggen verantwoording af aan de volksvertegenwoordigers

Dit heet ministeriele verantwoordelijkheid

Koning is onschendbaar, minister president is verantwoordelijk.

Enkele departementen zijn :
ministerie van algemene zaken
ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap
ministerie van veiligheid en justitie
ministerie van defensie
ministerie van volksgezondheid, welzijn en sporttopic

Om de vier jaar worden verkiezingen gehouden voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraad. Het volk mag dan hun stem uitbrengen.

De leden van de Staten-Generaal vertegenwoordigen het hele Nederlandse volk. Staten -Generaal --> 1ste en 2de kamer.

bestaat uit 150 leden --> 150 zetels.

Leden worden rechtstreeks gekozen door het volk.

Leden moeten minimaal 18 jaar oud en Nederlander zijn.

De leden vergaderen dagelijks.

Een minister kan een wet ontwerpen, de kamerleden kunnen die bespreken en evt wijzingen aanbrengen. Men noemt dit : het recht van amendement.

Kamerleden heb ook vraagrecht. Ze mogelijk schriftelijk of mondeling vragen stellen.

Kamerleden hebben ook het recht van interpellatie, dan mogen ze om meer inlichtingen vragen.

Kamerleden hebben ook het recht van initiatief. Ze kunen zelf een wetsvoorstel indienen

De Staten-Generaal bestaan uit twee kwamers. De 1ste en de 2de kamer. In de Kamers zitten de vertegenwoordigers van ons volk.

De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden.

Leden moeten minimaal 18 jaar oud en Nederlander zijn.

Leden van de Eerste Kamer worden worden gekozen door de leden van de Provinciale Staten.

De leden vergaderen meestal één keer per week.

Als een wet wordt aangenomen door de Tweede Kamer wordt het het naar de Eerste Kamer gezonden.

Zij hebben geen recht van amendement en mogen dus geen wijzigingen aanbrengen.

Wel hebben ze vraagrecht en recht van interpepllatie.
Ook mogen ze ene motie indienen.

Er zijn in Nederland veel politieke partijen :
CDA
D66
SP
VVD
Groen Links
PvdA
Christen Unie
SGP
Partij voor de dieren
PVV enz.enz.

ELke partij heeft een eigen partijprogramma. Alle leden van de partij zijn het met het programma eens.

In het programma staan de plannen van een politieke partij

Om de vier jaar worden verkiezingen gehouden voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraad.

De politieke partijen proberen de kiezers (het volk) te overtuigen waarom ze op hun moeten stemmen.