af Mirjam Jacobs 1 måned siden
266
Mere som dette
Doelstellingen: Stichting Zorgplatform Geranós streeft ernaar om de kwaliteit van zorg en de doelmatigheid van de zorg te verbeteren en de efficiëntie te verhogen door middel van de inzet van e-health technologieën in de thuiszorg. De organsiatie volgt de ontwikkelingen van e-health en bespreekt periodiek welke e-health toepassingen wenselijk zijn om in te zetten.
Geimplementeerde E-Health toepassingen:
Wondzorgapp: Hierin is een wondplan te raadplegen voor de behandeling van wonden en foto's van wonden voortgang te monitoren. Daarnaast kan er overleg plaatsvinden tussen zorgverleners en behandelaars om de beste zorg voor patiënten te waarborgen.
Medicatiezorg: Er zal een dubbele medicatiecontrole worden uitgevoerd bij alle medicatie die niet in een baxterzakje zit. Ook zal er gebruik worden gemaakt van een medicijndispenser om de juiste toediening van medicatie te waarborgen. Aanreiking van medicatie bij de zorgvrager thuis vind alleen plaats als er geen altenatieve e-health toepassing geschikt is.
Beeldzorg: Er zal gebruik worden gemaakt van beeldzorg voor intervisie van medewerkers, informatieoverdracht van richtlijnen en procedures, en om op afstand mee te kijken. Dit zal helpen om de kwaliteit van zorg te verbeteren en de efficiëntie te verhogen.
Ecd: Er zal een elektronisch cliëntendossier (ecd) worden gebruikt om informatie over patiënten op te slaan, richtlijnen en procedures te raadplegen, en rapportages te genereren. Het ECD is voor medewerkers, zorgvragers en voor mantelzorgers (met toestemming van de zorgvrager te raadplegen.
Informatiebeveiliging: Er zullen passende maatregelen worden genomen om de veiligheid en vertrouwelijkheid van patiëntgegevens te waarborgen. Dit omvat het gebruik van sterke authenticatie- en autorisatiemechanismen en het implementeren van protocollen voor gegevensbescherming en gegevensuitwisseling.
Opleiding en ondersteuning: Zorgverleners zullen worden opgeleid in het gebruik van e-health technologieën en er zal voortdurende ondersteuning worden geboden om ervoor te zorgen dat deze toepassingen effectief worden ingezet.
Evaluatie en verbetering: De effectiviteit van e-health toepassingen zal regelmatig worden geëvalueerd en er zullen verbeteringen worden aangebracht op basis van feedback van zowel zorgverleners als patiënten.
Met dit e-health beleid zal Stichting Zorgplatform Geranós in staat zijn om de kwaliteit van zorg te verbeteren en tegelijkertijd de efficiëntie te verhogen door middel van de inzet van moderne technologieën.
NEN EN ISO 9001_2015
NEN 7510-1 + A1:2020 Informatiebeveiliging in de zorg Deel 1: Managementsysteem
NEN 7510-2 Informatiebeveiliging in de zorg Deel 2: Beheersmaatregelen
In alle bovenstaande normen is de volgende tekst toegevoegd in paragraaf 4.1:
De organisatie moet bepalen of klimaatverandering een relevant onderwerp is.
Daarnaast is een opmerking toegevoegd aan paragraaf 4.2: Relevante geïnteresseerde partijen kunnen eisen hebben met betrekking tot klimaatverandering.
De bedoeling van paragraaf 4.1 en 4.2 blijft onveranderd: organisaties moeten alle interne en externe kwesties overwegen die hun managementsysteem kunnen beïnvloeden. Het amendement benadrukt nu specifiek dat klimaatverandering ook moet worden meegenomen omdat het een belangrijke externe factor is die organisaties nu moeten overwegen.
Interne audit 2024 15-02-2024
Advies:
· Gebruik de website Mijn Diploma’s bij het opvragen van een kopie diploma. Zie: Uittreksel diploma downloaden (duo.nl).
Interne audit 2023 24-5-2023
Advies 3.1
3.1 Algemene bevindingen
Advies 3.2
3.1 Specifieke bevindingen per onderdeel van het kwaliteitssysteem
Neem in de kwartaalrapportage ook de overstijgende acties op vanuit bijvoorbeeld meldingen commissie, cliëntenraad, managementoverleg. Zo is er één bron van waar uit verbetermanagement wordt beheerst en bewaakt.
B.01
B.02
B.03
B.04
B.05
R.01
Doelstellingen vanuit overleggen
Jaarlijkse evaluatie apotheek-thuiszorg Zenderpark IJsselstein
Thuiszorg Overleg - Apotheek IJsselstein
Notulen overleg apotheek en thuiszorg IJsselstein
Datum 12 februari 2024, 14:00-14:30
Zorgverleners overleg
Bevoegd en bekwaam
E-learning
Vakantie aanvraagsysteem
Mediatie Controle App • fouten met registreren
Vertrouwenspersoon
Le Papillon
LSR
ondernemingsraad
26-2-2024
Agenda punt 3
Mobiliteitsbeleid (reiskostenvergoeding)
De directie constateert dat er nog geen reactie is ontvangen op het voorstel wat op 29-10-2023 naar de OR is verstuurd.
De voorzitter geeft aan dat ze geen bevestiging had ontvangen op de vraag of er nog een actie van de OR verwacht werd.
Afgesproken wordt dat er nog een formele reactie van de OR volgt uiterlijk 04-03-2024
Ziekteverzuim
De verzuimcijfers zijn weer erg hoog.
Totaal over 2023 een verzuim van 16%, met bijbehorende kosten van € 142.908,18
In januari 2024 was het verzuim meer dan 16%, met bijbehorende kosten van € 20.161,97
De directie geeft aan het verzuimbeleid te willen aanscherpen.
De directie (Mirjam) deelt de informatie uit die na bespreking met de OR naar het personeel zal worden verstuurd. Mirjam geeft toelichting op de stukken.
Na bespreking en uitleg is de OR akkoord met de verzending naar het personeel.
CO2 registratie
De directie deelt informatie uit en legt uit dat het een maatregel van de overheid is in verband met het terugdringen van de CO2 uitstoot.
Er wordt gewerkt aan het klaar maken van ons systeem, zodat vanaf juli 2024 bijgehouden kan worden met welk vervoermiddel er gereisd is.
Nadere informatie volgt.
LSR
De directie deelt het verslag uit wat van de vertrouwenspersoon ontvangen is.
In 2023 zijn er geen meldingen van klanten bij de vertrouwenspersoon geweest.
Begroting 2024
De directie deelt de stukken uit aan de aanwezigen.
De directie (Efraïm) bespreekt een aantal posten uit de begroting en geeft daar uitleg bij.
In de begroting zijn de inkomsten voorzichtig geschat en bij de uitgaven is het hoge verzuimpercentage meegenomen. De personeelskosten (inclusief verzuim) zijn 91% van het totaal.
Op basis van deze begroting zal de organisatie een resultaat behalen van 3,4%.
Normaal is een resultaat tussen de 3,5% en 5%
WMO contract 2025 en verder
Op 05 maart 2024 is er een bijeenkomst bij de Gemeente, waarin duidelijk zal worden welke de voorwaarden zijn om vanaf 01-01-2025 een contract te krijgen. De directie verwacht dat klanttevredenheid en de financiële cijfers hier een onderdeel van zullen zijn.
Meer informatie volgt na 05-03-2024.
OR jaarverslag
De directie geeft aan dat er een Jaarverslag van de OR verwacht wordt.
De OR is gekozen door het personeel en moet het personeel informeren over wat ze gedaan/bereikt hebben.
De secretaris gaat dit oppakken.
De directie geeft aan dat de OR externe ondersteuning kan krijgen om de taken van de OR goed te kunnen invullen.
In de begroting is hier ook rekening mee gehouden.
De directie zal dit verder met de voorzitter uitwerken.
Delen Persoonsgegevens
De directie geeft aan dat er een opleidingsfonds Wijkverpleging is waar subsidie kan worden aangevraagd voor het begeleiden van leerlingen.
Voorwaarde is wel dat de organisatie (persoons)gegevens van de leerlingen moet delen met de subsidieverstrekker.
In verband met de privacy is hier instemming van de OR en toestemming van de leerling voor nodig.
De OR stemt in; de organisatie moet aan de voorwaarden voldoen bij het vertrekken van de gegevens.
Nieuwe leerlingen en bestaande leerlingen krijgen een brief waarin ze hierover geïnformeerd worden.
Klanttevredenheid
De directie (Mirjam) geeft aan dat er binnenkort een klanttevredenheidsonderzoek zal worden gehouden.
Het is de bedoeling dat de medewerkers het onderzoek doen.
De directie deelt een voorbeeld uit en bespreekt dit met de aanwezigheden.
Er zal een periode (week) bepaald worden, waarin het onderzoek zal plaatsvinden (vóór 22-0-2024).
De OR is akkoord met deze werkwijze.
Afgesproken wordt dat eerst de informatie over het klanttevredenheidsonderzoek naar het personeel wordt verstuurd en daarna de informatie over het aanscherpen van het verzuimbeleid.
Jaar verslag OR 2023
Vergaderingen
Map OR
Meldingen commisie
Aantal meldingen
Medicatiefouten
1 medicatiefout bij 1 client
Valincidenten
Bij 14 cliënten, waarbij bij 1 client 3 maal een melding In totaal 17 valincidenten.
Overig
Kleine ongelukje in huis
1 meldingen bij 2 cliënten
Overzicht 1-1-2023 tot en met 31-12-2023
Medicatie controle Boomerweb Enovation
1-1-2023 tot en met 31-12-2023
Verslag commissie meldingen 2023
Medicatiefouten
Het aantal gemelde medicatie incidenten en aantal aandachtspunten is laag. De rapportages uit Boomerweb Enovation tonen bij mislukte toedieningen en afgekeurde toedieningen een laag percentage.
Op medicatie zijn er voor 2024 geen aandachtspunten.
Valincidenten
Het aantal valincidenten ten opzichte van het aantal zorgvrager in zorg is relatief laag. Toch wil de meldingen commissie voor 2024 een plan maken om het aantal valincidenten laag te houden om dit veel impact heeft op de kwaliteit van leven.
Overzicht 1-1-2024 tot en met 29-2-2024
Medicatie controle Boomerweb Enovation
Verslagen
Onderwerp: Verslag Werkoverleg VIM (Voortgangs- en Incidenten Management)
Datum: [datum van het werkoverleg]
Tijd: [tijdstip van het werkoverleg]
Locatie: [locatie van het werkoverleg]
Aanwezig:
Afwezig:
Agendapunten:
Verslag:
managementoverleg
Leren is leuk
Ziekteverzuim
Leveranciers
Conexus
Boomerweb heeft Medimo overgenomen Medicatie Contole app stopt in Q2 2024 Alle thuiszorgorganisaties worden in Q2 overgezet naar Medimo
ZZP-ers
Dashboard Mediquest
Analyse Dashboard Mediquest
Januari 2024
PREM Wijkverpleging
Tot nog toe heeft de organisatie te weinig respondenten om de organisatie te vergelijken met het landelijke gemiddelde.
Spoedeisende hulp bezoeken en ongeplande ziekenhuisopnames
Spoedeisende hulp bezoeken (N Totaal: 23)
Het % cliënten met wijkverpleging dat de Spoedeisende hulp heeft bezocht.
Teller: Het aantal unieke cliënten met wijkverpleging dat de spoedeisende hulp heeft bezocht 3 maanden na de start van wijkverpleging (van minimaal 3 opeenvolgende maanden wijkverpleging) tot 3 maanden na de stop van wijkverpleging.
Noemer: Het aantal unieke cliënten met minimaal 3 opeenvolgende maanden wijkverpleging in het verslagjaar.
Ongeplande ziekenhuisopnames (N Totaal: 23)
Het % cliënten met wijkverpleging dat een ongeplande ziekenhuisopname heeft gehad.
Teller: Het aantal cliënten met wijkverpleging dat een ongeplande ziekenhuisopname heeft gehad 3 maanden na de start van wijkverpleging (van minimaal 3 opeenvolgende maanden) wijkverpleging tot 3 maanden na de stop van wijkverpleging.
Definitie ongeplande ziekenhuisopname:
Noemer: Het aantal unieke cliënten met minimaal 3 opeenvolgende maanden wijkverpleging in het verslagjaar
Zorgplatform Geranós
Verschil onze organisatie t.o.v. het landelijk gemiddelde voor spoedeisende hulp bezoeken 8,4%
Verschil onze organisatie t.o.v. het landelijk gemiddelde voor ongeplande ziekenhuisopnames 5.6%
Per gemeente
Het management heeft na het bestuderen van het dashboard besloten dat hier geen verdere acties uit voortkomen.
Ongeplande ziekenhuisopnames
Q3 2021 t/m Q2 2022
Score en benchmark 2022
U ziet de aanbevelingsvraag (in cijfers) van uw organisatie en daaronder de afzonderlijke vragen uit de PREM Wijkverpleging. Dit zijn casemix gecorrigeerde scores. Dat wil zeggen dat de scores gecorrigeerd zijn op een aantal kenmerken, zoals leeftijd en geslacht, wat maakt dat de data landelijk vergelijkbaar is. Dit heeft als gevolg dat er geen filtermogelijkheden zijn.
De sterrenscore is afhankelijk van je gecorrigeerd gemiddelde score en het betrouwbaarheidsinterval. Het gecorrigeerd gemiddelde is de ruwe score gecorrigeerd voor casemix factoren, dat is de waarde die u ziet staan. Het betrouwbaarheidsinterval is een maat voor de onzekerheid in je data. Deze is afhankelijk van de spreiding in je data en het aantal respondenten (N). Een 95 betrouwbaarheidsinterval is een percentage waarmee je aangeeft hoeveel kans er is dat de gemeten variabele tussen bepaalde waarden ligt. Dit tonen we verder niet.
Als je 1 ster scoort, valt het gehele betrouwbaarheidsinterval onder de landelijk gemiddelde score en daarmee wijk je significant negatief af van het landelijk gemiddelde. Bij 2 sterren ligt de landelijke gemiddelde score in het betrouwbaarheidsinterval en wijk je niet significant positief of negatief af van het landelijk gemiddelde. Scoor je 3 sterren, dan ligt het gehele betrouwbaarheidsinterval boven de landelijk gemiddelde score en daarmee wijk je significant positief af van het landelijk gemiddelde. Scoort u onder het gemiddelde? Dan is er ruimte voor verbetering.
In 2022 scoort onze organisatie gelijk aan het landelijk gemiddelde (bijna overal 2 sterren). Bij vraag vaste zorgverleners wijkt onze organisatie positief af van het landelijk gemiddelde (3 sterren). In 2022 scoort onze organisatie gelijk aan het landelijk gemiddelde (bijna overal 2 sterren). Bij vraag vaste zorgverleners wijkt onze organisatie positief af van het landelijk gemiddelde (3 sterren).
Conclusie
Het management besluit gen verdere acties op deze benchmark uit te zetten.
Analyse Dashboard Mediquest
Januari 2024
PREM Wijkverpleging
Tot nog toe heeft de organisatie te weinig respondenten om de organisatie te vergelijken met het landelijke gemiddelde.
Spoedeisende hulp bezoeken en ongeplande ziekenhuisopnames
Spoedeisende hulp bezoeken (N Totaal: 23)
Het % cliënten met wijkverpleging dat de Spoedeisende hulp heeft bezocht.
Teller: Het aantal unieke cliënten met wijkverpleging dat de spoedeisende hulp heeft bezocht 3 maanden na de start van wijkverpleging (van minimaal 3 opeenvolgende maanden wijkverpleging) tot 3 maanden na de stop van wijkverpleging.
Noemer: Het aantal unieke cliënten met minimaal 3 opeenvolgende maanden wijkverpleging in het verslagjaar.
Ongeplande ziekenhuisopnames (N Totaal: 23)
Het % cliënten met wijkverpleging dat een ongeplande ziekenhuisopname heeft gehad.
Teller: Het aantal cliënten met wijkverpleging dat een ongeplande ziekenhuisopname heeft gehad 3 maanden na de start van wijkverpleging (van minimaal 3 opeenvolgende maanden) wijkverpleging tot 3 maanden na de stop van wijkverpleging.
Definitie ongeplande ziekenhuisopname:
Noemer: Het aantal unieke cliënten met minimaal 3 opeenvolgende maanden wijkverpleging in het verslagjaar
Zorgplatform Geranós
Verschil onze organisatie t.o.v. het landelijk gemiddelde voor spoedeisende hulp bezoeken 6,9%
Verschil onze organisatie t.o.v. het landelijk gemiddelde voor ongeplande ziekenopnames 0.2%
Per gemeente
IJSSELSTEIN scoort lager dan het gemiddelde van andere organisaties
Voor de spoedeisende hulp scheelt het 3% en voor ongeplande ziekenhuisopnames is het verschil 10,1%
NIEUWEGEIN scoort beter dan het gemiddelde van andere organisaties
Voor de spoedeisende hulp scoort onze organisatie 16% beter en voor ongeplande ziekenhuisopnames 8.9%
Het management heeft na het bestuderen van het dashboard besloten dat hier geen verdere acties uit voortkomen.
