Groep_1_Planten

Spoorplanten

Wieren

groenwier

groenwier

r

Groenwieren zijn protisten die nauw verwant zijn aan de planten. Ze bevatten hetzelfde type bladgroen , dezelfde pigmenten, zetmeel als reservevoedsel en celwanden van cellulose. De meeste leven in zoet water, maar ook in zout water zijn vele soorten te vinden, als plankton

Paardenstaart

heermoes

Mossen

levermos

houwmos

bladmos

kussntjesmos

Varens

koningsvaren

koningsvaren

r

groeit op vochtige plaatsen in of langs de rand vcan het loofbos, langs sloten of op open plaatsen

stekelvaren

wijfjesvaren

stippelvaren

Zaadplanten

naaktzadigen

ginko-achtigen

biloba

biloba

r

grote bomen die tussen de 20-35 m groot worden

fladderiep

coniferen

reuzen zilverspar

grove den

grove den

r

groeit goed op droge voedselarme grondenvooral in de koudere legioenen

bedektzadigen

tweezaadlobbigen

composietenfamilie

gele morgenster

boerenwormkruid

paardebloem

paardebloem

r

er was geen naam voor deze bloem tot het begin van de 20ste eeuw

heelblaadje

eenzaadlobbigen

lelie achtigen

tulp

wolbol

bieslook

lelie

lelie

r

deze plantensoort is niet enkel mooie versiering maar is ook de voornaamste voedselbron voor de larven van motten en vlinders (uit de orde lepidoptera)