Landbouw in Europa
Hoofdstuk 1 Europese landbouw in beweging
§1.1 De hakken in het zand
Landbouwvroeger
menselijke en dierlijke arbeid
vb: dieren die een ploeg trekken
gemengd bedrijf
vb: verschillende gewassen
Lage opbrengst
Landbouw nu
Mechanisatie
vb: machines
Grote kavels
Omdat: er nu grotere bedrijven zijn
specialisatie: gericht op één product
vb:melkveehouderij
intensivering:hoge opbrengst per hectare
vb: legbatterij
veeteelt in dienst van de akkerbouw (tot eind 19e eeuw)
Brabantse zandgronden zijn voedselarm, kunstmest bestaat nog niet-> vee werd gehouden voor de mest voor de akkerbouw
bodemgebruik op zandgronden afwisselend
Hoge, droge 'woeste gronden' waren bedekt met heide en bos(extensief grondgebruik)
lage natte delen waren hooiland
daartussen lagen de intensieve landbouwgronden(essen)
zelfvoorzienende landbouw
akkerbouw in dienst van de veeteelt(vanaf eind 19e eeuw)
door uitvinding van kunstmest kan steeds meer verbouwd worden-> akkerbouw komt in dienst te staan van de veeteelt, omdat:
goedkoop graan uit de VS overspoelt de markt
veeteelt levert meer op
kleine bedrijven kunnen door intensivering veel produceren
de overheid stimuleert de ontwikkeling van landbouw, door:
landbouwonderwijs
coöperaties (vb:melkunie)
ruilverkaveling
door specialisatie ontstaat bio-industrie (vb:legbatterij)
§1.2 Euroboeren in de kou
een beschermde bedrijfstak
het gemeenschappelijke landbouwbeleid(GLB) onder vuur
kritiel op het GLB:
Subtopic
de boeren werden na woII beschermd(protectie) tegen concurrentie van buiten de EU
productiesubsidie(prijsgarantie)
exportsubsidie-> landbouwoverschotten werden gedumpt op de wereldmarkt
het gemeenschappelijk landbouw (GLB) onder vuur
kritiek op het GLB
de WTO voert strijd tegen oneerlijke concurrentie
door schaalvergroting daalde de landschappelijke kwaliteit
milieuproblemen door intensief grondgebruik
hoge kosten GLB
het nieuwe landbouwbeleid
overschotten verminderen
verduurzaming in de landbouw
leefbaarheid platteland vergroten
conclusie: europese boeren zullen steeds meer concurrentie van buiten de EU krijgen
§1.3 gedaanteveranderingen van cultuurlandschappen
vanaf Nederland tot in de Oekraine:
zone van intensief grondgebruik
hoge grondprijzen in de buurt van steden kunnen leiden tot bedrijfsbeeindiging in landbouw
voor de tuinbouw en veeteelt geeft de stad vooral veel afzetmogelijkheden
veel kansen voor landbouwers:
nabij de grote steden
de vruchtbare streken van Noord-Frankrijk
polder-en deltagebieden
gebieden met weinig kansen voor de landbouw:
ontvolking: klimatologisch of landschappelijk minder aantrekkelijk gebieden
verstedelijking: regio's met een prettig klimaat, landschappelijk schoon en historisch belang(toerisme)
§1.4 van bergboer tot tuinder
zie schema §1.4 stencils
§1.5 De kille wind van de wereldmarkt in Oostenrijk en Nederland
belangrijke gebiedskenmerken voor de landbouw:
bodem
grondsoort
relief
Hoogte
klimaat
diversificatie: het toenemen van het aantal soort producten op landbouwbedrijven
3 factoren waarom de Bio-landbouw in Oostenrijk de sterkste positie heeft:
veel overheidssubsidie en steun van de EU
alle Oostenrijkse winkelketens bieden bioproducten aan
ministerie van landbouw en ministerie van milieu vallen min of meer samen
de grote van een bedrijf is ook een economische factor