Motivatie = drijfveer

Zelfdeterminatietheorie (= de soorten motivatie)

Intrinsieke motivatie

Leerling ziet het belang in

Het is relevant en betekenisvol

Leerling vindt het interessant en wil iets weten

voorbeeld: hobby's

Extrinsieke motivatie

Persoonlijk belang

Leerling ziet er het belang van in

Zoals bij intrensieke motivatie

Interne verplichting

De leerling leert omdat ze ouders niet willen teleurstellen

De leerling wil niet dom overkomen

Externe verplichting

De leerling leert om aan externe eisen te voldoen

Vermijden van straf

Krijgen van beloning na goed resultaat

Attributietheorie (= nadenken over eigen succes en falen -> invloed op motivatie)

Intern en extern attribueren

Intern

Succes/falen toeschrijven aan factoren binnen eigen persoon

Succes: eigen talenten

Falen: onbekwaamheid

Extern

Succes/falen toeschrijven aan factoren buiten zichzelf

Leerkracht maakte te moeilijk vragen

Oncontroleerbaar en controleerbaar attribueren

Controleerbaar

Succes/falen toeschrijven aan factoren die hij zelf kan beïnvloeden

Het was beter geweest als ik meer tijd had

Oncontroleerbaar

Succes/falen toeschrijven aan die hij zelf niet kan beïnvloedne

Succes: geluk

Falen: pech

Psychologische basisbehoefte

Competentie

De lln kunnen de resultaten behalen

Vertrouwen in eigen kunnen

Relationele verbondenheid

Leerkracht waardeert en apprecieert de leerlingen

Autonomie

Zelf invloed kunnen uitoefenen