Vakantiekrachten
Resultaat de werving heeft te weinig kandidaten opgeleverd. Er waren veel sollicitanten, zelfs na direct telefonisch contact leverde dit zelfs geen gesprek op. Ook het opsturen van invuldocumenten leverde geen extra medewerkers op
Evalueren Plan van aanpak opstellen
Raad van toezicht
Raad van Toetzicht uitbreiden naar minimaal 5
governance
Volgen cursus Governance Class Erasmus universiteit
Intern overleg
Inventarisatie huidige huishoudelijke ondersteuning en Evaluatie huishouden WMO
actie voor enquête: - Plan van aanpak Q3 - mogelijke optie vragenlijst integreren in ECD
Vakantieperiode
Intervisie scholing
Intervisie
Q1 28/3 Doelmatigheid
2022 2 intervisie bijeenkomsten 24/2 2022
Presentatie suicide
Ruimte nieuwe klanten
Zorg
Q1-2024
Q4 '23 Voor het vinden van heeft de organisatie zich aangemeld op Zorgdomein (24/11 '23) en VIP live (20/6 '18) Op 15/11 '23 is er gezamenlijk besloten om te stoppen met het leveren van thuiszorg in Zeist per 1 mei 2024
Q2 Zeer beperkt Voorkeurstijd meestal niet mogelijk Voor zorgvragers die vanwege de kwaliteit van zorg op specifieke tijden nodig hebben is eigenlijk geen ruimte
Q1 Zeer beperkt Voorkeurstijd meestal niet mogelijk Voor zorgvragers die vanwege de kwaliteit van zorg op specifieke tijden nodig hebben is eigenlijk geen ruimte
Q1-2024 Wachttijd 6- 8 weken
Beschikbaarheidswijzer wordt wekelijks besproken en de beschikbaarheid per gemeente wordt zo nodig aangepast.
Voor de social professionals van de gemeenten is het steeds moeilijker om nieuwe klanten bij aanbieders te plaatsen.
Q2-2023 wachtijd 6-8 weken
Q1-2023 wachtijd 4-6 weken
Expertgroep Arbeidsmarkt
Digitale Overlegtafel RBL Wmo HO
18-04-2024
Teams overleg
clientenraad
Actiesvanuit de externe audit
2023 2024
Melden van incidenten door medewerkers
Risico inventarisatie cliënten
Intervisie en overleg
Inwerk procedure
Onder de aandacht brengen van het klachtenreglement
1. De interne klachtenprocedure duidelijker op de website beschrijven; 2. De interne en externe klachtenprocedure duidelijker beschrijven in het ECD; 3. De interne en externe klachtenprocedure benoemen tijdens het intake gesprek en cliënten verwijzen naar de website of het ECD om dit terug te kunnen lezen; 4. Cliënten bij aanvang van de zorg een brief sturen waarin die interne en externe klachtenprocedure wordt beschreven
Externe audit
Verbeterpunten
Het lijkt erop dat het toepassingsgebied geactualiseerd kan worden 2.5. Werkgebied De organisatie levert zorg en diensten in provincie Utrecht. Op de website is te raadplegen welke produkten in welke postcode geleverd worden.
Norm rechten van de cliënt
De GGrU concludeert dat Geranós deels voldoet aan de norm rechten van de cliënt, omdat een
passend privacy beleid is opgesteld, medewerkers worden geïnformeerd over gewenste
omgangsvormen rondom privacy en bejegening en omdat er een interne en externe
klachtenmogelijkheid is. Hoewel de klachtenmogelijkheid bestaat, worden cliënten niet voldoende
geïnformeerd over het bestaan en het verloop van de klachtenmogelijkheid. Via de website van
Geranós wordt de externe klachtenprocedure onder de aandacht gebracht, maar het verloop van
de interne klachten procedure blijft onduidelijk. Om volledig te voldoen aan deze norm is het dus
van belang dat er meer transparantie ontstaat over de klachtenprocedure. Dit kan op drie
manieren gedaan worden:
1. De interne klachtenprocedure duidelijker op de website beschrijven;
2. De interne en externe klachtenprocedure duidelijker beschrijven in het ECD;
3. De interne en externe klachtenprocedure benoemen tijdens het intake gesprek en cliënten
verwijzen naar de website of het ECD om dit terug te kunnen lezen;
4. Cliënten bij aanvang van de zorg een brief sturen waarin die interne en externe
klachtenprocedure wordt beschreven
Verzorgingsgebied:
De volgende postcodes vallen binnen ons verzorgingsgebied:
IJsselstein: 3400, 3401, 3402, 3403, 3404,
Nieuwegein: 3430, 3431, 3431, 3433, 3434, 3435, 3436, 3437, 3438, 3439
Vianen: 4130, 4131, 4132
Verzorgingsgebied Verzorging & verpleging
De volgende postcodes vallen binnen ons verzorgingsgebied:
IJsselstein: 3400, 3401, 3402, 3403, 3404,
Nieuwegein: 3430, 3431, 3431, 3433, 3434, 3435, 3436, 3437, 3438, 3439
Cliënten waarbij op basis van postcode geen zorg geboden kan worden
Evaluaties van zorg worden halfjaarlijks uitgevoerd. Incidenteel is dit niet in het dossier opgenomen. ZVW en WLZ Evaluatie is ook het bijstellen van de OMAHA assesment in samenspraak met de cliënt. Daarnaast staan er periodieke evaluaties bij de OMAHA gebieden.
Veelal zal de zorg door de tijd heen veranderen. Wat de situatie ook is, wij zullen er voor zorgen dat de zorg op ieder moment passend blijft. Vanuit uw kant kunt u de gewenste zorg makkelijk bijstellen of beëindigen.
Hier te raadplegen: verzorging & verpleging -> Flexibiliteit
Een enkele actie komt niet terecht in de kwartaalrapportage Volgens ons is hij bij
website klachtenreglement actualiseren Laatste versie: maart 2023 Zowel klachtenreglement als klachtenfolder
Te raadplegen:
• Huishoudelijke ondersteuning -> Relevante informatie -> Complimenten of klachten
• Verzorging & verpleging -> Ons aanbod -> Complimenten en klachten
• In de footer van de website
Over ons -> Vertrouwenspersoon -> Vertrouwenspersoon cliënten
• Contactformulier op website op elke pagina
Wij doen er alles aan om onze cliënten tevreden te houden. Door uw waardering, klacht en/of compliment verbeteren wij onze dienstverlening continue.
Compliment
Wilt u uw waardering uiten voor een medewerker of de organisatie? Dit kunt u persoonlijk doen of via de beschikbare contactopties. Wij sturen uw bericht graag door naar de medewerker.
Klacht
Laat u ons gerust weten als u u niet geheel tevreden bent. Wij kijken graag samen met u naar een oplossing. U kunt ook de externe vertrouwenspersoon van het LSR om advies of ondersteuning vragen.
Klik hier als u onze Informatiefolder Indienen klacht wilt raadplegen.
Klachten functionaris
Is het gesprek met Zorgplatform Geranós niet bevredigend? Dan heeft Geranós als lid van de brancheorganisatie SPOT een onafhankelijke klachtenfunctionaris. Deze RMI-mediator neemt de klacht in ontvangst, informeert over de klachtenregeling en bemiddelt bij de afwikkeling van de klacht. Meer informatie is te vinden op onze website en die van SPOT over de Wkkgz Klachtenregeling SPOT en het Reglement Geschilleninstantie Zorggeschil.
Gezien de ontwikkelingen, bepaal toepassingsgebied van het KMS/scope voor de HCA • Ondersteunende begeleiding wel/niet in scope • Beeldzorg als product of middel Wij zijn van mening dat beeldzorg een Produkt is en daarom 8.3 uit de scope moet
Incidenteel ontbreken er in de WLZ dossiers HH de verwijzing naar de hoofdaannemer (Interzorg)
De organisatie gaat starten met ontwikkeling van nieuwe eHealth toepassingen in de zorg, dit valt onder de normelementen ontwerp en ontwikkeling, waardoor deze voor de HCA wel van toepassing gaan worden. Bewijs van opvolging: Zie conformiteitsdocument bij par. 8.3 Zie interne audit (link hiernaast)
Actiesvanuit de interne audit
Interne Audit zelf & Referentiesysteem KMS - ISO-9001-2015
Voldoen aan NEN 7510 Voor nu zijn hier veel vragen en onduidelijkheden over in de sector, te bureaucratisch (en paarse krokodil) voor kleine organisaties. Maar goed om via brancheorganisatie ontwikkelingen en gezamenlijke standpunt te volgen/te bepalen. Zie voor de norm (gratis te downloaden): NEN 7510: Informatiebeveiliging in de zorg - ICT in de zorg - Zorg & Welzijn.
Prospecteve risicoanalyse uitvoeren Bij de invoering van beeldzorg is het aan te raden hiervoor een prospectieve risicoanalyse uit te voeren. Hierbij kan het toetsingskader vanuit de IGJ m.b.t. toepassen e-health goed gehanteerd worden. Actie uitgezet in september 2023 bij 7.2.b. Geranós wil de doelmatige inzet van zorg in de ZVW verbeteren bij het onderdeel beeldzorg zie link hiernaast Zie: Toetsingskader 'Inzet van e-health door zorgaanbieders' | Toetsingskader | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (igj.nl).
Niet van toepassingsverklaring normelement 8.3
Niet van toepassingsverklaring normelement 8.3:
Ook bij de introductie van beeldzorg blijft normelement 8.3 niet van toepassing. Normelement 8.3. is alleen van toepassing als een organisatie productontwikkeling als structureel proces binnen haar organisatie heeft ingeregeld (in toepassingsgebied dient dit dan ook te worden opgenomen). Dit is hier niet het geval, is een eenmalige activiteit en betreft een al bestaand uitgewerkt concept.
Bij introductie is het wel van belang om te bepalen waar risico’s zitten (ISO 6.1 Acties om risico’s en kansen op te pakken), of er aanvullende eisen zijn vanuit stakeholders (en wet- en regelgeving)(ISO 4.2 Inzicht in de behoeften en verwachtingen van belanghebbenden en 8.2.3 Beoordeling van de eisen voor producten en diensten) en dat de invoering gepland verloopt (ISO 6.3 Planning van wijzigingen).
Beeldzorg product of middel
Beeldzorg product of middel:
Beeldzorg wordt gezien als een middel om de thuiszorg efficiënter te organiseren en niet als een product. Het is één van de mogelijkheden om thuiszorg in te zetten. Wat betreft beheersing valt beeldzorg dan ook onder normelement 7.1.3 Infrastructuur.
Acties vanuit de directiebeoordeling
ZZP-ers Tevreden over leveranciers. Werken nu met twee ZZP-ers. Één zzp-er is loondienst getreden. Dataconcept Met Dataconcept nu in overleg voor maatwerkaanpassingen. Boomerweb Boomerweb is overgenomen door Enovation, De Medicatie Controle app stopt in Q1 2024. Deze wordt vervangen door Medimo. Zorgspoor Sinds Q4 2023 leverancier. Tot deze beslissing is de organisatie gekomen met de intentie om beter zorgvragers op postcode niveau te kunnen werven.
Tevreden met uitkomsten.
Dashboard Mediquest PREM Wijkverpleging Over het algemeen de afgelopen jaren te weinig respondenten om te kunnen vergelijken met het landelijk gemiddelde. Behalve bij Interzorg in 2022. De organisaties presteren op niveau van het landelijk gemiddelde. Op het onderdeel vaste zorgverleners beter dan het landelijk gemiddelde. SEH en ziekenhuisopnames De organisaties presteren op nieveau van het landelijk gemiddelde. Op enkele onderdelen zelfs beter dan het landelijk gemiddelde.
Evaluatie Wmo Afgelopen jaar niet gedaan
PREM 2023 PREM Wijkverpleging Tevreden met de resultaten PREM Belastbaarheid mantelzorgers
PREM Evaluatie Wmo Dashbord Mediquest
Evaluatie resultaten 2023
Verder implementeren van NEN-7510.
Verder implementeren van NEN-7510. Deze actie is in 2023 niet opgepakt Acties zijn opgepakt en eventueel afgehandeld in kwartaalrapportage.
Directie beoordeling zelf
Algemene conclusie
Het kwaliteitssysteem is geschikt, passend en doeltreffend.
Rapportages van de betreffende inspectie
Acties zijn indien nodig weggezet in de kwartaalrapportage
De huidige werkwijze om risico’s en kansen te bepalen en acties in te zetten via de drie niveaus vanuit SWOT-analyse, PRI en op individueel cliëntniveau is logisch en goed werkbaar.
Beleidsplan (incl. Context- en SWOT-analyse) PRI (kwaliteitshandboek) Kwartaalrapportage
De geschiktheid van de middelen
De huidige middelen zijn geschikt en voldoende mate voorhanden. We hebben een abonnement op de Vilans-protocollen, ons kwaliteitssysteem is actueel en ons automatiseringssysteem is voor nu voldoende. We zijn tevreden met het pand waarin we nu zitten. Goede locatie en ruim. E-learning: Afgelopen periode zijn twee e-learningsystemen geëvalueerd. Made Easy en SPOT 365. Gekozen is om over te gaan naar SPOT (prijstechnisch beter en gebruiksvriendelijker). Uitvraag bij WMO medewerkers leverde op dat zij liever fysiek training/scholing aangeboden krijgen. Dit is opgepakt in de kwartaal rapportage.
Via overlegstructuren voldoende aandacht voor in voldoende maten en van juiste kwaliteit zijn van de werkomgeving en materialen
Managementoverleg
Evaluatie deskundigheid, professioneel handelen en opleidingsbehoefte (analyse van het personeelsbeleid)
Via kwartaalrapportage bewaking ingeregeld. Wat betreft deskundigheid en professioneel handelen is de regel dat alle zorgmedewerkers opgenomen zijn in het kwaliteitsregister en dat zij de geldende Vilans-protocollen hanteren. Hiermee is ook het juiste opleidingsniveau geborgd. De ZorgRI&E wordt gehanteerd. Acties zijn benoemd en zijn opgepakt voor de coöperatie en waar van toepassing door onze leden. Er zijn geen speciale acties uit ingediende MIM-meldingen.
Beleidsplan 2023-2025 Kwartaalrapportage (kennismanagement) Kwaliteitsregister (VenVN)
Informatie over de kwaliteitsprestaties (inclusief trends)
De prestaties van externe leveranciers
Tevreden over leveranciers. Werken nu met drie ZZP-ers. Met DataConcept nu in overleg voor maatwerkaanpassingen. Boomerweb blijft aandachtvragen, is geaccepteerd (overstappen voor nu geen optie (geeft te veel druk op organisatie)).
Leveranciersbeoordeling Dossier ZZP-ers
De klanttevredenheid en feedback van relevante stakeholders
Tevreden met uitkomsten. Waren verbaasd dat ondanks zware periode met personeelskrapte de resultaten mooi waren, cliënt weet het en is flexibel.
Systeem werkt naar tevredenheid. Evaluatie WMO wordt zelf uitgevoerd, wel arbeidsintensief. Veel gegevens hebben we als organisatie geen invloed op, maar wel mooi praatstuk richting gemeente.
PREM Evaluatie WMO
De resultaten van de in- en externe audits
Voor nu geen overstijgende acties nodig. Vanuit GGD rapport nog enkele acties open, maar zijn onder de aandacht.
Systeem werkt naar tevredenheid. Audits worden volgens planning uitgevoerd en geeft voldoende zekerheid over werking kwaliteitssysteem binnen coöperatie. Acties worden via kwartaalrapportage gepland en bewaakt.
Verslag interne audit Verslag externe audit Verslagen inspecties (waaronder GGD en IGJ)
De resultaten van de monitoring en meting/procesprestaties en kwaliteit van zorg- en/of dienstverlening
Systeem werkt naar tevredenheid. Hebben KPI’s bepaald en zijn via kwartaalrapportage onder de aandacht.
Afwijkingen en corrigerende maatregelen
Geen overstijgende acties nodig.
Systeem werkt naar tevredenheid.
Conexus (in kwaliteitsbeheer worden afwijkingen geregistreerd) Commissie meldingen (overleg 4 x jaar) Verslagen vertrouwenspersonen (cliënten en medewerkers)
Het beleid van en de cultuur binnen de organisatie
Doelen opgenomen in kwartaalrapportage en worden conform afspraken bewaakt en geëvalueerd en eventueel bijgesteld.
Systeem werkt naar tevredenheid. Bewust gekozen om maar uit te werken tot 2025. Dit gezien de snel veranderende markt (steeds nieuwe vragen/opdrahten vanuit financiers. De missie, visie en kernwaarden zoals vastgelegd in ons kwaliteitssysteem zijn nog steeds actueel en sluiten aan bij de weg die we willen inslaan naar 2025.
Beleidsplan 2023-2025 Jaarverantwoording
Veranderingen in externe en interne factoren die relevant zijn voor de organisatie
Verder implementeren van NEN-7510.
In 2023 beleidsplan geactualiseerd. Sindsdien geen grote wijzigingen meer plaatsgevonden. Op het moment loopt er vanuit de IGJ traject om te beoordelen of organisaties voldoen aan de NEN-7510. Nu ingericht conform AVG, verdere uitrol naar informatiebeveiligingsmanagementsysteem moet nog verder gestalte krijgen (nu niet hoogste prioriteit).
Werkt naar behoren, zijn afdoende op de hoogte van ontwikkelingen. Eventuele verbeteracties zijn doorgezet naar de kwartaalrapportage.
Beleidsplan 2023-2025 (incl. Context- en SWOT-analyse)
Evaluatie acties die zijn voortgekomen uit vorige directiebeoordelingen/ terugblik afgelopen jaar
Acties
-
Evaluatie resultaten
Acties zijn opgepakt en eventueel afgehandeld in kwartaalrapportage.
