Bloed

roodheid

zwelling

pijn

warmte

verlies van functie

granulocyten en monocyten helpen mee met de algemene afweer. als vreemde stoffen je lichaam binnendringen, helpen ze mee met het bestrijden van deze stoffen lymfocieten helpen mee met de gerichte afweer tegen vreemde stoffen. ze worden getraind om specifieke stoffen te bestrijden daarom het de gerichte afweer ook wel de specifieke afweer.

Enkel

Dubbel

A: Antigen A - Antistof B

B: Antigen B - Antistof A

AB: Antigen A + B - Geen antistof

O: geen antigen - antistoffen

Bij een bloedtransfusie is het belangrijk dat je weet welke bloedgroep de donor heeft en welke bloedgroep de patient, antistoffen in het bloed kunnen zorgen voor klontering.

Bloedplasma

eiwitten

water

opgeloste stoffen: o² , CO², Voedingsstoffen, afvalstoffen en zouten.

Vaste bestanddelen

Bloedplaatjes

stof + fibrinogeen -> fibrine

kleine platte cellen

witte bloedcellen

bestrijden ziektekiemen

Bolvormig, kleurloos cellen

rode bloedcellen

hemoglobine voor transport O²

platte, ronde cellen met een deuk in het midden

Bloedstolling: als een bloedvatwand beschadigd, plakken de bloedvaatjes vast aan de vaatwand. ze klonteren samen en vormen een bloedprop zo maken ze de lek in bloedvatwand dicht.