Hoofdstuk 3

De commerciële revolutie

Commercileel kapitalisme: Goederen worden geproduceerd naar toekomstige afzetmarkt i.p.v. naar de vraag.

Mercantilisme, verbonden aan de new monarchs omdat zij willen centraliseren.

Putting-out systeem: Het verplaatsen van de nijverheid naar buiten de steden. Geen regels of wetten meer.

Engeland is niet representatief omdat het land afhankelijk was van de opbrengsten van de adel. De boventoon werd niet gevoerd door de koopmannen. Er was weinig handel.

Breuk met de ME

Langeafstandhandel nam toe. Vraag naar producten die niet lokaal geproduceerd worden.--> entrepreneurs

ontduiken van het gildesysteem. Ook input van de vrouw. Niet de gildemeesters zijn het rijkst omdat zij het product maken, De entrepreneurs-manager is dat nu die arbeiders in zet.

Overheid gaat zich bemoeien met de economie. BV importheffingen. Voordelen voor koopmannen en armen werden in dienst genomen.

Prijsrevolutie
1450-1650

Goud en zilver zuid Amerika

Inflatie voor lange tijs

Oorzaken

Stijgende prijzen --> inflatie

Vergrote markt door denieuwe wereld. Op welke vraag moest gereageerd worden?

De lange afstandshandel werd veel meer. Entrepreneurs doen hier hun werk. ( naar buiten gerichte ondernemers)

Groei van de bevolking waardoor de vraag naar producten toenam. Nieuw soort voedsel: Aardappel.

Nieuwe soorten eten zoals de aardappel

Sociale structuur
De samenstelling, functies en onderlinge verhoudingen van sociale klasse

Oorzaken

stijgende prijzen

inflatie--> land wordt minder waard. Aristocratie minder inkomsten dus verbinden zich aan het hof (GEVOLG)

Ontstaan van lage en hoge bourgeoisie

Gevolgen

Verandering voor de boeren.

Waarde van het land werd lager omdat de huurprijs vast stond. Dus meer geld over

Landeigenaren die hun huur in goederen kregen konden dit verkopen voor een hoge prijs.

Lonen omlaag dus loonarbeiders kregen het slechter.

Oost-Europese boeren

Grootgrondbezitters versterkte hun greep (Junckers)

Er was nog lijfeigenschap waardoor de bourgoisie zich moeilijk ontwikkelde.

Beter onderwijs , ook kinderen uit de middenklasse.

Armenwet van 1601: Armenzorg werd een zaak van de overheid. Er werd zelfs belasting voor betaald.

Definitie van bourgeoisie:
Is een sociale klasse van mensen in de middenklasse en bovenklasse die hun macht of status ontlenen aan hun vermogen, opleiding en werk, anders dan de aristocraten, die hun status in eerste plaats aan hun familieachtergrond ontlenen.

onderverdeling:
1. Aan de top de stedelijke elite die de stad bestuurd.
2. De midden klasse: De bankiers, handelaren, schipeigenaren en professoren die medicijnen en rechten hebben gestudeerd.
3. De laagste klasse: eigenaren van werkplaatsen, winkeleigenaars, reiziger en minder succesvolle handelaren.

Ontdekkingsreizen

Vasco di Gama (Portugal)
- Nieuwe zeeroute naar India
- Geen tussenhandel meer

Columbus (Spanje)
- 'Ontdekker'van Amerika
- Magelhaen behaald het doelvan Columbus.
Namelijk zeeroute naar India
- tot zijn dood volgehouden dat hij in Azië was

Innovaties
- Meerdere masten/zeilen
- Meer vrachtruimte
- Gebruik kompas

Verdrag van Tordesillas
- Wereld verdeeld in 2 delen
- Portugal VS Spanje

Perspectieven

Europees: Economische vooruitgang, ontwikkeling en kolonialisme.

Eurocentrisch: Amerika is niet 'ontdekt. Er was al een cultuur met religie en alles

Onderdrukte: Hoog sterftecijfer en het begin van de slavenhandel (Encomienda)

Renaissance: Virtu speelt een rol. In eigen naam wat je allemaal kan. Zelfontplooiing.

Reconquista: Herwinnen van het verloren gebied op de moren. uitbreidingsdwang

Religieuze ontwikkelingen
1555-1600

Katholicisme krijgt de overhand ( 1567-1572 )

Alva in de Nederlanden

Katholieken hetog probeert in Engeland Elisabeth van de troon te krijgen.