Evaluatie werking systeem
Werkt naar behoren. Alle acties kunnen worden opgenomen en beheerd via de Mindmap.
Gegevensbron(nen)
Doelstellingen vanuit beleidsplan
7.5 Verbeteren inspraak en evaluatie cliënten
7.5.a. Verbeteren van de cliëntinspraak door inzet van een focusgroep voor cliënten
7.4 Vergaande digitalisering van processen om de administratieve lasten te verkleinen en de efficiëntie te verhogen.
Siilo
Evaluatie Siilo
Monitoren van wonden door het gehele team via Siilo bevalt goed. Steeds meer multidisciplinaire overleggen met ergotherapeuten en casemanagers dementie. Per zorgprofessional van buiten de organisatie worden een groep aangemaakt met de naam van de cliënt
Start Sillo voor beveiligd overleggen voor:
Groepen voor overleg over opleiding zoals ROC MN BBL, Zorg op Maat, Zorg van de Zaak
Zorgteam Geranós Zorgteam Interzorg
Medewerker met kantoor
MDO
7.3 Binden en boeien (vergroten van de betrokkenheid) van medewerkers
7.3.c. Verbeteren van de kwaliteit van zorg en opleidingen door regelmatige evaluatie en feedback
Evaluatie e-learning
Scholing 365 via Spot ExpertCollege
Evaluatie E-learning Made Easy 19-04-2023 Contract loopt af in april 2024
Evaluatie E-learning Made
Huishoudelijk medewerkers
Huishoudelijk medewerkers geven dat e-learning niet goed bij hen past om verschillende redenen:
Zorg medewerkers
Zorgmedewerkers geven aan dat het prettig is om vragen te blijven beantwoorden tot je het certificaat hebt behaald.
Tevens blijven de modules ook zichtbaar en kan je op elk moment de module opnieuw maken. Daarom is voor zorgmedewerkers ook de keuze gevallen op Scholing 365 via Spot Expert College.
Na april 2024 zal de organisatie stoppen met E-learning Made Easy.
Zorgmedewerkers
Zorg medewerkers
Zorgmedewerkers geven aan dat het prettig is om vragen te blijven beantwoorden tot je het certificaat hebt behaald.
Tevens blijven de modules ook zichtbaar en kan je op elk moment de module opnieuw maken. Daarom is voor zorgmedewerkers ook de keuze gevallen op Scholing 365 via Spot Expert College.
Huishoudelijk medewerkers geven dat e-learning niet goed bij hen past om verschillende redenen:
7.3.b. Zorgen voor voldoende gekwalificeerd personeel door het aantrekken en behouden van goede medewerkers en het bieden van opleidingsmogelijkheden
Opleidingsmogelijkheden
Subsidie voor 10 BBL-plekken
Aantal BBL-ers
Verpleegkundige mbo 4
Ikrame el Mazyani start per 1 september 2023
Zakaria Bendada 20230223 per 20230322 Hasnae el Kandoussi 20230415 per 20230609
Mounir Mazouzi 20230320 Mohamed Mohamed Amin Akhiat plek aangeboden maar nog geen reactie
Marie Briones 20230201 Nadia Aouam 20230201 Jannie Bolk 20230201 gaat per 1 augustus 2023 intramuraal werken
Mounir Mazouzi 20230320 Hasnae el Kandoussi 20230415
Madelon Belder 20220901 per 31012023 Suly Burgos Bone 20221107 per 14-05-2023
Maatschappelijke Zorg niv 4
Zakaria Bendada 20230223 per 20230322
Versneld
Mounir Mazouzi 20230320
Verzorgende IG
Gestopt
Madelon Belder 20220901 per 31012023
Zorg op maat
Daphne Borgsteyn- Makkee 20220901 Rhonda de Lang 20220713 Mandy Dix 20220713
Voltijd
Marie Briones 20230201 Nadia Aouam 20230201 Jannie Bolk 20230201
Leerbanenmarkt Stagemarkt
Oktober
01-01-2023 - 31-12-2023:
• 5 plaatsen Verzorgende IG en/of Begeleider maatschappelijke zorg niveau 3
• 5 plaatsen Helpende Zorg en Welzijn BOL
• 5 plaatsen Helpende Zorg en Welzijn BBL
04-03-2023-03-03-2027
• 5 plaatsen Verzorgende IG en/of Begeleider maatschappelijke zorg niveau 3
• 5 plaatsen Mbo-Verpleegkundige
• 5 plaatsen combi opleiding mbo verpleegkundige/Persoonlijk begeleider maatschappelijke zorg
• 5 plaatsen Persoonlijk begeleider maatschappelijke zorg niv 4
(2 ingevuld)
• Verzorgende IG en of Begeleider maatschappelijke zorg
Geen wijzigingen
01-01-2023 - 31-12-2023: • 5 plaatsen Verzorgende IG en/of Begeleider maatschappelijke zorg niveau 3 • 5 plaatsen Helpende Zorg en Welzijn BOL • 5 plaatsen Helpende Zorg en Welzijn BBL 04-03-2023-03-03-2027 • 5 plaatsen Verzorgende IG en/of Begeleider maatschappelijke zorg niveau 3 • 5 plaatsen Mbo-Verpleegkundige • 5 plaatsen combi opleiding mbo verpleegkundige/Persoonlijk begeleider maatschappelijke zorg • 5 plaatsen Persoonlijk begeleider maatschappelijke zorg niv 4 • Verzorgende IG en of Begeleider maatschappelijke zorg
Geen wijzigignen
01-01-2023 - 31-12-2023: • 5 plaatsen Verzorgende IG en/of Begeleider maatschappelijke zorg niveau 3 • 5 plaatsen Helpende Zorg en Welzijn BOL • 5 plaatsen Helpende Zorg en Welzijn BBL
Erkenningen S-bb
Erkenningen • Assistent dienstverlening (25741) (niveau 1) per 7-2-2022 • Begeleider maatschappelijke zorg (25780) (niveau 3)per 7-2-2022 • Helpende Zorg en Welzijn (25498) (niveau 2) per 22-4-2010 • Mbo-Verpleegkundige (25655) (niveau 4) per 12-1-2023 • Persoonlijk begeleider maatschappelijke zorg (25779) (niveau 4) per 2-2-2023 • Verzorgende IG (25656) (niveau 3) per 20-7-2011 • VMBO - Boris (19009) (LWT) per 15-3-2022
Erkenningen • Assistent dienstverlening (25741) (niveau 1) per 7-2-2022 • Begeleider maatschappelijke zorg (25780) (niveau 3) per 7-2-2022 • Helpende Zorg en Welzijn (25498) (niveau 2) per 22-4-2010 • Mbo-Verpleegkundige (25655) (niveau 4) per 12-1-2023 • Verzorgende IG (25656) (niveau 3) per 20-7-2011 • VMBO - Boris (19009) (LWT) per 15-3-2022
Uitbreiding
MBO verpleegkunde
Maatschappelijke zorg
Gesprek vierjaarlijkse beoordeling 03-02-2022
7.3.a. De kennis en expertise moet beter verdeeld worden over de hele organisatie
Mindomo presentatie
Mindomo presentatie maken Informatie zorg medewerkers
Mindomo prestentatie: Informatie huishoudelijk medewerkers
7.2 Verhogen van de efficiëntie en kostenbesparingen door middel van innovatie en gebruik van nieuwe technologieën en preventie
7.2.b. Geranós wil de doelmatige inzet van zorg in de ZVW verbeteren
Wondzorg
Monitoren van wonden door het gehele team via Siilo bevalt goed.
Wondzorg nu via Sillo
Wondzorg appe van Boomerweb stopt per 31-01-2023
Testresultaten nog niet opgelost 3 juli afspraak overname van Medimo door Boomerweb plus bespreken status problemen met Medicatie Controle App
Testen dubbele controle 06-04-2023
Mail info@geranos 23-03-2023 10:53
Beste Petra,
Bedankt voor de prettige kennismaking en het overleg van afgelopen dinsdag. In dit overleg hebben we verschillende problematiek besproken waar de zorgmedewerkers/gebruikers van Geranós al een tijdje tegen aan lopen. Hierbij korte samenvatting van ons overleg:
Hierbij een aantal opties voor een testmoment van 13:00 tot 15:00 uur:
Overleg met Boomerweb
Beeldzorg
Q4
Prospectieve risicoanalyse Bij de invoering van beeldzorg is het aan te raden hiervoor een prospectieve risicoanalyse uit te voeren. Hierbij kan het toetsingskader vanuit de IGJ m.b.t. toepassen e-health goed gehanteerd worden. Zie: Toetsingskader 'Inzet van e-health door zorgaanbieders' | Toetsingskader | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (igj.nl).
Plan van aanpak maken in Q3 Uitrol in Q4
Gebruikerstraining 23-03-2023
7.2.a. Geranós wil meer preventie initiatieven ontwikkelen
7.1 Ontwikkelen van een flexibele schil van medewerkers voor de inzet in de WMO
Voldoende vakantiekrachten werven voor de huishouding
Werving vakantie krachten
3
December
November
October
Q3
September
Augustus
Juli
Q2
Juni
17 kandidaten Heeft maar geleid tot aanname van 5 vakantie krachten, waarvan 1 zeer kortdurend omdat de afspraken niet nagekomen werden. (Boukje Bijlsma, Nawar Houssaini, Fleur Koopman, Lisa Rossum, Lieke Tersteeg)
Mei
Werving vakantie krachten Via Indeed en facebook 23 kandidaten
April
Q1
Maart
Februari
Januari
Vanuit medewerkersperspectief
Acties vanuit de externe audit Inwerkprocedure Overleg
Overleg
Inwerkprocedure
Medewerkerstevredenheid meten Q1 2024
Vanuit klantperspectief
Indicatoren Kwaliteitskader Wijkverpleging • Prem uitvoeren ZVW • Belastbaarheid mantelzorg • Kwetsbaarheid • Ongeplande ziekenhuisbezoeken • Prom kwaliteit van leven
Jaarlijks
Dashboard Kwaliteitskader Wijkverpleging
Interzorg
Spoedeisende hulp bezoeken
Q3 2021 t/m Q2 2022
Ongeplande ziekenhuisopnames
Q3 2021 t/m Q2 2022
2022 Genoeg respondenten
Zorgplatform Geranós
Spoedeisende hulp bezoeken en ongeplande ziekenhuisopnames
Dashboard Mediquest Spoedeisende hulp bezoeken Q3 2021 t/m Q2 2022
Dashboard Mediquest Ongeplande ziekenhuisopnames Q3 2021 t/m Q2 2022
PREM
2022 Te weinig respondenten
2020 EN 2021 Te weinig respondenten
Planning uitvoeren PREM
Kwetsbaarheid Waarschijnlijnlijk geen indicatoren voor risico op vallen, ondervoeding, incontinentie, dementie, depressie en eenzaamheid.
PROM
Wijkverpleging
Belastbaarheid mantelzorgers
Bij elke zorgvrager met huishouding (vanuit de Wmo, de Wlz of anders) wordt er minimaal 1 maal per jaar de tevredenheid gemeten.
56% 2023
56% 394/706
9. Zou u onze huishoudelijke ondersteuning via de WMO aanbevelen aan andere mensen die soortgelijke hulp nodig hebben?
Promoters: > 7
Passieven: 6 of 7
Critici:
8. Heeft u ondersteuning nodig bij het aanvragen van meer uren of meer producten?
7. Welke producten zijn door het WMO-loket van de gemeente geïndiceerd? En bij welke producten heeft u ondersteuning nodig?
6. Is de hoeveelheid tijd die geïndiceerd is door de gemeente nog passend?
4. Was de hulp die u ontving vriendelijk en respectvol?
3. Hoe tevreden bent u over de hulp die u heeft ontvangen voor huishoudelijke ondersteuning?
De tevredenheid van zorgvragers die zorg ontvangen vanuit de WMO of HH vanuit de WLZ is > 4
De NPS score WMO en WLZ HH >30
Actie van uit externe audit van 17/4 2023 Bij elke zorgvrager wordt er minimaal 1 maal per jaar ondersteuningsplan vanuit de WMO geëvalueerd en een risico inventarisatie uitgevoerd
42,5% 2023
24 mei 2023
42,5% 300/706
X
2025
2024
dec
nov
okt
sep
aug
juli
jun
mei
apr
mrt
feb
jan
1. Normen, wetgeving en informatiebronnen 2. Kwaliteitsregistraties (per procedure)
Normen wetten en regelgeving
Fraude
VNG (VNG, z.d.)
NZA (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2022b)
Netwerken
Dementie netwerk
Netwerk palliatieve zorg
NPZ Noordwest Utrecht (Palliaweb, z.d.-a)
NPZ Utrecht stad en Zuidoost Utrecht (Palliaweb, z.d.-b)
Brancheorganisatie
Governancode Zorg (BoZ, 2022)
lid van SPOT
Verantwoording
Wet normering topinkomens (Wet normering topinkomens - BWBR0032249, 2022)
Jaarverantwoording in de zorg (CIBG, 2022b)
Interzorg regulier
Stichting Zorgplatform Geranós
2022
Arbeidsomstandigheden
Arbeidsomstandighedenwet (ARBO) (Arbeidsomstandighedenwet - BWBR0010346, 2022)
Arbeidsinspectie
ARBO DIENST
CAO
Ri&E
Vertrouwenspersoon medewerkers, Le Papillon (Le Papillon, 2020)
Werkhouding VVT (A+O VVT, z.d.)
ARBO VVT (A+O VVT, 2022)
Medezeggenschap/klachten
Wet Medezeggenschap Zorgvragers Zorginstellingen (BWBR0043098 (WMCZ)) (Besluit Wmcz 2018 - BWBR0043098, 2021)
Klanttevredenheid
Zorgkaart nederland
Interzorg Regulier (Interzorg, z.d.)
Zorgplatform Geranós (Stichting Zorgplatform Geranós, z.d.)
Net Promoter Score (Qualiview, z.d.)
PREM (Zorginstituut Nederland, z.d.-a)
Vertrouwensperoon Zorg (LSR, 2022)
Clientenraad, wordt ondersteund door het LSR
LSR (LSR, z.d.)
Wet op de ondernemingsraden (BWBR0002747 (WOR)) (Wet op de ondernemingsraden - BWBR0002747, 2022)
Ondernemingsraad
Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (BWBR0037173 (Wkkgz)) (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg - BWBR0037173, 2022)
Klachtenregeling SPOT (SPOT, 2020)
Zorgafspraken
Zorgovereenkost en algemene leveringsvoorwaarden (ActiZ en Zorgthuis, z.d.)
Algemene Verordening Gegevensbescherming (Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming - BWBR0040940, 2021)
Autoriteit persoongegevens (Autoriteit persoonsgegevens, z.d.)
VOG
Privacy reglement
Meldplicht datalekken (Autoriteit Persoonsgegevens, z.d.-c)
functionaris gegevensbescherming (Autoriteit Persoonsgegevens, z.d.-a)
Verwerkingsregister (Autoriteit persoonsgegevens, z.d.-b)
Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (BWBR0007021 (WGBO)) https://wetten.overheid.nl/BWBR0007021/2006-02-01
Niet aangaan of beëindigen van de geneeskundige behandelingsovereenkomst (KNMG, 2021)
Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) Deze wet is in de maak
NEN (NEN, z.d.)
Kwaliteit van zorg
Meldingsplicht
Meldingsplicht infectieziekten (RIVM, z.d.-a)
Meldcode (Movisie, het Nederlands Jeugdinstituut en Augeo Foundation, 2022)
Toezicht bij calamiteiten WMO (GGDrU, z.d.-a)
IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, 2021a)
Toetsingskaders
Zorgverzekeraars
Controle plannen per verzekeraar
GGDrU (GGDrU, z.d.)
IGJ Toetsingskader 'Inzet van e-health door zorgaanbieders'
NEN
E-health Stichting Zorgplatform Geranós streeft ernaar om de kwaliteit van zorg en de doelmatigheid van de zorg te verbeteren en de efficiëntie te verhogen door middel van de inzet van e-health technologieën in de thuiszorg. De organsiatie volgt de ontwikkelingen van e-health en bespreekt periodiek welke e-health toepassingen wenselijk zijn om in te zetten.
Thema: informatiebeveiliging en continuïteit
Thema: informatiebeveiliging en continuïteit
Norm
Waarop let de IGJ?
Thema: samenwerken in het netwerk en elektronisch vastleggen en uitwisselen van gegevens
Thema: samenwerken in het netwerk en elektronisch
vastleggen en uitwisselen van gegevens
Norm
Waarop let de IGJ?
Thema: cliëntparticipatie
Thema: cliëntparticipatie
Norm
Waarop let de IGJ?
Thema: invoering en gebruik van e-health-producten en diensten
Thema: invoering en gebruik van e-health-producten en diensten
Norm
Waarop let de IGJ?
Thema: goed bestuur en verantwoord innoveren
Thema: goed bestuur en verantwoord innoveren
Norm
Waarop let de IGJ?
IGJ Toetsingskader Toezicht op de wijkverpleging
Goed bestuur (IGJ en NZa, 2020)
Vecozo (Vecozo, z.d.)
Persoonlijk certificaat
Bedrijfscertificaat
Zorginkoopportaal
Declareren
Berichtenverkeer WMO
Controle op verzekeringsgegevens
Controle
NZa administratieve organisatie Juiste declaratie
IGJ kwaliteit (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, 2021b)
Governance code (BoZ, 2022)
Raden
Raad van Bestuur
Raad van Toezicht
RIVM (RIVM, z.d.)
