FLEXIBILITEIT

STRUCTUREEL

Vaak sprake van hevige of hyperconcurrentie

creeren van interorganisatorische speelruimte (=extern) bij support / onderbrengen nieuwe technologie of ontwikkelen nieuwe producten / markten.

managementvaardigheden gericht op geleidelijk aanpassen (a) organisatiestructuur (b) besluitvormings- en (c) communicatieprocessen aan veranderende condities

benodigde managamentvaardigheden: combinatie cross-hiërarchisch (verticaal) en cross-functioneel (horizontaal)

(high variety, low speed) = adaptieve regelcapaciteit

Intern

(1) creeren multifunctionele teams

inzetten projectteams

opzetten kleine productie-eenheden / werkcellen

(2) wijzigen managementrollen

horizontale / verticale taakverbreding -> verandering verantwoordelijkheden

(3) veranderen beheerssystemen

transformatie van functionele gebieden naar marktgeorienteerde groepen van activiteiten met uitwisselbaar personeel en apparatuur

Extern

(1) JIT - betrekken v componenten v leveranciers met korte levertijd

(2) Co-makership: betrekken v subasssemblages v leveranciers

(3) Co-design: gezamenlijk ontwikkelen subcomponenten met leveranciers

(4) allianties / joint-ventures / andere samenwerkingsverbanden

STRATEGISCH

(high variety, high speed) = strategische regelcapaciteit

Intern

(1) afbreken huidige strategie

(2) toepassen nieuwe technologieën

(3) fundamenteel vernieuwen v producten

Extern

(1) creëren nwe product-markt combinaties

(2) marktpositie gebruiken om nwe concurrenten af te schrikken (opwerpen toetredingsbarrieres) & bestaande concurrenten te controleren (door gebruikmaking van de eigen sterke marktpositie)

(3) actief lobbyen om handelsregulaties te beïnvloeden

bv handelsreguleringen tegengaan

managementvaardigheden: cross-hiërarchisch (vertic), cross-functioneel (horiz) en cross-cultureel

nieuwe normen/waarden nodig

Meest radicale vorm --> gericht op doelen of omgeving vd organisatie

Kwalitatief --> samen met verandering id aard van activiteiten: nieuwe activiteiten in nieuwe omgeving

wanneer? --> onbekende veranderingen met grote gevolgen waar snel antwoord nodig is

problemen zijn per difinitie ongestructureerd en niet-routinematig

informatie is vaak zacht, multi-interpretabel, onnauwkeurig, ambigu.

Intern: doordat situaties nieuw zijn is geen routinematig antwoord te geven --> dus plannen wijzigen, actuele strategie ontmantelen, nieuwe technol. ontwikk. of producten fundamenteel vernieuwen.

STEADY STATE

(low variety, low speed)

statische procedures, nauwelijks flexibiliteit

kleine veranderingen, weinig voordeel met snelle reactie op externe condities

OPERATIONEEL

(low variety, high speed) = routine regelcapaciteit

Intern

(1) variatie productievolume

(2) opbouwen van voorraden

(3) inzetten crashteams

Extern

(1) tijdelijk personeel

(2) multi-sourcing (uitbesteden perifere activiteiten)

(3) reserveren capaciteit bij leveranciers

Routinevaardigheden vaak resultaat van cross-hierarchische management (= verticale) activiteiten.

Risico: organisatorische inertie --> problemen oplossen obv ervaring.

Meest voorkomend --> komt voor bij snel opvolgende, cyclische veranderingen

Variatie in omgeving kan groot zijn, maar combinatie van condities is voldoende voorspelbaar

vooral betrekking op wijziging van volume en mix van activiteiten

nauwelijks/geen verandering van soort activiteiten

routines gericht op operationele activiteiten, reactief van aard

snelle reacties op bekende verandering(en) --> leiden tot tijdelijke, korte fluctuaties in activiteitenniveau vd onderneming

flexibibiliteit is gericht op korte termijn: signalen / feedback van omgeving zijn direct en duidelijk

leren is geen optie die management zomaar kan aan-/uitzetten --> opbouw is nodig.

mate waarin management in staat is om nieuwe ideeen te identificeren en deze ook te ondersteunen ipv blijven exploiteren van bestaande routines

Flexibiliteit

Extern

vermogen van management tot beïnvloeding van omgeving

Intern

vermogen van management tot aanpassing aan omgevingseisen

mate van repliceerbaarheid van eerder verrichte taken door management

probleemoplossend vermogen om vanuit kennis te kunnen inspelen op veranderingen

mate waarin succesvol signalen worden herkend en opgenomen voorbij de periferie van de onderneming

VAARDIGHEDEN vs ROUTINES

a

DYNAMISCHE VAARDIGHEDEN

dynamische concurrentie

Vaak uitzondering op regels

zekere mate routine blijft nodig (bv veiligheid, communicatieregels, werkprocedures in OK)

brede en diepe kennisbasis

bv technologische, markt-, product-, distributiekennis

innovatie ligt vaak op snijvlak van kennis --> dus kunnen combineren

Dus zorgen voor varieteit aan expertise binnen de organisatie

stelt je in staat om bv snelle productinnovatie & customization te reliseren en om onvoorspelbare productkansen te exploiteren.

hoog absorptievermogen

Succesvol kunnen herkennen, assimileren en toepassen tbv commerciele doelen van info / signalen van buiten onderneming is essentieel voor ontw. van vaardigheden

Nodig: doorlatende grenzen, breed scannen van nieuwe, zachte info, identificeren en effectief inzetten van werknemers die functioneren als poortwachters / grensverleggers

vb: ontwikkelen brede sociale netwerken, joint-ventures / samenwerkingsverbanden --> hierdoor snel opzuigen kennis mogelijk

brede management denkkaders en veel experimenteerdrift

kunnen varieëteit van dynamische vaardigheden doen groeien

hogere-orde leren

dubbelvoudig leren noodzakelijk --> bestaande veronderstellingen op fundamentele wijze ter discussie stellen.

GESPECIALISEERDE ROUTINES

statische concurrentie

elimineren noodzaak tot verdere communicatie & coördinatie v bedrijfsonderdelen & posities --> geheugensteun bij handelen in routinesituaties

vb: regels vliegtuigonderhoud KLM, servicehandboeken McDonalds

gericht op statische controle

routines belemmeren inzet van nieuwe expertise

Veranderen wordt niet als essentieel kenmerk van duurzaam succes gezien

nadruk op routine doodt initiatief van managers om te zoeken naar adequate oplossingen --> houdt inadequaatheid in stand

Beperkt tot competitieve veranderingen waarop kan worden geanticipeerd

beperkte expertise

laag absorptievermogen

Wordt bevorderd door veelvuldig toepassen van gespecialiseerde routines.

Onderscheidende competenties kunnen uiteindelijk worden tot onoplosbare problemen

beperkte management denkkaders & geen experimenteerruimte

wanneer kennisvermeerdering vooral / puur is gebaseerd op routines --> ingesleten groeven die managementactiviteiten kanaliseren en noodzaak tot naar buiten kijken wordt minder gevoeld

routines (a) verergeren scheiding functionele gebieden (b) belemmeren leerprocessen en (c) ontw.van nieuwe vaardigheden

lagere-orde leren

routines worden ook ontwikkeld obv leren, maar dan dmv extrpolatie van trends, immitatie van anderen of ervaring uit verleden.

Enkelvoudig leren