Botten
Het beenderenstel
Botten
Kraakbeen
Gewrichten
Macroscopische kenmerken
Lange botten
Diafyse - schacht
omgeeft de mergholte
Epifysen - uiteinden
Spongieus botweefsel
bedekt met gewrichtskraakbeen
Periost - beenvlies
Vermengd met pezen en gewrichtsbanden
verbinding met de spieren
Endost - binnenbekleding
Bekleedt mergholte
botgroei en herstel
Korte botten
Platte botten
Onregelmatige botten
Botverbindingen
Gewrichten =
waar 2 botten tegen elkaar aan liggen
Enigzins beweeglijke gewrichten
Botverbindingen tussen de wervels
vezelig kraakbeen
Tussenwervelschijven
Vrij beweeglijke gewrichten -
synoviale gewrichten
Kniegewricht
schouder
elleboog
heup
pols
vingers
Kniegewrichten
Complex scharniergewricht
Drie aparte botverbindingen
2 tussen de femus-tibia
1 tussen femur-patella
Geen gewrichtsholte
kussen van vezelig kraakbeen
mediale en laterale menisci
Ligamenten - banden voor versteviging
Schoudergewrichten
kogelgewricht - grote bewegingsmogelijkheden
Kop van de humerus zit in de schouderkom
Gewrichtskapsel loopt van hals scapula naar humerus
Raakt makkelijk uit de kom
Ellebooggewrichten
Twee botverbindingen
Humerus-radius
Humerus-ulna
Stevig scharniergewricht
Beperkte bewegingen
alleen flexie en extensie
ligamenten - banden
Heupgewrichten
Zeer sterk en stabiel gewricht
Kogelgewricht
Stevig gewrichtskapsel
Grote sterke spieren
Veel sterke banden - ligamenten
Veelzijdige bewegingen
Flexie
extensie
Adductie
Abductie
circumductie
Rotatie
Polsgewrichten
Gewrichten van de vingers
Structuur van deze gewrichten
Spongieus botweefsel
Periost
Synoviaal vlies
Gewrichtskraakbeen
Gewrichtsholte
Gewrichtskapsel
Bewegingen
flexie - buigen
Extensie - strekken
Hyperextensie
Abductie - weg van mediaal lijn
Adductie - naar mediaal lijn toe
Circumductie - ronde bewegingen
Rotatie - bewegen rondom lengteas
Subonderwerp
Subonderwerp
Functies skelet
Steun tegen zwaartekracht
Opslag van calcium, fosfor en vet
Bloedproductie
Bescherming van zachte inwendige organen
(schedel, ribben, bekken)
Hefboomwerking voor spierbewegingen
Indeling skelet
Axiale skelet
80 beenderen
Schedel - cranium
22 beenderen
6 gehoorbeentjes
1 os hyoideum - tongbeen
Os frontale - voorhoofdsbeen
Voorhoofd,
dak van de oogkassen
Frontale sinus
(lucht en slijm voor neusholten
Ossa parietalia - 2 wandbeenderen
Zijkant, bovenkant
dak en bovenste wanden vd schedel
Os occipitale - achterhoofdsbeen
Verlengde ruggenmerg
Foramen magnum
Achterhoofdsknobbels
plaatsen waar schedel en
wervelkolom verbonden zijn
Ossa temporalia - 2 slaapbeenderen
Zijkanten en basis van de schedel
Uitwendige gehoorgang
Ossa sphenoidalia - 2 wigbeenderen
Verbinding beenderen vd hersenschedel
met aagezichtsbeenderen
Ossa ethmoidalia - zeefbeen
Zeefplaat - lopen reukzenuwen door
Sinus - vocht naar de neusholte vervoeren
Bovenste en middelste neusschelpen
De aangezichtsbeenderen
Os maxilla - bovenkaak
Ossa zygomatica - 2 jukbeenderen
Ossa palatinia - geheemeltebeenderen
Os mandibula - onderkaak
Ossa nasalia - 2 neusbeenderen
Ossa lacrimalia - 2 traanbeenderen
Onderste neusschelpen
Neusbijholten
Voorhoofdssinus
Ethmoidale sinus
Sfenoidale sinus
Sinus bovenkaak
Tongbeen
Bevat hoornachtige uitsteeksels
Stabiliseert de positie vh strottenhoofd
Aanhechtingsplaats voor spieren die
verbonden zijn met het strottenhoofd
Borstkas en borstbeen - thorax
12 thoracale wervels
12 ribben (costae)
sternum - borstbeen
7 paar echte ribben
Kraakbeenverbinding met sternum
5 paar valse ribben
waarvan 2 paar zwevend
Wervelkolom
26 beenderen: 24 wervels, 1 heiligbeen, 1 staartbeen
7 cervicale wervels
12 thoracale wervels
5 lumbale wervels
Os sacrum - heiligbeen
Os coccygis - staartbeen
Kromming in de wervelkolom
uitlijning lichaamsgewicht
4 krommingen
Primaire krommingen
Thoracaal
thoracale wervels
Sacraal
Secudaire krommingen
Cervicaal
cervicale wervels
Lumbaal
lumbale wervels
Atlas en axis
Atlas houdt hoofd rechtop
Axis = draaier, roteren van hoofd
Wervels
Wervellichaam
rust gewicht op
Corpus vertebrae
Wervelboog
Arcus vertebrae
Gewrichtsuitsteeksels
Processus spinosus (dorsaal)
processus transversus (lateraal)
Os sacrum - heiligbeen
Functies
Beschermt organen in bekken
Basis is verbonden met lumbale wervels
Apex is verbonden met het staartbeen (coccygis)
8 sacrale openingen voor bloedvaten
Appendiculair skelet
126 beenderen
Armen en benen
Schoudergordel
Bekkengordel - pelvis
Armen en benen
Bovenarm - humerus (opperarmbeen)
Kop is verbonden met scapula
Via gewrichtsknobbes
verbonden met onderarm
Onderarm
Radius - spaakbeen
Kop is verbonden met humerus
Beweegt mee met de pols
Ulna - ellepijp
Inkervingen zijn verbonden met humerus
Olecranon is de punt van de elleboog
Hand- en polsbeenderen
27 beenderen
8 handwortelbeentjes van de pols
carpalen of ossa capri
5 middenhandsbeentjes
metacarpalen of ossa metacarpi
14 vingerkootjes
phalanges
Beenderen van de benen
Femur - os femoris (dijbeen)
Patella - knieschijf
Os tibia - scheenbeen
Os fibula - kuitbeen
Enkelbeenderen - tarsus of ossa tarsi
7 tarsale beenderen
Voetbeenderen
5 middenvoetsbeentjes - metatarsalen of ossa metatarsie
14 teenkootjes (phalanges)
Schoudergordel
Scapulae - schouderbladen
verbonden met bovenarm - humerus
Clavicula - sleutelbeen
s-vormig, verbonden met sternum en scapulae
Functies
schouder- en armbewegingen
Verbindingsstuk voor de bovenarm (humerus)
Bekkengordel - pelvis
2 heupbeenderen - ossa coxae
Os ilium - darmbeen
os ischius - zitbeen
os pubis - schaambeen
1 os sacrum
1 os coccygis
De bekkenhoek bij mannen is 90 graden of minder
De bekkenhoek bij vrouwem is 100 graden of meer