Hitteplan (RIVM, z.d.-a)
Infectieziekten
Raamovereenkomst voorbehouden handelingen LHVMN (LHV Midden-Nederland, z.d.)
Alle huisartsen in het werkgebied
1 maal convenant controleren
Convenant medicatieproces
Apotheken aangesloten bij: Apothekersvereniging Midden-Nederland
1 maal per jaar controleren
20230701
Zeist
Apotheek De Clomp
BENU Apotheek Zeist West
De Utrechtsche Apotheek
Apotheek van Zanten
BENU Apotheek Vollenhove
Alphega apotheek Hoge Dennen-Kerckebosch
BENU Apotheek van Lennep
IJsselstein
BENU Apotheek Nieuwpoort
BENU Apotheek Achterveld
BENU Apotheek IJsselveld
Service Apotheek Zenderpark
Nieuwegein
Apotheek de Galecop
Apotheek Nieuwegein
Alphega apotheek de Roerdomp
Apotheek de Batau
Service Apotheek Fokkesteeg
St Antonius Apotheek Nieuwegein Transmurale apotheek Nieuwegein
Apotheek Vreeswijk
Leidraad Bekwaamheid bij medicatie geven in de langdurige zorg
Veilige principes in de medicatieketen
Dubbel controleren-lijst
Richtlijnen en websites apps zorgproffesional
Stoma app
Bijsluiters medicatie
Handboek enteralia
Farmacotherapeutischkompas.nl
Apotheek.nl
Beroepscode
CAO VVT app plus Arbo catalus ineen
Extrene links onder andere
A+O VVT
Infectierisico's
Vaccinatie
Corona
Griep
Hepatitis
PalliArts
Zorg voor beter
Triage
Is bedoeld voor intramuraal, wij gebruiken hem extramuraal.
Verpleegkundige richtlijnen (V&VN, z.d.-a)
Kwaliteitskaders (Zorg voor Beter, 2022)
Integraal zorgakkoord
Infographic Intergraal Zorgakkoord
Samemenvatting Integraal Zorgakkoord
Kader Passende zorg
Kwaliteitskader Palliatieve Zorg (IKNL, z.d.)
Addendum kwaliteitskader langdurige zorg thuis met een WLZ (ZorgthuisNL, 2021)
Wijkverpleging (Stuurgroep Kwaliteitskader Wijkverpleging, 2021))
Eisen
Bronnenlijst
Rosendal H., 2019. Expertisegebied Wijkverpleegkundige. Amsterdam: MullerVisual Communication, verkregen 18-7-2019
https://www.venvn.nl/media/2ofdarne/20190607-expertisegebied-wijkverpleegkundige.pdf
V&VN, 2011.
Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging. Utrecht: eigen beheer, verkregen 18-7-2019
https://www.venvn.nl/media/mc0hkvyp/20111129-richtlijn-verslaglegging-8-sept-2011.pdf
V&VN, 2014.
Normenkader voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving. Utrecht: eigen beheer, verkregen 18-7-2019
https://www.venvn.nl/media/a4jhj5yt/normenkader-v-vn.pdf
V&VN,.
Normenkader
https://www.venvn.nl/thema-s/wijkverpleging/normenkader/
V&VN geraadpleegd 8-6-2022
Werkdocument Kwaliteitskader Wijkverpleging, Utrecht: eigen beheer, verkregen 18-7-2019 https://www.venvn.nl/media/01mjx2yn/werken-met-kwaliteitskader-wijkverpleging.pdf
V&VN, 2019.
Begrippenkader Indicatieproces. Utrecht; eigen beheer, verkregen 18-7-2019 https://www.venvn.nl/media/lwdls4jg/begrippenkader-indicatieproces-def.pdf
V&VN, 2019.
Toolbox Indicatieproces:
https://www.venvn.nl/thema-s/wijkverpleging/toolbox-wijkverpleegkundigen
Handreiking Verpleegkundig Proces bij indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in eigen omgeving
https://www.venvn.nl/media/x3enwye5/handreiking-verpleegkundig-proces-jan-2020-def.pdf
V&VN | Wijkverpleging
Auteur: Corien Harder | versie januari 2020
Normenkader V&VN Utrecht juli 2014 (V&VN, z.d.)
Wetten
Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten - BWBR0040632, 2021)
Locatieregister (CIBG, 2022a)
Passen we niet toe en staan daarom niet in het register
Wet op de beroepen in de individuele Gezondheidszorg (BWBR0006251 (Wet BIG))
BIG-register (CIBG, z.d.)
Vilans protocollen beschikbaar
Wet toetreding zorgaanbieders (BWBR0043797 (Wtza))
Zorgaanbiedersportaal
ZG (Zorgaanbiedersportaal)
IZ Zorgaanbiedersportaal
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (BWBR0037173 (Wkkgz))
Informatiefolder Indienen klacht
Wkkgz Klachtenreglement SPOT
• Inbrengen, wijzigen en verwijderen van nieuwe, veranderde of vervallen documenten van het kwaliteitssysteem • Goedkeuren van documenten van het kwaliteitssysteem • Zorgen dat voldaan wordt aan de normen en wetgeving
Directie
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op: • Alle kwaliteitsdocumenten zijn beheerst; • De gegevens van zorgvragers en medewerkers zijn beschermd; • De relevante normen en wetgeving zijn geïnventariseerd en toegankelijk.
Subonderwerp
Produkten
2. Werkwijze
2 Werkwijze
Thuiszorg wordt door de organisatie verleend, gefinancierd door zowel de overheid, verzekeraar als via private financiering (particulier of via Persoonsgebonden budget (PGB)). Hierbij zijn de onderstaande opties mogelijk vanuit de verschillende financieringsstromen.
1. Doel
1 Doel/Resultaat
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
Dit document beschrijft het privacybeleid van [naam organisatie], een thuiszorgorganisatie die toegewijd is aan het beschermen van de privacy van haar cliënten en medewerkers. We streven ernaar om te voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en andere relevante wetgeving met betrekking tot gegevensbescherming.
We onderhouden een verwerkingsregister waarin alle verwerkingsactiviteiten van persoonsgegevens worden gedocumenteerd. Dit register bevat onder andere informatie over de doeleinden van de gegevensverwerking, de categorieën van betrokkenen en ontvangers, en de bewaartermijnen van de gegevens.
Voor elke externe partij waarmee persoonsgegevens worden gedeeld, sluiten we een verwerkingsovereenkomst af om ervoor te zorgen dat de gegevensbescherming gewaarborgd blijft. Deze overeenkomsten bevatten alle vereiste clausules zoals voorgeschreven door de AVG.
We hebben een functionaris gegevensbescherming aangesteld die verantwoordelijk is voor het toezicht houden op de naleving van de privacywetgeving binnen onze organisatie. De FG is beschikbaar voor vragen en opmerkingen met betrekking tot gegevensbescherming.
Voorafgaand aan het uitvoeren van gegevensverwerkingsactiviteiten die waarschijnlijk een hoog risico inhouden voor de rechten en vrijheden van individuen, voeren we een DPIA uit. Deze beoordeling helpt bij het identificeren en minimaliseren van risico's en zorgt ervoor dat passende maatregelen worden genomen om de privacy te beschermen.
We streven ernaar om te voldoen aan alle vereisten van de AVG, inclusief maar niet beperkt tot het verkrijgen van rechtmatige grondslagen voor gegevensverwerking, het waarborgen van transparantie en het respecteren van de rechten van betrokkenen zoals het recht op toegang, rectificatie en verwijdering van gegevens.
In het geval van een datalek, zullen we onmiddellijk actie ondernemen om het lek te beperken en de betrokkenen op de hoogte te stellen zoals vereist door de AVG. We zullen ook samenwerken met relevante autoriteiten en maatregelen nemen om toekomstige datalekken te voorkomen.
We erkennen het potentieel van Artificial Intelligence (AI) om de kwaliteit en efficiëntie van onze zorgverlening te verbeteren. Bij het gebruik van AI-algoritmen voor taken zoals patiëntmonitoring, ziektevoorspelling en behandelingsplanning zorgen we ervoor dat alle gegevensverwerking voldoet aan de vereisten van de AVG. Dit omvat het verkrijgen van toestemming van de betrokkenen indien nodig, het waarborgen van de nauwkeurigheid en transparantie van de gebruikte algoritmen, en het beschermen van de privacy van de betrokkenen.
Onze thuiszorgorganisatie maakt gebruik van verschillende systemen voor het beheer van cliëntgegevens, waaronder een Elektronisch Cliëntendossier (ECD), Sillo en de medicatiecontrole app van Enovation Boomerweb. We zorgen ervoor dat deze systemen voldoen aan de vereisten van gegevensbescherming en dat de toegang tot persoonsgegevens beperkt is tot geautoriseerd personeel.
Positionering van de FG
Uitgangspunten: rollen, processen en verantwoordelijkheden
Duidelijkheid essentieel voor succes
De rol van de functionaris gegevensbescherming (FG) als onafhankelijke interne privacytoezichthouder binnen een organisatie is essentieel voor de bescherming van de persoonsgegevens die deze organisatie verwerkt. Om de rol van de FG beter uit de verf te laten komen, is er behoefte aan meer duidelijkheid over de rollen en verantwoordelijkheden van de FG, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) als toezichthouder en de organisatie die gegevens verwerkt, de verwerkingsverantwoordelijke of verwerker (hierna: organisatie). Met dit visiedocument geeft de AP meer duidelijkheid over de verschillende rollen, verantwoordelijkheden en processen. Zodat de beroepsgroep verder kan professionaliseren.
De AVG over de FG
De FG heeft in art. 39 AVG belangrijke taken toebedeeld gekregen, zoals het informeren van de organisatie, het adviseren over verplichtingen die uit de AVG voortvloeien en toe te zien dat de AVG wordt nageleefd. Ook heeft de FG als taak om met de AP samen te werken. Om deze taken goed uit te kunnen voeren moet een FG deskundig zijn op het gebied van gegevensbescherming en van de verwerkingspraktijken bij de organisatie waar hij is aangesteld. Ook moet hij verslag kunnen uitbrengen bij het hoogste leidinggevende niveau van de organisatie. De FG moet zijn taken op onafhankelijke wijze uitvoeren. Dat betekent dat de FG door de organisatie in staat moet worden gesteld met voldoende middelen zijn taak uit te voeren, dat hij geen instructies mag krijgen met betrekking tot zijn FG-taken en dat de FG geen andere taken mag uitvoeren die mogelijk tot aantasting van zijn onafhankelijke positie leiden.
FG als adviseur
De FG is de interne, onafhankelijke privacyfunctionaris ten dienste van de organisatie. De organisatie is verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van het privacybeleid. De FG ziet toe op de naleving hiervan en brengt advies uit over de risico’s van bestaande verwerkingen en voorgenomen nieuwe producten en diensten.
FG als toezichthouder
De FG is de onafhankelijke interne toezichthouder. De FG controleert of de organisatie de AVG goed toepast en ziet erop toe dat betrokkenen hun privacyrechten kunnen uitoefenen. Problemen met compliance bespreekt de FG met de verantwoordelijke binnen de organisatie.
Middelen en toegang tot bestuur
Het bestuur van de organisatie waarborgt de onafhankelijke positie van de FG door deze op de juiste manier organisatorisch in te bedden, en de FG voldoende middelen en toegang tot het bestuur en de organisatie te geven. Ook zorgt de organisatie ervoor dat de FG vroegtijdig betrokken wordt bij zaken die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens. Problemen met middelen en positionering bespreekt de FG met het bestuur van organisatie. In het uiterste geval kan de FG om rugdekking vragen bij de AP. Dat kan wanneer de FG na herhaalde pogingen geen bevredigende reactie krijgt, bijvoorbeeld ontslagen dreigt te worden of anderszins ervaart dat zijn onafhankelijke positie onder druk komt te staan. De AP komt pas in beeld wanneer andere interventies van de FG geen soelaas hebben geboden. De AP kiest zelf wat de AP met dit verzoek doet.
Informatiepositie FG
Wanneer de AP contact heeft met een organisatie wordt de FG (direct of zo snel mogelijk erna ) hiervan op de hoogte gesteld. Het is de verantwoordelijkheid van de organisatie om de FG tijdig en naar behoren te informeren. De AP verwacht dat de organisatie deze plicht uiterst serieus neemt.
Klachten en escalatieladder
De AP gaat ervan uit dat betrokkenen (burgers, klanten, medewerkers) die er met de organisatie niet uitkomen, zich eerst tot de FG wenden voordat zij zich bij de AP melden. Het is niet verboden voor de betrokkene om zich direct bij de AP te melden, maar de AP wijst wel actief op de gewenste volgorde.
Start onderzoek
Besluit de AP een formeel onderzoek te starten, dan spreekt de AP vanaf dat moment niet met de FG over de inhoud van het onderzoek.
Gebruik inzichten
FG door AP De AP kan adviezen van de FG aan de organisatie bij de beeldvorming en oordeelsvorming betrekken.
FG als informatieknooppunt
Het is voor de FG niet gepast om in een juridische procedure namens de organisatie te spreken, omdat dit zijn onafhankelijke positie aantast. De organisatie kan wel voor het reguliere contact met de AP verzoeken om de FG als primair aanspreekpunt (informatieknooppunt) te laten fungeren. Afhankelijk van de fase en aard van het contact kan de AP dit toestaan.
Zorgplatform Geranós FG-nummer is FG014852
Interzorg Regulier FG-nummer is FG014857
Zorgdomein
Boomerweb
Data Concept IT
De definitie van complicatie is niet in regelgeving vastgelegd. De inspectie gebruikt de volgende definitie (gebaseerd op de literatuur):
Een onbedoelde en ongewenste uitkomst tijdens of volgend op het handelen van een zorgverlener, die voor de gezondheid van de cliënt zodanig nadelig is dat aanpassing van het (be)handelen noodzakelijk is, danwel er is sprake van onherstelbare schade.
Bij een complicatie is iets niet goed gegaan, waardoor een cliënt schade heeft opgelopen. Deze schade is een onbedoeld of ongewenst gevolg van zorg. De schade is niet gekomen omdat er iets niet goed is gedaan in de zorg. De zorg is goed gedaan (er is bijvoorbeeld volgens de richtlijnen/ professionele standaard gewerkt), maar heeft wel een onbedoelde of ongewenste uitkomst. Veel behandelingen zijn nu eenmaal niet zonder risico’s. De schade kan tot gevolg hebben dat de cliënt opnieuw medisch behandeld moet worden.
Er kan ook sprake zijn van onherstelbare schade. Complicaties kunnen inherent zijn aan de behandeling en behoren dan tot de aanvaardbare risico’s voor de cliënt. Complicaties hebben geen betrekking op de kwaliteit van zorg. Complicaties kunnen ernstig of zelfs fataal zijn. Voorbeelden van complicaties zijn:
De term complicatie is een bekende term binnen de curatieve zorg. Maar een complicatie kan ook betrekking hebben op gebeurtenissen die plaats vinden binnen de langdurige zorg.
Het optreden van decubitus ondanks adequaat uitgevoerde bedverpleging. De gemaakte afspraken om vallen te voorkomen zijn tijdig geëvalueerd, de afspraken zijn om vallen te voorkomen zijn tijdig geëvalueerd en de afspraken zijn in de praktijk nageleefd.
Alles is dus volgens de richtlijnen verlopen. Maar helaas valt de cliënt toch en loopt letsel op. Dan spreekt de IGJ van een complicatie. Er is iets niet goed gegaan, maar alle zorghandelingen zijn wel goed gedaan.
De Wkkgz gebruikt de volgende definitie voor een incident in de zorg:
Een niet beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en heeft geleid, had kunnen leiden, of zou kunnen leiden tot schade bij de cliënt.
We spreken van een incident als er in de zorg iets niet goed is gegaan, waarbij een cliënt schade heeft opgelopen, had kunnen oplopen of kan oplopen. Deze (mogelijke) schade is een onbedoelde en/of onverwachte uitkomst van zorg: er is iets niet goed gedaan (bijvoorbeeld onvoldoende handelen volgens de richtlijn/ professionele standaard).
Pas als de schade ernstig of fataal is, is er sprake van een calamiteit zoals bedoeld in de Wet kwaliteit. klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
MEDEWERKERS
KLANTEN
ZG
IZ
Medewerkers:
Zorgvragers:
Beide:
Clientondersteuning
Mee ook WLZ
Adviespunt Zorgbelang Amersfoort
Thuis in cliëntenondersteuning ook WLZ
7. Continue ontwikkeling De raad van bestuur en de raad van toezicht ontwikkelen permanent hun professionaliteit en deskundigheid.
7.3. Raad van toezicht
7.2.Evaluatie raad van bestuur door de raad van toezicht
7.1. Raad van bestuur
6. Verantwoord toezicht De raad van toezicht houdt toezicht vanuit de maatschappelijke doelstelling van de zorgorganisatie.
6.6. Accountant
6.5. Werkgever raad van bestuur
6.4. Functioneren van de raad van toezicht
6.3. Voordrachtsrecht
6.2. Benoeming en samenstelling van de raad van toezicht
6.1. Verantwoordelijkheid raad van toezicht
5. Goed bestuur De raad van bestuur bestuurt de zorgorganisatie gericht op haar maatschappelijke doelstelling.
5.6. Informeren(14) raad van toezicht
5.5. Besluitvorming
5.4. Risicobeheersing
5.3. Gerichtheid raad van bestuur
5.2. Bestuursverantwoordelijkheid
5.1. Verantwoordelijkheid
4. Inrichting governance De raad van bestuur en de raad van toezicht zijn ieder vanuit hun eigen rol verantwoordelijk voor de governance van de zorgorganisatie.
