constructivisme

empirisch bewijs leveren

coachen, aansturen motiveren bij desinteresse

psychologie

filosofie

als alternatief waardenpatroon

namen

Cunningham

Spiro

wat doe je met ongemotiveerde ll

wat doe je wanneer het beginniveau onvoldoende is

niet vergelijkbaar met Gagne

in constructivisme nauwelijks ontwikkeld

is actief organisme zoekt naar betekenis

zelfsturing

wordt gemaakt door ll in poging betekenis te geven aan eigen ervaring

geconstrueerd, niet altijd in relatie tot externe omgeving

er zijn grenzen

itt idealisme

leerdoelen

skills

vragen stellen

samenwerken

taskmanagement

denkactiviteiten

manieren van weten

cognitieve flexibiliteit

condities

gericht op proces van leren

in complexe realistische relevante omg.

sociale structuur om te toetsen

coginitieve flexibiliteit(Spiro)

verschillende perspectieven

verschil. meth van representatie

eigenaarschap in leren, zelfregulering

zelfbewustzijn in kennisconstructie proces, Reflexitiy , Cunningham

instructiemethoden

amerikaanse, digitaal

microworld, hypermedia

samenwerkend leren/problemen ontrafelen

doegerelateerde, probleemgebaseerd leren

software schil, coursemanagementtools, construe

zie hoofdstukken

1

2

Subtopic

3

geheugenmodellen

wortelstok metafoor is verschil met geheugenmodellen

betekenisvolle relatie, propostional models

ACT model of memory, Anderson

is: aanpassing van gedrag in termen van bereiken van doelen

4

schematheorie, mentale modellen

mbv embedded leren in complexe, real relev omgevingSubtopic

ontwikkelen en herzen van mentale modellen

5

6

7

het cog systeem probeert gedrag van organ te optimaliseren, Bruner

8

9

leertheorie Gagne vlg met constructionisme over

leerdoelen

leervoorwaarden

zelfsturing

authentieke problemen

samenwerkend leren

cognitieve flexibiliteit

zelfreflectie

actieve ll is succesvol

voor dieper niveau van begrip

leren van voorbeelden

leren door doen

begrip belangrijker dan uit het hoofd leren

sociale structuur leeromgeving belangrijk