kerk en staat

breuklijn vrijzinnig - katholiek

inzet: onderwijs

oorsprong: grondwet: vrijheid van onderwijs en godsdienst

lager onderwijs

eerste schoolstrijd 1879

liberale regering wil macht kerk indijken

ministerie van onderwijs, van humbeeck minister

wet van Humbeeck

vervangt eerste wet lager onderwijs

verplichte staatsschool

geen godsdienstles

moraal verplicht vak

leraars diploma normaalschool

groot protest op deze wet

conflicten volgen elkaar op

1884: katholieken halen parlement

nieuwe wet

elke gemeente mag vrije school aanvaarden

godsdienst in lessenpakket

benoeming onderwijzers is vrij

gevolgen

uitbouw uitgebreid net van vrije katholieke scholen

verzuiling op andere gebieden

1914: leerplicht tot 12 jaar, later tot 14 jaar

middelbaar onderwijs

vrijheid van schoolkeuze is afhankleijk van financiele toestand ouders

vrije scholen geen of weinig subsidies

na WO2 meer nood aan goed onderwijs

tweede schoolstrijd

1950: CVP parlement

vrije scholen toegankelijker: subsidies, wedden gelijk met staatsonderwijs

1954: socialisten en liberalen, achiel van acker

verminderen subsidies

nieuwe rijksscholen

compromis

alleen coalitieregering mogelijk met compromis

1958: schoolpact

democratisering onderwijs, onderwijs tot 18j kosteloss

vrijheid van onderwijs

vrijheid van godsdienst

ondersteuning van alle geldig erkende vormen van onderwijs

gevolgen schoolpact

invloed op de begroting

kwantitatieve verbetering van middelbaar onderwijs

voor 1830

institutionering van de kerk: keizer constantijn (330)

officiele erkenning als staatskerk

middeleeuwen: theocratische maatschappij, god centraal

renaissance: mens centrale positie

verlichting (18e eeuw): rede, verzet tegen aboslute monarchie

franse revolutie: kerk verliest veel macht

napoleon: concordaat met de paus

koning willem 1: protestant, liberalen in opstand, willen eigen staat

1830: onafhankelijk belgie: zeer liberale grondwet

scheiding kerk - staat

vrijheid onderwijs

vrijheid godsdienst

Unionisme (1830-1846)

monsterverbond liberalen en katholieken: nieuwe staat zo goed mogelijk uitbouwen: gedoemd om te mislukken

consolidatie kerkelijke macht

aan invloed winnen door onderwijs en liefdadigheid

wet op lager onderwijs: elke gemeente verplicht lagere school

liberalen organiseren zich

1846: congres: strikte scheiding kerk en staat realiseren

liberale partij

organisatie openbaar onderwijs moet onder leiding van burgerlijk gezag

twee srijdende kampen

klerikalen

antiklerikalen

klerikaal en antiklerikaal

antiklerikalen of geuzen

tegen inmenging van de kerk in staatszaken

verdedigers van de staat

liberale vrijdenkers

socialisten

klerikalen: papen en daensisten

verdedigen vrijheid en persoonlijk geweten

katholieke partij

grote conservatieve vleugel onder charles woeste

kleine kern sociaal en vlaams bewogen mensen

christene volkspartij: daensisten

situatie nu: lees blz 77-78