4.1. Verantwoordelijkheid voor governance en naleving van de code
3. Invloed van belanghebbenden De zorgorganisatie schept randvoorwaarden en waarborgen voor een adequate invloed van belanghebbenden.
3.4. Naleving code
3.3. Transparantie en verantwoording
3.2. Externe belanghebbenden
3.1. Medezeggenschap, invloed en advies
2. Waarden en normen De raad van bestuur en de raad van toezicht hanteren waarden en normen die passen bij de maatschappelijke positie van de zorgorganisatie.
2.6. Belangenverstrengeling
2.5. Signaleren misstanden
2.4. Inspraak, samenspraak en tegenspraak
2.3. Leren
2.2. Open aanspreekcultuur
2.1. Waarden en normen
1. Goede zorg De maatschappelijke doelstelling en legitimatie van de zorgorganisatie is het bieden van goede zorg aan cliënten.
1.4. Professionele ruimte en verantwoordelijkheid
1.3. Publiek speelveld
1.2. Private overeenkomst
1.1. Goede Zorg
ZVW
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
Besluit functionele zelfstandigheid
Veilige principes medicatieketen
Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten
De veilige vijf (tijdelijke adviezen rivm)
Klachten en melden incidenten wijkverpleging
Aanbieders van wijkverpleging zijn verplicht om ernstige incidenten te melden bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Het gaat dan om calamiteiten, geweld en ontslag wegens disfunctioneren. Daarnaast kunnen cliënten, mantelzorgers, naasten en andere betrokkenen klachten over de wijkverpleging melden bij het Landelijk Meldpunt Zorg. Een vermoeden van zorgfraude kunt u melden bij de Nederlandse Zorgautoriteit.
Controleprotocol
Caresq
2023
Eno
ASR
Algemene inkoopvoorwaarden (AIV) 2023 en Uniforme Declaratieparagraaf (UDP) versie
1.1 Wijkverpleging, ELV, GZSP en ZG welke zijn te vinden op de websites van Ditzo en
a.s.r.:
Aangesloten bij het netwerk palliatieve zorg en dementie netwerk
a. PTZ wordt ingezet bij Verzekerden met een levensbedreigende ziekte met een levensverwachting korter dan drie maanden die geen (medische) behandeling meer krijgen die gericht is op herstel. De indicatie voor PTZ wordt gesteld door minimaal een hbo-wijkverpleegkundige. De huisarts of medisch specialist geeft aan dat er sprake is van PTZ. Beiden worden vastgelegd in het zorgplan en/of dossier van de Verzekerde; Mocht de termijn van drie maanden overschreden worden, zal dit worden vastgelegd in het zorgplan en/of dossier van de Verzekerde.
e. Zorgaanbieder werkt samen met het regionale team of maakt gebruik van subregionale consultatievoorzieningen (TOPZ)
https://www.diakonessenhuis.nl/palliatieve-zorg
g. Zorgaanbieder is 24 uur per dag bereikbaar, wat betekent dat er op elk moment van de dag zorg geleverd kan worden, op afspraak en op afroep. De momenten waarop er geen verzorging of verpleging plaatsvindt en zorgverleners enkel aanwezig zijn zonder geneeskundige context, kunnen niet worden geïndiceerd of gedeclareerd.
4. Voor het inzetten van thuiszorgtechnologie gelden de volgende voorwaarden:
d. Directe contacttijd ten behoeve van begeleiding van medicatie, wordt niet vergoed als dit ook geleverd had kunnen worden middels medicijndispensers.
Medicijndispensers
c. Voor de inzet van medicijndispensers mag maximaal 1 uur per aangesloten Verzekerde per maand worden gedeclareerd via de prestatie thuiszorgtechnologie.
d. Directe contacttijd ten behoeve van begeleiding van medicatie, wordt niet vergoed als dit ook geleverd had kunnen worden middels medicijndispensers.
Controle prootcol 2022
2.3 Formele controle
Definitie van formele controle
Een formele controle is volgens de definitie in de Regeling zorgverzekering een onderzoek waarbij de zorgverzekeraar nagaat of het tarief dat door een zorgaanbieder voor een prestatie in rekening is gebracht:
- een prestatie betreft die is geleverd aan een bij die zorgverzekeraar verzekerde persoon;
- een prestatie betreft die behoort tot het verzekerde pakket van die persoon; - een prestatie betreft tot levering waarvan de zorgaanbieder bevoegd is;
- het tarief betreft dat voor die prestatie krachtens de Wet marktordening gezondheidszorg is vastgesteld of een tarief is dat voor die prestatie met de zorgaanbieder is overeengekomen.
Naast deze definitie wordt in het normenkader binnen het “Protocol Onderzoek Zvw met oplevering in 2016” door de NZa de volgende uiteenzetting gegeven.
De zorgverzekeraar heeft een inventarisatie gemaakt van alle toetsingspunten uit relevante wet- en regelgeving, die bepalend zijn voor de formele controle aspecten van alle kosten van prestaties die vallen onder de Zvw. De zorgverzekeraar heeft de volgende formele controle aspecten bij de inventarisatie betrokken:
a. de zorg is gedeclareerd voor een bij die zorgverzekeraar verzekerde persoon; b. de zorg behoort tot het verzekerde pakket Zvw van die persoon;
c. de zorg is geleverd door een bevoegde zorgaanbieder;
d. de zorg is gedeclareerd tegen het juiste tarief;
e. voldaan is aan eventueel geldende wettelijke indicatievoorwaarden voor de zorg;
f. de zorg niet in strijd is met eerder geleverde zorg op basis van de schadehistorie (o.a. samenloop farmacie/ DBC, gebruikstermijnen hulpmiddelen, dubbele declaraties);
g. voldaan is aan bepalingen uit de overige wet- en regelgeving (zoals Zvw, Regeling zorgverzekering, besluit zorgverzekering en NZa regels).
Naar aanleiding van bovenstaande hanteert a.s.r. de definitie zoals gegeven door de NZa in het normenkader, waarin naast de wettelijke formele controles tevens drie andere formele aspecten (e t/m f) worden betrokken.
Doel van formele controle
Doel van formele controles is om voldoende zekerheid te verwerven over de rechtmatigheid van een prestatie. De resultaten van de formele controle kunnen, afhankelijk van de bevindingen, zowel leiden tot actie in de richting van de zorgverlener, als in de richting van de verzekerde.
2.4 Materiële controle
Definitie van materiële controle
De (nadere) Regeling zorgverzekering geeft de definitie van materiële controles. Materiële controle betreft onderzoek, zoals beschreven in het “Protocol vereveningsonderzoek Zvw”, waarbij de zorgverzekeraar nagaat of de prestatie die is gedeclareerd ook is geleverd (feitelijke levering) en of de zorg die is geleverd de zorg was waarop de verzekerde het meest aangewezen was (terechte levering). Met andere woorden is materiële controle:
- Een onderzoek waarbij de zorgverzekeraar nagaat of de door de zorgverlener in rekening gebrachte prestatie is geleverd (‘rechtmatigheid’);
- En die geleverde prestatie het meest was aangewezen gezien de gezondheidstoestand van de verzekerde (‘gepast gebruik’).
Doel van materiële controle
Doel is om voldoende zekerheid te verwerven dat er geen sprake is van (substantiële) onrechtmatigheid en ondoelmatigheid in de gedeclareerde zorgverlening. De resultaten van de materiële controle kunnen, afhankelijk van de bevindingen, zowel leiden tot actie in de richting van de zorgverlener, als in de richting van de verzekerde.
2.5 Gepast gebruik
In Nederland is het thema ‘gepast gebruik’ en de controlerende rol daarbij van de zorgverzekeraar (dat wil zeggen: stelselmatige toetsing van de kwaliteit van de aan de verzekerden verleende Gezondheidszorg) steeds meer onder de aandacht gekomen. Dit is mede veroorzaakt door het feit dat bij verschillende partijen waaronder de politiek, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit, de verwachting bestaat dat een striktere hantering van gepast gebruik een substantiële bijdrage kan leveren aan de beheersing van kostenontwikkeling in de zorg. In het regeerakkoord zijn bezuinigingen opgenomen onder de noemer “toetsing rechtmatigheid van vergoeding conform Zvw”.
Definitie van controles in het kader van Gepast Gebruik
Afbakening gepast gebruik en verantwoordingsvereisten, gepast gebruik bestaat vanuit het oogpunt van de Basisverzekering gezien uit drie elementen: 1. Voldoet de gedeclareerde zorg aan de stand van wetenschap en praktijk Risico dat zorg niet voldoet aan wat binnen de wetenschap (evidence based) en praktijk (richtlijnconform handelen) gangbaar is.
2. Is de verzekerde redelijkerwijs op de zorg aangewezen (gepast gebruik). Bij dit risico op de terechte levering zijn de principes van stepped care van belang. Dat wil zeggen dat een bepaalde volgorde in de zorg wordt aangehouden. Er wordt pas naar zwaardere, ingrijpendere of duurdere zorg overgegaan als minder zware, ingrijpende of goedkopere zorg geen (verwacht) effect heeft.
3. Voldoet de gedeclareerde zorg aan de indicatievoorwaarden Risico dat zorg niet aan in de wetgeving expliciet opgenomen (indicatie)voorwaarden voldoet. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft aangegeven dit tot het domein van formele controle te beschouwen.
Deze drie elementen zijn een nadere aanvulling op de reeds onder de materiële controle vallende aspecten op het gebied van rechtmatigheid (is de zorg daadwerkelijk geleverd) en was de geleverde prestatie het meest aangewezen gezien de gezondheidstoestand van de verzekerde (gepast gebruik).
Doel van controles in het kader van Gepast Gebruik
Doel is om voldoende zekerheid te verwerven dat gedeclareerde zorg voldoet aan “stand van wetenschap en praktijk”, indicatievoorwaarden en dat verzekerde redelijkerwijs op de zorg is aangewezen. De resultaten van de controle kunnen, afhankelijk van de bevindingen, zowel leiden tot actie in de richting van de zorgverlener, als in de richting van de verzekerde.
Verkort toetsingskader wijkverpleging
Toetsingskader Telemonitoring volwassenen thuis
Toetsingskader 'Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie
Inzet van e-health door zorgaanbieders
Uitgebreide versie van het toetsingskader 'Inzet van e-health door zorgaanbieders'
Toetsingskader medicatieveiligheid januari 2021
Voor de inspectie zijn meldingen over gebeurtenissen waarbij iets mis is gegaan in de zorg een belangrijke bron van informatie. Voor zorgaanbieders zijn meldingen een belangrijk hulpmiddel om te leren van wat er mis is gegaan. Zo kunnen zij de kans dat dit nog een keer gebeurt verkleinen. De inspectie ziet erop toe dat zorgaanbieders calamiteiten melden en dat zij hiervan leren.
Ga voor informatie over melden en een overzicht van alle meldingen naar ‘Melden voor professionals’. Of ga direct naar:
Leiderschap, governance en management
Dit thema gaat over de aansturing en governance van de zorgorganisatie die faciliterend zijn voor kwaliteit.
Vereisten:
• De zorgorganisatie organiseert de zorg zo, dat dit leidt tot goede zorg. Daarbij faciliteert de organisatie zorgprofessionals om te leren en verbeteren en ondersteunt de organisatie de zorgprofessional in de afstemming met externe partijen en zorgprofessionals van andere zorgorganisaties.
• Elke Raad van Bestuur van een zorgorganisatie voor langdurige zorg thuis met een Wlzindicatie werkt volgens de geldende versie van de Zorgbrede Governance Code.
THEMA 5 – STUREN OP KWALITEIT De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.
5.3 De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.
5.3.1 De zorgaanbieder schept randvoorwaarden voor de wijkverpleging om bij te kunnen dragen aan kwaliteitsontwikkeling van de zorg.
5.2 De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.
5.2.1 De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende en deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en hun actuele zorgvragen.
5.2.2 De zorgaanbieder zorgt voor voldoende faciliteiten ter ondersteuning van de informatie-uitwisseling (zoals telefonische bereikbaarheid, ICT).
5.2.3 De zorgaanbieder heeft extra aandacht voor het volgen van hygiëne- en infectiepreventie protocollen tijdens het uitvoeren van de zorg in coronatijd.
• Wkkgz Artikel 2, 3, 4, 7, 2016.
• Uitvoeringsbesluit Wkkgz, Artikel 3.1, 2016; • Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.2.1, 6.2.2, 6.2.3, 6.3.1, 6.3.2, 6.3.3, 6.3.4, 6.3.5 en 6.3.6, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• Brancheorganisaties Zorg (BoZ) Governancecode Zorg 2017, principes 1, 2, 3 en toepassing in specifieke situaties.
5.1 De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.
5.1.1. De zorgaanbieder heeft een cliëntgerichte visie op en beleid over de zorgverlening door de wijkverpleging. Deze visie en het beleid zijn terug te zien in de praktijk.
5.1.2 De zorgaanbieder gebruikt kwaliteitsinformatie voor het cyclisch evalueren en bijstellen van de zorg, de visie en het beleid.
5.1.3 De zorgaanbieder betrekt de wijkverpleging, het interne toezicht en de cliëntenvertegenwoordiging bij de totstandkoming en bijstelling van de kwaliteit van zorg, de visie en het beleid.
5.1.4 De zorgaanbieder borgt de kwaliteit en veiligheid van zorg in coronatijd.
• Wkkgz Artikel 2, 3, 7, 9, 11, 13 t/m 17 en 18 t/m 22, 2016;
• Uitvoeringsbesluit Wkkgz, Artikel 6.1 en 7.1 t/m 7.3, 2016;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.2.1, 6.2.2, 6.2.3, 6.3.1, 6.3.2, 6.3.3, 6.3.4, 6.3.5 en 6.3.6, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• Brancheorganisaties Zorg (BoZ) Governancecode Zorg 2017, principes 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en toepassing in specifieke situaties.
THEMA 4 – PROFESSIONELE AUTONOMIE VAN DE WIJKVERPLEEGKUNDIGE De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.
5.3.1 De zorgaanbieder schept randvoorwaarden voor de wijkverpleging om bij te kunnen dragen aan kwaliteitsontwikkeling van de zorg.
5.3.2 De zorgaanbieder stimuleert en faciliteert mogelijkheden voor de wijkverpleging om te reflecteren op het eigen functioneren.
5.3.3 De zorgaanbieder benut (bijna)incidenten, (bijna)fouten en klachten voor het verbeteren van de zorg.
5.3.4 De zorgaanbieder besteedt aandacht aan morele dilemma’s, psychische belasting en rouwverwerking van zorgverleners en biedt daarbij ondersteuning.
4.2 De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.
4.2.1 De wijkverpleegkundige bevordert een lerende cultuur in het team en draagt bij aan kennisontwikkeling.
4.2.2 De wijkverpleegkundige bewaakt de kwaliteit van zorg binnen het team.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Wet BIG Artikel 3, 4 en 14, 1994.
• Kwaliteitskader wijkverpleging, paragraaf 5.4 en punten 6.2.2, 6.2.4, 6.3.1, 6.3.2, 6.3.4, 6.3.5 en 6.3.6, 2018;
• V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 3.1, 3.7 en 3.8, 2015;
• V&VN Expertisegebied wijkverpleegkundige, Aanvulling op het beroepsprofiel verpleegkundige. Laatst gewijzigd juli 2012.
4.1 De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.1
4.1.1 De wijkverpleegkundige indiceert, herindiceert en organiseert de zorg voor de cliënt. Dit doet zij zorgvuldig en op basis van de beroepsnormen.
4.1.2 De wijkverpleegkundige vertaalt de indicatie naar een individueel zorgplan.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Wet BIG Artikel 3, 4 en 14, 1994;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, paragraaf 5.4 en punten 6.1.4, 6.1.8, 6.2.3 en 6.2.4, 2018;
• V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving, normen 1 t/m 6, 2014;
• Toewerken naar voldoende gekwalificeerde verpleegkundigen in de wijkverpleging ‘Normen voor indiceren en organiseren van zorg’ De overgangsregeling is verlengd, ActiZ, BTN, V&VN, 2017; • V&VN Expertisegebied wijkverpleegkundige, Aanvulling op het beroepsprofiel verpleegkundige. Laatst gewijzigd juli 2012.
THEMA 3 – Veilige zorg thuis De cliënt krijgt deskundige en veilige zorg thuis.
3.7 Zorgverleners weten hoe zij persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruiken.
3.7.1 Zorgverleners weten wanneer zij persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruiken.
3.7.2 Zorgverleners weten hoe zij moeten handelen als een cliënt besmet is en weten waar de protocollen zijn waarin staat hoe te handelen als een cliënt besmet is, zowel voor COVID-19 als voor het norovirus.
3.7.3 Zorgverleners weten waar zij terecht kunnen met vragen over infectiepreventie.
3.7.4 De zorgaanbieder faciliteert dat de zorgverleners toegang hebben tot Persoons Beschermende Middelen voor de dagelijkse zorg voor de cliënt.
