Ademhaling

Functies

Gasuitwisseling tussen bloed en lucht

Verplaatsen van lucht, van en naar het gasuitwisselingsoppervlak in de longen

Bescherming uitwisselingsoppervlakken (alveolaire) tegen veranderingen van de omgeving (uitdroging en temperatuur) en pathogenen.

Produceren van geluid

Waarnemen van reukprikkels

Neus, neusholte

Bekleding is cilinderepitheel met trilharen

Slijmcellen

Neusopeningen

Neusbijholten

Neusschelpen

Opwarming ingeademde lucht

Filtering

Zuivering

Bevochtiging

Reukzin

Hoofdonderwerp

Ingeademde lucht verlaat de keelholte en stroomt via de stemspleet (glottis) de larynx binnen.

Larynx bestaat uit kraakbeenringen en heeft een strottenhoofdklepje (epiglottis)

Epiglottis zorgt ervoor dat voedsel niet in de trachea (luchtpijp terecht komt.

Tijdens slikken verplaatst de larynx naar boven, epiglottis sluit zo de trachea af.

Larynx bestaat uit 3 paren kleinere kraakbeenstukken.

ringvormigkraakbeen

1 paar stugge valse stembanden

2 paar flexibele ware stembanden

Bronchiën

Rechter primaire bronchus

Grotere diameter dan linker

Minder scherpe hoek naar longen

Vreemde voorwerpen komen daarom altijd in rechter bronchus

Linker primaire bronchus

Aanvoer van lucht naar linker en rechterlong

Binnen wandbekleding lijkt op trachea

Buitenwand U-vormig kraakbeen

Linker en rechter primaire bronchus vertakken zich verder

Bronchucboom

Vertakkingen van primaire bronchus in kleinere bronchi

Kraakbeenstukken worden steeds kleiner - minder dan 1 mm geen kraakbeen meer.

Bronchioli

Kleinste vertakkingen zonder kraakbeen

Alveoli - longblaasjes

Hier worden de gassen in de longen uitgewisseld

Laat de longen op een spons lijken

Ongeveer 150 miljoen per long

Vergroten het uitwisselingsoppervlakte - 140 m2

Zijn bedekt met enkelvoudig plaveiselepitheel

Macroscopische anatomie van de longen

5 kwabben gescheiden door diepe fissuren
3 kwabben rechts, 2 links

Apex steekt boven de eerste ribben uit

Basis licht op het middenrif of diafragma

Bedekt door de sereuze vicerale pleura

Liggen in de pleuraholten

bekleedt met sereuze parietale pleura

Tussen vicerale en parietale pleura zit pleuravocht

Ademhalingsfysiologie

Rustig of geforceerde ademhaling

Rustige ademhaling

Middenrif en uitwendige tussenribspieren zijn nodig.
uitademing is pasief

Geforceerde ademhaling

Inademing en uitademingsspieren worden actief
uitademing is actief.

Ademhalingsfrequentie

Volwassenen in rust

8 - 20

Volwassenen bij inspanning

meer dan 20

Regeling vd ademhaling

Plaatselijke regeling ademhaling

Invloed van weefsels

Behoefte aan zuurstof

Bij sporten hogere behoefte

Sneller in- en uitademen

Regulering door ademcentra in de hersenen - in de hersenstam.

Reguleren de onbewuste ademhaling en sturen onbewust:

Ademhalingsspieren

Ademhalingsfrequentie

Diepte van de ademhaling

Via het autonoom zenuwstelsel

Bewuste aansturing van ademhalingsspieren

Regulering door hersenschors.
buitenste gedeelte van de hersenen

Ademritme centrum

Verhoogde temperatuur = versnelde ademhaling

(Extreme)afkoeling = vertraagde ademhaling

Anfetaminen, stimulantie = versnelde ademhaling

Opiaten, narcose en kalmeringsmiddelen = verlaagde ademhaling

Onderdelen/opbouw

Neus, neusholte en sinusholten

Keelholte

Strottenhoofd

Luchtpijp

Longen en luchtwegen

Bronchiën en bronchiolen

Longblaasjes (alveoli)

Pharynx of keelholte

Nasopharynx (neuskeelholte)

Laryngopharynx (Strottenhoofd-keelholte)

Trachea

Taaie buigzame buis (2,5 cm diameter, 11 cm lang)

Aanhechting thv larynx

Eindigt in mediastinium (ruimte in borstkas tussen beide longen)

vertakking naar linker en rechter hoofdbronchus

15 - 20 kraakbeenstukken

Versteviging van trachea

U-vormige kraakbeenstukken

Open gedeelte dorsaal

Gesloten gedeelte ventraal

Binnenbekleding

Cilindrisch trilhaar epitheel

Bronchiolen

Vertakken zich tot terminale bronchiolen
diameter van 0,3 - 0,5 mm

Vertakken zich tot meerdere bronchiolii respiratorii

Voeren lucht naar longoppervlak waar gasuitwisseling plaatsvindt.

Gasuitwisselingsoppervlakte - longblaasjes

Cellen van het ademhalingssysteem

Alveolen - longblaasjes (gasuitwisseling)

Pneumocyten

Produceren surfactans om longcollaps tegen te gaan

Surfactans is een olieachtige laag binnen in de longblaasjes.
zorgt ervoor dat longblaasjes open blijven staan bij uitademen.

Surfactans voorkomt het samenvallen van de longblaasjes

Alveolaire macrofagen

Fagocyteren vreemde deeltjes als stof en ziekteverwekkers

Alveolair membraan

Zeer snelle gasuitwisseling dmv diffusie over microscopisch kleine afstand.

Surfactans afgegeven door pneumocyten verplaatsen O2 en CO2 zeer effectief.

Longventilatie

In rust

Ontspannen middenrif

Koepelvorm

Middenrif drukt tegen onderzijde vd longen

Geen drukverschil tussen buiten en binnen

Geen lucht verplaatsing

Bij inademing

Middenrif trekt samen en wordt afgeplat

De borstkas verplaatst naar boven

Luchtvolume neemt toe

Luchtverplaatsing van buiten naar binnen

Spieren

Middenrif - diafragma

Uitwendige tussenribspieren
m. intercostalis exterior

Bij uitademing

Midderif ontspant, borstkas verplaats omlaag

Volume in longen neemt af, longdruk neemt toe.

Longdruk is hoger dan atmosferische druk

Luchtverplaatsing van binnen naar buiten

Spieren

Inwendige tussenribspieren
m. intercostalis internus

Buikspieren

Gasuitwisseling

Externe respiratie

Diffusie van gassen tussen longblaasjes en bloed (capilairen) door de alveolaire membraan

Interne respiratie

Diffusie van gassen tussen bloed (capilairen) en de cellen van weefsels en organen.

Zuurstoftransport

Hemoglobine

Vorming van oxyhemoglobine

Hemoglobine geeft zuurstof af aan weefsels

Als weefsels zuurstofarm zijn en behoefte hebben aan zuurstof, wordt zuurstof losgekoppeld van hemoglobine.

Koolstofdioxidetransport

Aerobe stofwisseling produceert CO2

7% is opgelost in het plasma

23% is gebonden aan hemoglobine - carbaminohemoglobine

70% wordt getransporteerd in bloedplasma onder de vorm van bicarbonaat HCO3