Tim Krabbé- De renner

De titel verklaren:
De titel is de renner dat is best logisch want het boek
gaat over Tim Krabbè die een wielrenner is en hij beschrijft een wielerronde van zichzelf.

Idee:
het idee van de tekst is dat de wedstrijd wordt beschreven die hij heeft gereden alleen daarbij komt kijken dat het ook anekdotes bevat en zijn ideeën over de wielersport.

Thema:
De thema van dit verhaal is de wielersport en de wedstrijd die gereden werd.

Motieven:
De motieven zijn dat Tim Krabbé erg fanatiek en gedreven was en het onbegrip voor mensen die zich niet met de wielersport bezig houden.

De vertelwijze:
De schrijver is een ik-verteller want hij verteld over zichzelf en vertelt dingen uit zijn perspectief ook is hij een beetje een auctoriale verteller want hij weet ook dingen van de andere renners en hun gedachten.

perspectief:
Tim Krabbé vertelt uit zijn perspectief.
Zo is hij kritisch op zichzelf op dingen die hij verkeerd doet tijdens de race maar ook ziet hij dingen positief in de race van wat hij goed doet. Hij is ook nog negatief over de tegenspelers waar hij tegenspeelt dat ze zuigers zijn of geen echte renners zijn.

Tim krabbé:
Round character want je weet veel over hem en wat die denkt.

Railhan:
Flat character want je weet alleen op welke manier hij fietst dat is zijn kenmerk.

Lebusque:
Flat character want je weet dat hij een flinke doorzetter is.

Tijd:
Vertraging op de laatste kilometer werd de tijd vertraagd zodat het spannend werd of hij zou winnen of tweede zou worden.

Het verhaal begint met Ab ovo want de eerste zin is Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977, dus het verhaal en de tekst beginnen tegelijk.

Het einde is een gesloten einde want je weet dat hij tweede in de race is geworden en dat Reilhan heeft gewonnen.

De tijd in het verhaal loopt chronologisch want hij vertelt de race in verschillende delen van kilometers, alleen er zitten wel flashbacks in waardoor het niet helemaal chronologisch loopt.

Er worden flashbacks gebruikt zo kijkt hij terug op wedstrijden of tijden uit zijn carrière.

De vertelde tijd in het verhaal is ongeveer 4 en een half uur.
In die tijd heeft hij 137 kilometers afgelegd

Er is sprake van versnelling en vertraging want sommige kilometers worden overgeslagen of met andere verteld en de laaste kilometer wordt juist heel breed besproken.

Het verhaal begint bij Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977.
Hij fiets de Ronde van de Mont Aigoual, een zware klimkoers in Zuid-Frankrijk.