• Wkkgz, Artikel 2, 2016;
• LCHV Hygiëne adviezen thuiszorg, De Veilige Vijf, RIVM, 2019;
• LCI-richtlijn COVID-19, bijlage Uitgangspunten PBM bij verzorging, verpleging of medische handelingen buiten het ziekenhuis, 2021;
• Kader Goed Bestuur, NZa, IGJ, 2020.
3.6 Zorgverleners weten hoe zij handhygiëne moeten toepassen.
3.6.1 De voorzieningen voor de toepassing van handhygiëne voldoen aan de richtlijnen.
3.6.2 Zorgverleners weten hoe zij handhygiëne moeten toepassen.
3.6.3 Zorgverleners weten op welke momenten zij handhygiëne moeten toepassen.
• Wkkgz Artikel 2, 2016;
• LCHV Hygiëne adviezen thuiszorg, De Veilige Vijf, RIVM, 2019;
• WIP-richtlijn VWT Handhygiëne, 2016;
• Kader goed bestuur, NZa, IGJ, 2020.
3.5 De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige/verplichte zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige/verplichte zorg zorgvuldig en veilig uit.
3.5.1 De wijkverpleging herkent verzet en de oorzaken van probleemgedrag/onbegrepen gedrag van een cliënt. De wijkverpleging kent voldoende alternatieven om onvrijwillige/verplichte zorg te voorkomen.
3.5.2 Bij toepassing van onvrijwillige/verplichte zorg zorgt de wijkverpleging (zorgverantwoordelijke) voor een navolgbare afweging volgens het stappenplan in de Wzd en voor een periodieke evaluatie in de Wvggz. De vereiste disciplines zijn hierbij betrokken.
• Wkkgz art. 2 en art. 3;
• Wzd art. 5, 7, 9, 10, 11 en 12;
• Wzd: besluit zorg en dwang, art 2.2;
• Wvggz art. 3:2, art. 3:3 en art. 3:4 ;
• Burgerlijk wetboek 7: 466, lid 2 (Wgbo);
• Kwaliteitskader wijkverpleging, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• Beroepscode van verpleegkundigen en verzorgenden, 2015.
3.4 De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.
3.4.1 De wijkverpleging kent de ‘Leidraad Veilige zorgrelatie’ en handelt hiernaar.
3.4.2 De wijkverpleging kent de ‘Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling’ en handelt hiernaar.
• Wkkgz Artikel 2, 3, 8 en 11, 2016;
• Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, artikel 2, 2013;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.3, 6.1.6, 6.2.1, en 6.2.2, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• VWS Leidraad Veilige zorgrelatie, 2016;
• VWS V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 1.2, 1.7, 2.4, 2.7, 2.8, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6 en 3.7, 2015;
• VWS Basismodel Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling, geactualiseerde versie 2017;
• Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling, 2019.
3.3 De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.
3.3.1 De wijkverpleging voert het medicatieproces uit volgens de gemaakte afspraken binnen de organisatie en de wet en regelgeving.
3.3.2 Als de wijkverpleging de zorg voor de medicatie van de cliënt geheel of gedeeltelijk overneemt, beschikt de toediener altijd over een actuele toedienlijst van de apotheker.
3.3.3 De wijkverpleging gebruikt de toedienlijst en voert de dubbele controle voor risicovolle medicatie daar waar nodig uit volgens de gemaakte afspraken binnen de organisatie.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.4, 6.1.6 en 6.2.3, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• Veilige principes in de medicatieketen verpleging, verzorging en thuiszorg, , versie 2012- 2016;
• V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving, norm 4, 2014;
• V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 1.2, 1.4, 1.5, 1.7, 3.1, 3.2, 2015.
• Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten, 28 november 2019;
• De dubbel paraferen lijst (KNMP), onderdeel van de Veilige principes in de medicatieketen. www.knmp.nl/downloads/dubbelte-controleren-lijst.pdf;
• Landelijke instructie Voor Toediening Gereedmaken (VTGM) van medicatie in verpleeg- en verzorgingshuizen, april 2008;
• Leidraad Bekwaamheid bij medicatie geven in de langdurige zorg, december 2014;
• Voorbehouden handelingen in de (wijk)verpleging & verzorging, voorjaar 2019;
• Handreiking werkvoorraad geneesmiddelen 2011.
3.2 De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegtechnische handelingen die ze uitvoert.
3.2.1 De wijkverpleging is bevoegd en bekwaam voor de uitvoering van voorbehouden en risicovolle handelingen en voert deze volgens protocol uit. Een uitvoeringsverzoek is aanwezig bij voorbehouden handelingen.
3.2.2 De wijkverpleging past medische technologie veilig toe. Hierbij maakt zij gebruik van protocollen en richtlijnen. De keuze voor de toepassing van medische technologie neemt zij weloverwogen en in samenspraak met de cliënt.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Uitvoeringsbesluit Wkkgz Artikel 4.1, 2016;
• Wet BIG, Artikel 35, 1994;
• Besluit functionele zelfstandigheid, Artikel 2, 1997;
• Besluit Medische hulpmiddelen, Artikel 4, 1995;
• Europese richtlijn MEDDEV 2.12-1 rev.8, hoofdstukken 3.1.4 en 9, 2013;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.4, 6.1.6, 6.2.3 en 6.2.4, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving, norm 4, 2014;
• V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 1.2, 1.4, 1.5, 1.7 en 3.2, 2015.
3.1 De wijkverpleging signaleert risico’s in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico ’s met de cliënt.
3.1.1 De wijkverpleging signaleert en bespreekt risico’s voor de cliënt in zijn woonomgeving. Hieronder valt alles wat een cliënt nodig heeft om veilig te kunnen wonen.
3.1.2 De wijkverpleging helpt de cliënt een weloverwogen keuze te maken hoe om te gaan met de risico’s. De uiteindelijke keuze ligt bij de cliënt.
3.1.3 De wijkverpleging beoordeelt indien van toepassing of de thuissituatie geschikt en veilig is voor toepassing van onvrijwillige/verplichte zorg of alternatieven hiervoor. Dit is navolgbaar multidisciplinair besproken en vastgelegd.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.1, 6.1.2, 6.1.6 en 6.1.7, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving, normen 3 en 4, 2014;
• V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 1.7, 2.7 2015;
• ActiZ Ruimte scheppen voor welbevinden, pagina 11, 2015.
THEMA 2 – INTEGRALE ZORG De cliënt krijgt afgestemde zorg thuis.
2.3 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.
2.3.1 De wijkverpleging weet welke zorgverleners bij de cliënt betrokken zijn.
2.3.2 De wijkverpleging stemt de zorg af met andere zorgverleners.
2.3.3 De wijkverpleging neemt deel aan het lokale zorgnetwerk.
2.3.4 De wijkverpleging schakelt zo nodig interne- en externe expertise in bij het treffen van coronamaatregelen.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.5, 6.2.1, 6.2.2 en 6.3.6, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• KNMG Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg, aandachtspunten 1 tot en met 13, 2010;
• V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 3.1, 3.2, 3.5 en 3.6, 2015;
• V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving, norm 6, 2014;
• NPCF Informatieoverdracht in de keten voor (kwetsbare) ouderen, kwaliteitscriteria vanuit het perspectief van de (kwetsbare) ouderen, hoofdstuk 5, 2014.
2.2 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.
2.2.1 De wijkverpleging stemt de zorg rondom de cliënt onderling af.
2.2.2 De wijkverpleging werkt methodisch. Een actueel zorgdossier ondersteunt het leveren van integrale zorg.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.4, 6.1.5, 6.2.2, 6.2.3, 6.2.4, 6.3.1, 6.3.2, 6.3.3 en 6.3.6, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018; • V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 3.1, 3.5 en 3.8, 2015;
• V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving, normen 4 en 5, 2014;
• KNMG Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg, aandachtspunt 2, 4, 5, 7 en 9, 2010;
• V&VN Richtlijn verpleegkundige en verzorgende verslaglegging, Utrecht, 2011;
• Stuurgroep Bachelor of Nursing Bachelor-Nursing 2020, een toekomstbestendig opleidingsprofiel 4.0, paragraaf 1.3 en 1.4, 2015.
2.1 De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.
2.1.1 De wijkverpleging houdt bij de organisatie en uitvoering van de zorg rekening met de wensen en mogelijkheden van de informele zorgverleners.
2.1.2 De wijkverpleging signaleert en bespreekt mogelijke overbelasting van informele zorgverleners en onderneemt zo nodig actie.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.1, 6.2.1 en 6.2.4, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 2.8, 3.4, 3.5 en 3.6, 2015;
• ActiZ, Juridische aspecten van informele zorg, 2012;
• Mezzo Direct aan de slag met mantelzorgers! 8 praktische tips, www.mezzo.nl. Expertisecentrum mantelzorgers/V&VN.
THEMA 1 – CLIËNT CENTRAAL De cliënt ervaart dat de zorg thuis aansluit bij zijn behoefte en bijdraagt aan de kwaliteit van leven.
1.3 De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de wijkverpleging sluit daarop aan.
1.3.1 De wijkverpleging helpt de cliënt om eigen keuzes te maken over de zorg. De cliënt heeft inspraak in zijn zorgplan.
1.3.2 De cliënt krijgt begrijpelijke en actuele informatie over de zorg thuis.
1.3.3 De cliënt kan zijn zorgdossier op elk moment inzien.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.7, 6.1.8 en 6.3.4, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving, norm 3 en 5, 2014;
• V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 2.7, 2.9 en 2.11, 2015;
• KNMG Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg, aandachtspunt 2, 5 en 11, 2010; • ActiZ Eigen regie een sociaal begrip, 2014.
• Nivel De wijkverpleegkundige van vandaag en morgen, kennissynthese, rollen, samenwerking en deskundigheid van wijkverpleegkundigen, hoofdstuk 3, 2014.
• Vilans Zelfredzaamheid, handreiking voor wijkverpleegkundigen, 2013.
1.2 De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven.
1.2.1 De wijkverpleging houdt bij de zorg rekening met datgene wat in het dagelijks leven belangrijk is voor de cliënt.
1.2.2 De wijkverpleging stimuleert de cliënt om zo lang mogelijk zelfredzaam te zijn en sluit hierbij aan bij zijn mogelijkheden en beperkingen.
1.2.3 De cliënt krijgt zorg van een vast en overzichtelijk team.
1.2.4 De wijkverpleging bejegent de cliënt met respect en sluit aan bij zijn waarden en normen. De wijkverpleging biedt de cliënt geborgenheid, vertrouwen en begrip.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.2, 6.1.7 en 6.2.4, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving, norm 4, 2014;
• ActiZ, Ruimte scheppen voor welbevinden, pagina 7, punt 5, 2015.
1.1 De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.
1.1.1 De wijkverpleging heeft de zorgbehoeften van de cliënt voortdurend in beeld. Zij signaleert risico’s tijdig.
• Wkkgz Artikel 2 en 3, 2016;
• Kwaliteitskader wijkverpleging, punten 6.1.1, 6.1.7 en 6.2.4, 2018;
• Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie, 2018;
• KNMG Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg, aandachtspunt 11, 2010;
• V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving, norm 4, 2014;
• V&VN Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Leidraad voor je handelen als professional, punten 2.6 en 2.7, 2015;
• Stuurgroep Bachelor of Nursing Bachelor-Nursing 2020, een toekomstbestendig opleidingsprofiel 4.0, paragraaf 1.3 en 1.4, 2015;
Aanvulling:
• V&VN Richtlijn Eenzaamheid onder ouderen, 2021.
Kwaliteitskader
Client
Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie
Gebruik van informatie
Onderdeel van leren en verbeteren voor zorgprofessionals en zorgorganisaties zijn de waarderingen van de cliënten. Deze informatie is ook voor cliënten informatie bij het kiezen van een zorgorganisatie. Actief gebruik maken van informatie, uit verschillende bronnen, is dus voor verschillende stakeholders relevant.
In de praktijk wordt gezien dat leer- en verbeteracties per organisatie en zelfs per team enorm van elkaar kunnen verschillen. Om die reden is het noodzakelijk om zo veel mogelijk ruimte te bieden aan zorgorganisaties om een instrument te kiezen of te ontwikkelen dat aansluit bij de eigen leer- en verbetervragen. Wel dient het gekozen of ontwikkelde instrument voor het meten van de waarderingen van cliënten te voldoen aan een aantal voorwaarden. De voorwaarden zijn:
Het door de zorgorganisatie gekozen instrument voldoet aan de volgende eisen:
• Het instrument betrekt cliënten/naasten door middel van het stellen of invullen van vragen, gesprek of observatie.
• De onderwerpen uit het instrument sluiten aan bij wat cliënten en naasten belangrijk vinden.
• Het instrument geeft zicht op ervaringen en wensen van de individuele cliënt.
• Het instrument biedt alle cliënten, en als cliënten het zelf niet kunnen naasten, de mogelijkheid hun ervaringen in te brengen
• Ervaringen/resultaten zijn actueel (gaan over de huidige situatie en in ieder geval niet ouder dan 1 jaar) en anoniem en publiekelijk toegankelijk op locatieniveau.
• Het instrument helpt bij het gesprek over wensen, behoeften en ervaringen van cliënten en is bruikbaar voor leren en verbeteren. Voor de keuze en gebruik van het instrument gelden de volgende eisen in het proces:
• De cliëntenraad (ter instemming) en de ondernemingsraad of andere vertegenwoordiging van de werkvloer (ter advisering) zijn betrokken bij de keuze van het instrument. Vereisten:
• Elke zorgorganisatie van langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie dient in het kader van onderlinge landelijke vergelijkbaarheid vanaf verslagjaar 2020 minimaal één keer per jaar informatie over de Net Promotor Score (NPS) score van de eigen organisatie aan te leveren. Hiervoor mag ook de aanbevelingsvraag van Zorgkaart Nederland gebruikt worden.
• Elke zorgorganisatie van langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie dient minimaal één keer per jaar de cliëntervaringen te verzamelen met een instrument dat voldoet aan bovenstaande criteria.
Leren en verbeteren
Deze paragraaf gaat over de wijze waarop zorgprofessionals en zorgorganisaties op een lerende wijze zorg dragen voor optimale zorg en verzorging voor cliënten, daarbij gebruik makend van verschillende informatiebronnen. Leren en verbeteren is niet vrijblijvend; continu werken aan het verbeteren van kwaliteit is de norm voor een goede zorgorganisatie en voor professionele zorgverleners.
Vereisten:
• Er is voor alle zorgverleners voldoende tijd en ruimte om te leren en te ontwikkelen via feedback, intervisie, reflectie en scholing. De organisatie faciliteert dit zowel binnen de eigen organisatie, als waar nodig, ook buiten de organisatie door het inzetten van externe deskundigheid.
• Elke zorgorganisatie van langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie heeft voor 1-7-2019 na afloop van het betreffende jaar op bij hen passende en toegankelijke manier openbaar gemaakt hoe zij invulling geven aan de verschillende eisen uit het addendum. Zorgorganisaties bespreken met vertegenwoordigers van cliënten en medewerkers hoe zij invulling geven aan de eisen. De uitkomst stellen zij beschikbaar voor het zorgkantoor als basis voor de dialoog over de kwaliteit van de geleverde zorg. Elke zorgorganisatie die langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie levert maakt uiterlijk 1-7-2019 deel uit van een lerend netwerk met tenminste twee andere collega zorgorganisaties.
• Elke zorgorganisatie die langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie levert beschikt voor 1-72019 over een kwaliteitsmanagementsysteem.
Veiligheid
Cliënten kunnen rekenen op kwaliteit en veiligheid in het dagelijks handelen van de zorgprofessionals.
Vereiste:
• Veiligheidsthema’s (bijvoorbeeld medicatieveiligheid, valpreventie, toepassing medische technologie, veilige zorgrelatie en wanneer dat aan de orde is vrijheidsbeperkende maatregelen) zijn indien relevant onderdeel van gesprek geweest tussen zorgprofessional en cliënt bij de bespreking van het zorgleefplan. Daarnaast vormt dit ook onderdeel van gesprek tussen de verschillende zorgprofessionals die betrokken zijn bij de cliënt.
• De zorgaanbieder zorgt dat zorgprofessionals de zorg veilig en volgens vigerende richtlijnen kunnen bieden (zoals bijvoorbeeld rond infectiepreventie, vrijheidsbeperkende maatregelen, voldoende ruimte en hulpmiddelen om cliënten te verzorgen, voldoende bekwaam en bevoegd personeel, ondersteunende ICT etc.)
Wonen en welzijn
Zorgprofessionals en zorgorganisaties dienen in de zorg- en dienstverlening oog te hebben voor het verantwoord thuis ontvangen van de zorg voor de cliënt. Hierbij speelt de zorg van lichaam een geest van de cliënt een rol maar is de woon- en leefomgeving, waarin de cliënt de zorg ontvangt, eveneens van groot belang voor de kwaliteit van leven en het verantwoord ontvangen van zorg thuis. Naast dat het voor de cliënt belangrijk is om oog te hebben voor de woon- en leefomgeving, is dit ook van belang voor de zorgprofessional zelf als het om arbeidsomstandigheden gaat. Beide zoals passend bij zorg in de thuissituatie en met respect voor de cliënt en diens naasten.
Vereisten:
• Vijf thema’s (zingeving, zinvolle dagbesteding, schoon en verzorgd lichaam plus verzorgde kleding, familieparticipatie & inzet vrijwilligers en wooncomfort) zijn leidend bij kwaliteitsverbetering op het terrein van wonen en welzijn.