Bekeerde moslims kwamen in opstand

1571: slag bij Lepanto: tussen Spanje en Ottomanen. Grootte overwinning op Castilië. Grote man: Don Juan

1572: Vloedbruiloft Parijs, slachting van Hugenoten

Spanje

Engeland VS Spanje

1588 Spaanse Armada verslaan.

Engeland steund Nederland

Neergang

Angst voor de Moren dus werden ze verdreven. Zij waren belangrijk voor de economie. --> bevolkingsdaling.

Afhankelijk van de zilvermijnen in Amerika --> inflatie.

Door incest debiele vorsten. Bijvoorbeeld Karel II

Neergang na de door van FIlips II

De Nederlands opstand
(1568-1648)

a

Spanje (Filips II) VS Nederland

Filips II

Bestrijden van het protestantisme

Behartigen van de belangen van Spanje/Habsburg

Willem van Oranje leid de Nederlandse opstand. vermoord in 1584.

Beeldenstorm van 1566--> Alfa naar de Nederlanden --> raad van Beroerte (rechtbank ketters) --> nationaal conflict

1579

Unie van Atrecht : Steunen katholieke Spanje

Unie van Utrecht: Godsdienstvrijheid in het gewest. Gezamenlijk doel om Spanje te verslaan.

Nederland krijgt hulp van Engeland. Koningin Elisabeth, ze wilde voorkomen dat Spanje Nederland als een uitval basis ging gebruiken.

Nederlandse identiteit ontwikkeld als er een gezamenlijke vijand is.

ontevredenheid

Religieuze ontevredenheid: calvinisten (Katholiek VS protestant)

Politieke ontevredenheid: Tegen centralisatie, behouden van soevereiniteit.

Economische ontevredenheid: Honger, werkeloosheid

godsdienstoorlogen
1568-1648
(AANTEKENINGEN WERKCOLLEGE)

Ook opkomst van commercieel kapitalisme, nieuwe sociale standen. Grote economische en sociale veranderingen

Door de reformatie diende pastoors een goede opleiding te hebben. En het bestrijden van het analfabetisme.

Godsdienstvrede van Augsburg (1555)
- Vrede tussen P en K in het Habsburgse rijk

Frankrijk

'feodale' godsdienstoorlogen. De steden, gilden de kerk en de adel zagen hun voorrechten bedreigd worden door de New monarchs. Buitenlandse politiek verenigd, maar anders nog heel nationaal.

Omdat de koning veel kerkelijke macht had in Frankrijk konden misstanden snel verholpen worden en hadden Calvinisten geen voet meer om op te staan.

Politiquies: Groep die vond dat er wel 2 religies naast elkaar konden leven. Niet belangrijk genoeg voor een oorlog.

Gevolg korte termijn: Edict van Nantes

Gevolg lange termijn: Absolutisme wordt versterkt omdat dit zorgde voor een politieke stabiliteit. Trouw en volgzaamheid was een voorwaarde.

Hendrik IV

Zorgt er voor dat de Hugenoten een minderheid blijven. Door de oorlog zijn ze niet echt populair meer.

In zijn hart was hij een politiques. Edict van Nantes.

Legt het fundament voor het absolutisme door de staten-generaal niet meer bij een te roepen. Frankrijk was te verdeeld.

Nog wat belangrijke dingen van de studeivragen

Bartholomeusnacht: Massale moord op hugenoten. Hugenoten vluchten naar Antwerpen en de Nederlanden.

Edict van Nantes 1589: Door hendrik IV. Hugenoten krijgen volledige burgerrechten en mochten politiek uitoefenen en onderwijs volgen

La Rochelle: Bij het edict van Nantes werd besloten dat de hugenoten deze havenstad mochten besturen. Bij het Beleg van La Rochelle vochten de hugenoten (die zich in de havenstad gevestigd hadden) tegen Lodewijk XIII en de katholieken 1627-1628. Het beleg eindigde met een volledige overwinning voor koning Lodewijk XIII en de katholieken. Dit leid tot het verdrag van Alais: De overgave bij het beleg van La Rochelle onder onvoorwaardelijke termen leidde tot de Vrede van Alais. De hugenoten verloren hun grondgebied en hun militaire en politieke rechten maar mochten hun geloofsrechten behouden die verkregen waren in het Edict van Nantes.