• De noodzaak tot woningaanpassingen vormen onderdeel van het gesprek tussen de zorgprofessional en de cliënt als het gaat om verantwoord thuis blijven wonen.
Verantwoord thuis wonen
Belangrijk onderdeel van langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie vormt de inschatting of de zorg nog verantwoord en veilig thuis geleverd kan worden.
Vereisten:
• De zorgorganisatie informeert de cliënt over de zorg die geleverd kan worden in de thuissituatie en zorgt voor de randvoorwaarden om te komen tot integrale zorg. Zij maakt daarvoor afspraken met de betreffende betrokken professionals om te komen tot veilige en verantwoorde zorg.
• De zorgprofessional begeleidt de cliënt om verantwoord thuis te kunnen blijven wonen. Daarbij is aandacht voor de borging van de 24-uurs toezicht of zorg in de nabijheid, de rol van de mantelzorger(s) en de afstemming in de wijk met andere zorgprofessionals, zoals beschreven in het zorgleefplan.
• De cliënt bespreekt het mogelijk verloop van zijn/haar gezondheidstoestand met de zorgprofessional. De cliënt mag advance care planning verwachten.
Multidisciplinaire aanpak
De zorgvraag bij langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie betreft vaak, maar niet altijd, een multidisciplinaire zorgvraag. Bij de cliënt zijn, behalve de directe naasten, vaak verschillende disciplines betrokken bij de zorgverlening. De afstemming over de zorgverlening en een goede inschatting van risico’s vormen daarmee een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van de zorgverlening. Uitgangspunt daarbij is dat de juiste geneeskundige zorg beschikbaar en bereikbaar moet zijn voor alle cliënten, ongeacht waar zij wonen.
Vereisten:
• De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de zorgprofessional samenwerkt in de zorg. Daarvoor stemt de zorgprofessional af met andere zorgprofessionals (van zowel binnen als buiten de eigen zorgorganisatie) als met het informele netwerk.
• Een cliënt bepaalt zelf wie (welke zorgaanbieder) zijn eerste aanspreekpunt is voor het organiseren van de zorg thuis. Deze zorgorganisatie is dan de coördinator zorg thuis. • Als er sprake is van een Wlz-indicatie voor langdurige zorg thuis mag de cliënt verwachten dat er de mogelijkheid is tot het inschakelen van een specialist ouderengeneeskunde. Afhankelijk van de complexiteit van de zorgbehoefte kan de specialist ouderengeneeskunde betrokken worden als consulent en sparringpartner van de huisarts of –als de kwetsbaarheid en de complexiteit van de problematiek toeneemt- als medebehandelaar (al dan niet kortdurend) of hoofdbehandelaar van de cliënt.
Persoonsgerichte zorg en ondersteuning
Persoonsgerichte zorg en ondersteuning gaat over de wijze waarop de cliënt in alle leefdomeinen uitgangspunt is bij zorgverlening en behandeling met als doel om uiteindelijk de bijdrage aan de kwaliteit van leven van een cliënt zo optimaal mogelijk te laten zijn. Persoonsgerichte zorg en ondersteuning vindt plaats binnen een relatie tussen cliënt en zijn naasten, zorgverleners en zorgorganisaties. Kenmerkend voor de langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie is dat de zorgverlening thuis plaats vindt. De cliënten en zijn/haar naasten worden zoveel mogelijk in staat gesteld om zelfredzaam te blijven en de eigen regie over het leven thuis voort te zetten.
Vereisten:
• De vier onderscheiden thema’s (compassie, uniek zijn, autonomie en zorgdoelen) zijn voor zorgverleners richtinggevend bij kwaliteitsverbetering op het terrein van persoonsgerichte zorg en ondersteuning.
• Vanaf 1-1-2019 beschikt iedere cliënt binnen 24 uur over een voorlopig zorgleefplan (met in ieder geval zaken zoals medicatie, dieet, primaire hulpvraag, een eerste contactpersoon, en afspraken over handelen bij calamiteiten), dat uiterlijk zes weken na intake (of zoveel eerder als mogelijk) volledig en (tot bijstelling aan de orde is) definitief wordt.
• Vanaf 1-1-2019 is de verantwoordelijkheid voor het opstellen van een zorgleefplan belegd bij een verzorgende van tenminste niveau 3 (IG), of bij een andere zorgverlener van tenminste niveau 3. Bij voorkeur is dit de contactverzorgende dan wel de eerste verantwoordelijk verzorgende of verpleegkundige (EVV-er).
Calamiteiten
Toezicht GGD regio Utrecht
Thema 3. Veiligheid
3.4 Norm: Hygiëne en gezondheid De voorziening wordt in elk geval veilig verstrekt (art. 3.1, tweede lid sub a, Wmo): • de aanbieder neemt hygiënemaatregelen in acht ter voorkoming van gezondheidsklachten en ziekte(n) onder cliënten en personeel. • de aanbieder draagt zorg voor passende maatregelen om de gezondheid van personeel en cliënten onder alle omstandigheden zoveel mogelijk te waarborgen.
3.4.2 De aanbieder draagt ten allen tijden zorg voor passende maatregelen ter bescherming van cliënten en personeel
• Ten tijde van een uitbraak infectieziekte, griepseizoen of andere
omstandigheden zoals een hittegolf houdt de aanbieder zich aan
landelijke maatregelen of maatregelen die voor die specifieke
voorziening geldend zijn
3.4.1 De aanbieder draagt zorg voor passende hygiënemaatregelen
• De aanbieder heeft een hygiënebeleid (o.a. handhygiëne, sanitair,
voedsel, werkkleding etc.) en voldoet bij verwerking van voedsel aan
de HACCP-richtlijnen
• Medewerkers werken conform het hygiënebeleid
• Indien er gewerkt wordt met dieren (verzorging of recreatief):
• Is er beleid omtrent de omgang met dieren
• Worden maatregelen getroffen om zoönose te voorkomen
3.3 Norm: Melden calamiteiten en geweldsincidenten De aanbieder doet bij de toezichthoudende ambtenaar, onverwijld melding van iedere calamiteit die bij de verstrekking van een voorziening heeft plaatsgevonden en geweld bij de verstrekking van een voorziening (art. 3.4, eerste en tweede lid, Wmo)
Samenvatting
De aanbieder werkt volgens het calamiteitenprotocol van de gemeenten in de regio Utrecht; waarbij
calamiteiten en geweldsincidenten onverwijld worden gemeld.
3.3.1 Calamiteiten en geweldsincidenten worden gemeld en onderzocht
• De aanbieder werkt volgens het calamiteitenprotocol van GGD regio
Utrecht
• De aanbieder doet onverwijld melding van een calamiteit of
geweldsincident bij de toezichthouder
• De medewerkers zijn hiervan op de hoogte
• Als een (zelf)onderzoek naar de calamiteiten heeft plaatsgevonden
waarbij verbeterpunten zijn opgesteld, stelt de aanbieder een
verbeterplan op en voert deze uit
3.2 Norm: Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De aanbieder stelt een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden (art. 3.3, eerste lid, Wmo)
Samenvatting
De aanbieder heeft de 5 stappen van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling opgenomen,
geïmplementeerd en geborgd in de organisatie en zorgt ervoor dat professionals conform de meldcode
werken.
3.2.1 De aanbieder heeft een meldcode vastgesteld en werkt conform deze meldcode
• De aanbieder heeft een meldcode opgesteld die voldoet aan de
landelijke eisen (waarin een aandachtsfunctionaris is aangewezen en
de stappen zijn opgenomen)
• Nieuwe professionals, stagiaires en vrijwilligers worden ingewerkt op
de Meldcode
• De kennis over de meldcode wordt structureel, en minimaal jaarlijks,
bevorderd
• Medewerkers werken conform de meldcode
3.1 Norm: Veilige verstrekking De voorziening wordt in elk geval veilig verstrekt (art. 3.1, tweede lid sub a, Wmo)
Samenvatting
De veiligheid van de cliënt wordt gewaarborgd. Dit betekent dat er inzicht is in de sociale, mentale en fysieke
gezondheid van de cliënt en hierop wordt geanticipeerd. De veiligheid van medewerkers wordt gewaarborgd.
De locaties/ ruimtes van de aanbieder waar de cliënten verblijven (beschermd, maatschappelijke opvang,
dagbesteding en kortdurend verblijf) zijn toegankelijk, beschikbaar en veilig voor de doelgroep en
medewerkers.
3.1.3 De aanbieder registreert en behandelt incidenten en draagt zorg voor het evalueren en leren hiervan
3.1.2 De aanbieder draagt zorg voor de veiligheid van de locatie, voorziening en hulpmiddelen
• De aanbieder draagt zorg voor een risico-inventarisatie met
betrekking tot de fysieke ruimte en hulpmiddelen waar de
ondersteuning wordt geboden (brandveiligheid, gebruik materiaal,
valrisico)
• De professionals zijn op de hoogte van deze risico-inventarisatie
• De professionals dragen zorg voor de acties voortvloeiende uit deze
risico-inventarisatie
• De risico-inventarisatie wordt jaarlijks of vaker geëvalueerd en indien
nodig bijgesteld
• De ruimten, voorzieningen en hulpmiddelen van de aanbieder zijn
bruikbaar, toegankelijk, bereikbaar en veilig voor verblijf/gebruik van
cliënten
3.1.1 De aanbieder draagt zorg voor de sociale, mentale en fysieke veiligheid van cliënten en de medewerkers
• De aanbieder draagt zorg voor een risico-inventarisatie op individueel
cliëntniveau (bv medicatie, psychische klachten, suïcidaliteit,
valrisico)
• De professionals zijn op de hoogte van de cliënt risico-inventarisatie
• De professionals dragen zorg voor de acties voortvloeiende uit de
cliënt risico-inventarisatie (zoals afspraken over valpreventie, dichte
deur beleid, beheer eigen medicatie, opschalen naar ketenpartner,
inlichten contactpersoon)
• De individuele risico-inventarisatie per cliënt wordt jaarlijks of vaker
geëvalueerd en indien nodig bijgesteld
• De aanbieder heeft beleid opgesteld voor de veiligheid van medewerkers, met betrekking tot: privégegevens medewerkers,
afbakening beschikbaarheid, ongewenst gedrag van cliënten zoals
roken, drugsgebruik en agressie
Thema 2. Professionaliteit
2.2 Norm: Kwaliteitsverbetering De aanbieder draagt er zorg voor dat de voorziening van goede kwaliteit is (art. 3.1, eerste lid, Wmo)
Samenvatting
De aanbieder draagt er zorg voor dat de voorziening van goede kwaliteit is en blijft, door aantoonbare continue kwaliteitsverbetering door middel van een PDCA-cyclus of kwaliteitsmanagementsysteem.
2.2.1 De aanbieder draagt er zorg voor dat kwaliteit van de voorziening geborgd is (Art. 3.1, eerste lid, Wmo) en werkt aantoonbaar aan continue kwaliteitsverbetering
2.1 Norm: Professionele standaard De voorziening wordt verstrekt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard (art. 3.1, tweede lid sub c, Wmo)
Samenvatting
De professional is vakbekwaam. De aanbieder draagt daarvoor zorg door passend beleid op het gebied van
kwaliteitszorg, personeelsbeleid (waaronder opleiding en scholing), intervisiemomenten, een verantwoorde
inzet van stagiaires en vrijwilligers, omgang met en uitwisseling van (gevoelige) persoonsgegevens.
2.1.3 Betaalde beroepskrachten en vrijwilligers, die worden ingezet door de organisatie en werken met de cliënten, zijn in het bezit van een geldige VOG (screeningsprofiel “gezondheidszorg en welzijn van mens en dier”) bij aanvang van de werkzaamheden met cliënten
• De aanbieder heeft beleid opgesteld omtrent VOG (aanvang
dienstverband en her aanvraag)
• Elke professional heeft een geldige VOG in zijn dossier bij de start
van de werkzaamheden
• Elke stagiair en vrijwilliger heeft een geldige VOG in zijn dossier bij
de start van de werkzaamheden
• De VOG is maximaal 3 maanden voorafgaand aan het ingaan van
het arbeidscontract afgegeven
• Indien een medewerker pas na een proefperiode de VOG dient te
overleggen, voert de beroepskracht tijdens de proefperiode geen
werkzaamheden uit zonder supervisie van een andere professional.
• Indien een medewerker geen VOG kan overleggen worden de
overwegingen om iemand wel aan te nemen schriftelijk vastgelegd
door de aanbieder
• De VOG wordt conform contractafspraken gemeente opnieuw
aangevraagd
2.1.2 De aanbieder heeft aantoonbaar passend personeelsbeleid ontwikkeld, geïmplementeerd en geborgd
• De aanbieder heeft passend personeelsbeleid voor professionals ten
aanzien van (bij)scholing, intervisie, supervisie, teamoverleg,
casuïstiek en opleidingen
• De aanbieder voorziet structureel in scholings/ -
opleidingsmogelijkheden voor de professionals en indien van
toepassing stagiairs/vrijwilligers
• De professional houdt zijn kennis en vaardigheden structureel bij
conform beleid aanbieder en eventuele contractafspraken met de
gemeenten
• De aanbieder heeft passend beleid met betrekking tot de begeleiding
en scholing van stagiaires, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen
(begeleiding, supervisie, scholing)
• De stagiaires, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen worden opgeleid
en begeleid conform beleid aanbieder en eventuele
contractafspraken met de gemeenten.
2.1.1 Kwalificaties van medewerkers zijn passend bij de ondersteuning
• De professionals en/of aanbieder hebben indien van toepassing een
beroepsregistratie en handelen conform de beroepscode
• De professionals hebben passende kwalificaties (qua opleiding en/of ervaring, conform contractafspraken met de gemeenten en eventuele
eisen vanuit beroepsgroep)
• De vrijwilligers hebben passende kwalificaties (qua opleiding en/of
ervaring, conform contractafspraken met de gemeenten)
• De stagiairs hebben passende kwalificaties (qua opleiding en/of
ervaring, conform contractafspraken met de gemeenten)
• De ervaringsdeskundigen hebben passende kwalificaties (qua
opleiding en/of ervaring, conform contractafspraken met de
gemeenten)
• De aanbieder heeft concrete functieprofielen met daarbij behorende
takenpakket en (diploma, opleiding, ervaring, taal) eisen opgesteld
• Als bij de dienstverlening vrijwilligers, stagiairs, onbetaalde
ervaringsdeskundigen worden ingezet dan is dat altijd aanvullend op
en onder leiding van de professional
• De cliënten worden zoveel mogelijk door vaste begeleider(s)
ondersteund
Thema 1. Cliënten
1.3 Norm: Rechten van de cliënt De voorziening wordt verstrekt met respect voor en inachtneming van de rechten van de cliënt (art. 3.1, tweede lid sub d, Wmo)
Samenvatting
De bejegening door de medewerkers (betaald en onbetaald) richting cliënten is passend en correct en wordt
geborgd door onder andere een gedragscode of gedragsregels. De aanbieder borgt de algemene rechten
van de cliënt door het uitvoeren van passend beleid omtrent privacy, klachten en medezeggenschap.
Gegevensuitwisseling van (gevoelige) persoonsgegevens dient (conform de geldende wet- en regelgeving)
alleen plaats te vinden met toestemming van de cliënt (of vertegenwoordiger).
1.3.4 De aanbieder geeft cliënten de mogelijkheid tot inspraak op het beleid en voorgenomen besluiten binnen de organisatie die van belang zijn voor de cliënt
• De aanbieder zorgt voor inspraakmogelijkheden
• De geboden inspraakmogelijkheden zijn passend bij de geboden
voorziening/ doelgroep (bv cliëntenraad, KTO, huiskameroverleg)
• Cliënten nemen deel aan/worden gemotiveerd tot deelname aan de
inspraakmogelijkheden
• Cliënten worden bij aanvang van de ondersteuning op de hoogte
gesteld van de inspraakmogelijkheden. De inspraakmogelijkheden
zijn schriftelijk vastgelegd in een beleidsdocument of op de website
• De inspraak van cliënten is een blijvend onderwerp waar de
aanbieder aan werkt
1.3.3 De aanbieder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over gedragingen van de aanbieder jegens cliënten
• Cliënten hebben de mogelijkheid een klacht in te dienen, bij een
persoon anders dan de eigen begeleider
• De onafhankelijkheid en objectiviteit van de klachtenbehandeling
worden voldoende geborgd, bv door externe klachtenmogelijkheid
en/of onafhankelijke vertrouwenspersoon
• De aanbieder draagt er zorg voor dat cliënten op de hoogte zijn van
de klachtenregeling (bv. bespreken intake, of plaatsen op website)
• Cliënten zijn op de hoogte van de klachtenmogelijkheid
• De aanbieder registreert en analyseert klachten periodiek en neemt
indien nodig maatregelen
1.3.2 Er is passend privacybeleid ontwikkeld en geïmplementeerd
• De privacy van cliënten wordt op correcte wijze behandeld
• Het privacybeleid is geactualiseerd naar aanleiding van relevante
privacywetgeving (AVG) waaronder beleid datalek
• cliënten worden bij aanvang van de ondersteuning en periodiek
geïnformeerd over de omgang met privacy
Het privacybeleid is in begrijpelijke taal (B1) geformuleerd en is voor
cliënten toegankelijk (de privacyverklaring staat bv op website of een
folder)
• In de praktijk zijn de medewerkers op de hoogte van de werkwijze
omtrent privacy en wordt het beleid nageleefd
1.3.1 De aanbieder draagt er zorg voor dat de medewerkers de cliënten passend en correct bejegenen.
• De medewerkers bejegenen de cliënten op passende en correcte wijze.
• De medewerkers (betaald en onbetaald) worden door middel van
vastgelegde richtlijnen (bv. gedragscode of gedragsregels) geïnstrueerd hoe zij cliënten conform de richtlijnen dienen te bejegenen
1.2 Norm: Afstemming in de keten De voorziening is afgestemd op de reële behoefte(n) van de cliënt en andere vormen van zorg of hulp (art. 3.1, tweede lid sub b, Wmo)
Samenvatting
De ondersteuning die de cliënt vanuit de Wmo ontvangt is zoveel mogelijk gericht op één plan, waarbij op
diverse leefgebieden verschillende zorgprofessionals actief kunnen zijn. Indien de cliënt meerdere vormen
van ondersteuning ontvangt, is nodig dat deze op elkaar zijn afgestemd, bijvoorbeeld door middel van
overleg, gezamenlijke evaluaties, multidisciplinaire overleg, en indien nodig het aanwijzen van een
casusregisseur. De afspraken die voorvloeien uit de afstemming met ketenpartners dienen vastgelegd te
worden. Ook is er toestemming van de cliënt vereist voor de samenwerking en uitwisseling van gegevens.
1.2.2 De aanbieder stemt de ondersteuning (indien nodig) af op andere zorg of hulp, draagt zorg voor toestemming van de cliënt en legt gemaakte afspraken met ketenpartners vast
Indien van toepassing (hangt af van de voorziening en de
ondersteuningsvraag van cliënten):
• Zijn op individueel niveau concrete afspraken gemaakt over de
samenwerking en uitwisseling met ketenpartners betrokken bij de
cliënt (bv. andere zorgverlener of behandelaar)
• Zijn namen, contactgegevens, rol en verantwoordelijkheid van
betrokken ketenpartners en gemaakte afspraken in het cliëntdossier
opgenomen
• Informeren alle bij de cliënt betrokken professionals elkaar over
bijzonderheden in de situatie en ontwikkeling van de cliënt
• Wordt de toestemming van de cliënt voor afstemming en uitwisseling
tussen ketenpartners per nieuwe situatie (mondeling of schriftelijk)
gevraagd en vastgelegd
1.2.1 De aanbieder draagt er zorg voor dat het netwerk en ketenpartners (betrokken bij de cliënt) in kaart worden gebracht (indien nodig)
Indien van toepassing (hangt af van de voorziening en de
ondersteuningsvraag van cliënten):
• Bij aanvang van de ondersteuning worden het professionele
(ketenpartners) en persoonlijke netwerk van een cliënt in kaart
gebracht en indien nodig betrokken
• Indien afstemming en samenwerking niet nodig wordt geacht, wordt
dit beargumenteerd teruggekoppeld aan de indicatiesteller
Er is zicht op de behoeften van de mantelzorger in het
ondersteuningsproces van de cliënt en hier wordt op ingespeeld.
• Er is een vaste contactpersoon in het (professionele) netwerk
aangewezen door de cliënt (in geval van nood)
• Het sociale netwerk van de cliënt wordt waar nodig en mogelijk actief
betrokken in de ondersteuning
1.1 Norm: Cliëntgerichte ondersteuning De voorziening wordt doelmatig, doeltreffend en cliëntgericht verstrekt (art. 3.1, tweede lid sub a, Wmo). De voorziening is afgestemd op de reële behoefte(n) van de cliënt en andere vormen van zorg of hulp (art. 3.1, tweede lid sub b, Wmo).
Samenvatting
De geboden ondersteuning dient overeen te komen met de gestelde doelen vanuit het indicatiebesluit van de
gemeente. Er wordt in samenwerking met de cliënt een concreet ondersteuningsplan opgesteld, waaruit
minimaal blijkt welke voorziening geboden wordt, wat de ondersteuningsbehoeften zijn en welke doelen
(SMART) daaraan gekoppeld worden. Hierbij wordt zorgvuldige dossiervoering verwacht van de aanbieder.
De ondersteuning en de ontwikkeling van de cliënt wordt regelmatig geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.
1.1.3 Het ondersteuningsplan wordt adequaat uitgevoerd en periodiek geëvalueerd met de cliënt
• Minimaal 1 x per jaar en indien nodig vaker, wordt het
ondersteuningsplan en de ontwikkeling van de cliënt geëvalueerd
• Het ondersteuningsplan wordt na de evaluatie, waar nodig, binnen 1
maand bijgesteld
• Wijzigingen in de situatie van een cliënt, die aanpassing vergen in de
ondersteuning (zwaarte of soort), worden binnen een maand
gesignaleerd, geregistreerd en opgepakt, en indien nodig
teruggekoppeld aan de indicatiesteller
1.1.2 De aanbieder heeft in samenspraak met de cliënt een ondersteuningsplan opgesteld waarin het doel, de aard en de intensiteit van de ondersteuning is vastgelegd
• Er vindt een intake plaats met de cliënt, waarin de hulpvragen in
kaart worden gebracht/verdiept wanneer de gemeente een plan heeft
opgesteld
• In een intake/kennismaking worden wederzijdse verwachtingen
afgestemd
• In een intake/kennismaking wordt gekeken of de cliënt en de
geboden ondersteuning bij elkaar passen, indien een locatie
gebonden voorziening: of de cliënt past binnen de huidige groep
• Er is een digitaal of schriftelijk cliëntdossier, waarin zaken zoals het
intakeverslag, plan van aanpak, ondersteuningsplan, risicoinventarisatie
is opgenomen
• Het ondersteuningsplan is per individuele cliënt opgesteld en is
passend bij de behoeften en mogelijkheden van de cliënt, het plan
van aanpak en beschikking van de indicatiesteller
De gestelde doelen zijn SMART geformuleerd
• De aanbieder zorgt ervoor voor dat de cliënt en/of diens
vertegenwoordiger betrokken is bij het ondersteuningsplan*
• Het ondersteuningsplan is passend bij de afgegeven beschikking
vanuit de gemeente
• Het ondersteuningsplan wordt binnen de gestelde termijn volgens
contractafspraak gemeente, na de start van de ondersteuning
voltooid en ondertekend door de cliënt en de verantwoordelijke
professional
De aanbieder werkt methodisch (bv. Volgens ZRM of vraaggericht
werken), heeft passende richtlijnen ontwikkeld en geïmplementeerd
voor het opstellen van het ondersteuningsplan en het cliëntdossie
• De cliënt heeft de mogelijkheid (op aanvraag) zijn/haar dossier in te
zien
• De client begrijpt het ondersteuningsplan en/of laat zich
vertegenwoordigen door een naaste/wettelijk vertegenwoordiger die
het ondersteuningsplan begrijpt
1.1.1 De ondersteuning wordt structureel geboden en draagt bij aan de zelfredzaamheid en/of participatie van de cliënt
• De ondersteuning door de aanbieder is tijdig gestart volgens contractafspraken van de betreffende gemeente(n)
• De ondersteuning wordt geboden met de frequentie die past bij de ondersteuningsbehoefte(n) van de cliënt
• De ondersteuning heeft als resultaat: bevordering zelfredzaamheid, bevordering participatie en/of ontlasting van mantelzorg
• De eigen kracht en regie van de cliënt wordt (waar mogelijk) gestimuleerd. Indien mogelijk wordt gewerkt naar afbouw en/of beëindiging van de ondersteuning
De continuïteit van de ondersteuning is geborgd; voldoende personeelsbezetting, goede bereikbaarheid en een regeling bij uitval
De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) gebruikt de volgende definitie voor een calamiteit in de zorg:
'Een niet beoorgde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van een cliënt of een ernstig schadelijk gevolg voor een cliënt heeft geleid.'
Bij een calamiteit is er ook iets niet goed gegaan, met ernstige schade voor of de dood van een cliënt. Dit is een onbedoelde of onverwachte uitkomst van zorgverlening. Deze schade is gekomen omdat er iets niet goed is gedaan in de zorgverlening (bijvoorbeeld onvoldoende handelen volgens de richtlijnen/ professionele standaard). Het zorgproces is niet verlopen zoals het vooraf gepland was. Of de patiënt heeft niet de voor hem of haar juiste behandeling(en) gekregen en heeft ernstig letsel opgelopen of is overleden.
Wie
Zorgaanbieders zijn eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg en daarom wettelijk verplicht calamiteiten te melden bij de inspectie. Dit geldt ook voor een solistisch werkende zorgverlener. Zij moeten ook regelen dat er onderzoek gedaan wordt en dat de juiste verbetermaatregelen worden genomen om herhaling in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen.
Bij deze verantwoordelijkheid past ook het continu verbeteren van de zorg. Hoeveel voorzorgsmaatregelen een zorgaanbieder ook neemt, calamiteiten zijn niet altijd te voorkomen. Zorg is immers mensenwerk. Belangrijk is wat een zorgaanbieder met een calamiteit doet. Gebruikt hij deze om er van te leren en maatregelen te nemen die mogelijke herhaling in de toekomst kunnen voorkomen? Van een zorgaanbieder wordt verwacht dat hij zorgt voor een open werkklimaat, waarin van fouten geleerd wordt en waarin men elkaar aanspreekt.
Andere betrokkenen, zoals zorgverleners werkzaam bij de instelling kunnen van oordeel zijn dat de gebeurtenis als calamiteit bij de inspectie k gemeld moet worden, terwijl de bestuurder dit niet doet. Deze betrokkenen kunnen dan ook zelf een melding doen bij de inspectie. Het is dan raadzaam om eerst zelf een gesprek met de bestuurder aan te gaan over waarom hij/ zij niet meldt. Mocht dat niet mogelijk zijn of mocht er toch niet gemeld worden, dan is op onze informatiepagina Melden te lezen hoe door betrokkenen gemeld kan worden en hoe de inspectie daarmee omgaat.
V&VN
Afwegingskader
P.04 Leerlingen/Stagiaires
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Elke leerling/stagiaire ontvangt de begeleiding die nodig is en levert een nuttige bijdrage aan de zorg- en dienstverlening van de organisatie.
De organisatie is een erkend leerbedrijf van SBB onder relatienummer: 100039502.
Proecesstap 3. Evaluatie
Toelichting De verdere beoordelingen van de leerling/stagiaire wordt uitgevoerd, volgens de methode zoals die door het opleidingsinstituut gehanteerd wordt. De verslagen van deze evaluaties en de eventueel uit te voeren opdrachten worden opgenomen in het dossier van de betreffende leerling/stagiaire.
Referentie Dossier leerling/stagiaire
Toelichting Met de eventuele leerling/stagiaire wordt een intakegesprek ingepland, waarbij de werkwijze en filosofie van de organisatie wordt uitgelegd en de motivatie van de stagiaire wordt beoordeeld. Indien de leerling/stagiaire en de organisatie kiezen om samen verder te gaan, worden de contracten met het opleidingsinstituut afgehandeld en de leerling/stagiaire ingepland. Van de leerling/stagiaire wordt een dossier aangelegd, waarin het contract wordt opgenomen en de eventuele aanvullende afspraken.
Referentie Contract opleidingsinstituut Dossier leerling/stagiaire
Proecesstap 1. Werving
Toelichting De organisatie heeft een aantal opleidingsplaatsen beschikbaar voor leerlingen/stagiaires. Hierover zijn afspraken gemaakt met de betreffende opleidingsinstituten.
Referentie Afspraken opleidingsinstituten
P.03 Arbeidsomstandigheden
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Medewerkers hebben een veilige werkomgeving en werken onder veilige omstandigheden.
· Medewerkers zijn op de hoogte m.b.t. rechten en plichten inzake arbeidsomstandigheden en verzuim.
4.4 - 7.1
Proecesstap 3. Ziekteverzuim-beleid
Toelichting De medewerkers worden bij indiensttreding op de hoogte gesteld van het ziekteverzuimbeleid.
Referentie Ziekteverzuimbeleid Automatiseringspakket
Proecesstap 2. Melden van afwijkingen arbeidsom-standigheden
Toelichting De medewerkers kunnen (bijna) ongevallen en onveilige situaties (o.a. geweld, seksuele intimidatie, discriminatie, infecties) melden. De afhandeling van deze meldingen is beschreven in de procedure beheer klachten en incidenten.
Referentie O.03 Beheer klachten en incidenten
Proecesstap 1. Inventarisatie en evaluatie arbeids-omstandigheden
Toelichting Zorgvragergericht arbobeleid: In de thuiszorg is de werkomgeving van de medewerker de privéomgeving van de zorgvrager. De eisen die gesteld worden aan de werkomgeving worden gedurende de zorgaanvraag besproken. In de leveringsvoorwaarden zijn daarnaast voorwaarden opgenomen m.b.t. de bescherming van de medewerker tegen gevaarlijke situaties zoals geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en infecties.
Referentie R.01 Leveren van thuiszorg Leveringsvoorwaarden
Toelichting Organisatiebreed arbobeleid: De organisatie streeft naar een optimale gezondheid, welzijn en veiligheid van alle medewerkers. Hierbij staat het volgende centraal: • Conform de Arbowetgeving werkt de organisatie systematisch aan de verbetering van een gezonde en veilige werkomgeving voor medewerkers. Dit gebeurt mede op basis van een risico-inventarisatie en -evaluatie; • Bij de aanschaf en het gebruik van bedrijfsmiddelen en tijdens de uitvoering van de werkzaamheden, wordt de fysieke en geestelijke belasting van de medewerkers in de gaten gehouden; • Bij het nemen van maatregelen gaat de voorkeur uit naar het nemen van maatregelen aan de bron; • Er wordt systematisch gewerkt aan de verbetering van de fysieke arbeidsomstandigheden door het werken volgens de Arbocatalogus voor Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg; • De organisatie heeft een RI&E (risico-inventarisatie en evaluatie) uitgevoerd en een plan van aanpak opgesteld, die actueel wordt gehouden.
Referentie B.04 Beleidscyclus P.02 Functioneren en overleg Arbocatalogus voor Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg; RI&E en plan van aanpak
P.02 Functioneren en overleg
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Elke medewerker is een professional met de vereiste kennis en competenties.
4.4 - 7.1 - 7.2 - 7.3 - 7.4
Processtap 5. Medezeggenschap
Toelichting De organisatie heeft de medezeggenschap geregeld conform de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Verplichting tot instellen ondernemingsraad: Op grond van de WOR moet de onderneming een ondernemingsraad (OR) instellen als er ten minste 50 personen werkzaam zijn. De wet bepaalt dat deze verplichting geldt “in het belang van het goed functioneren van die onderneming in al haar doelstellingen” en “ten behoeve van het overleg met en de vertegenwoordiging van de in de onderneming werkzame personen”. De WOR gaat ook over medezeggenschap in kleinere ondernemingen (artikel 35b en verder WOR). Over het algemeen hoeft daar geen OR te worden ingesteld. Voor ondernemingen waar in de regel tussen de 10 en 50 personen werken, kan de ondernemer een personeelsvertegenwoordiging (PVT) instellen. De ondernemer móet dit doen als de meerderheid van het personeel daar om vraagt. Ook in ondernemingen waar in de regel minder dan 10 personen werken, mag de ondernemer een PVT instellen. (Bron: www.ser.nl)
Processtap 4. Overleg
Toelichting De organisatie hecht veel waarde aan de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers. Vanuit de organisatie wordt dan ook gestimuleerd om elkaar direct aan te spreken en in informele contacten continue de werkzaamheden af te stemmen. De structurele overleggen zijn vastgelegd in het document overlegstructuren.
Referrentie Overlegstructuren
Overleg structuren
Overlegvorm
Onderwerp(en)
Aanwezigen
Frequentie
Rapportage + notulist
Processtap 3. Deskundigheids-bevordering
Toelichting Intervisie bijeenkomsten (zorginhoudelijk): Een medewerker wil advies over een voor de medewerker zorginhoudelijk probleem. Voor de intervisie bijeenkomst wordt de 5 stappen methode gebruikt. Elke medewerker brengt minimaal 1 maal per jaar een intervisie punt in.
Referentie Kwaliteitsregister V&VN
Toelichting Opleidingsplan: De opleidingsbehoeften van de organisatie worden vastgelegd in een opleidingsplan. Het opleidingsplan wordt opgesteld na een evaluatie van: • het vorige opleidingsplan en uitgevoerde opleidingen; • de zorgvragerevaluaties; • de functioneringsgesprekken; • de uitkomsten van de audits; • de directiebeoordeling. In het opleidingsplan wordt minimaal de systematische toetsing van de kwaliteit van het professioneel handelen meegenomen. Indien met medewerkers een individueel opleidingstraject wordt afgesproken, zijn de afspraken hierover vastgelegd en opgenomen in het personeelsdossier.
Referentie B.03 Beheer stakeholders B.05 Beoordeling van het kwaliteitssysteem Opleidingsplan Personeelsdossier
Strategisch opleidingsplan
Er is een Strategisch opleidingsplan opgesteld. Dit plan is met de OR besproken en goedgekeurd.
Plan
Medewerkers van de ondernemingsraad
Externe ondersteuning
Opleidingsprogramme
Huishoudelijk medewerkers
Individuele Scholing op Maat: Het bieden van ruimte voor persoonlijke ontwikkeling door individuele scholing op maat.
Trainingen voor Huishoudelijk Medewerkers: Specifieke trainingen via teams om kennis over te dragen aan huishoudelijk medewerkers.
Zorgmederkers
Training rapporteren volgens SOAP
Arbotechnisch Werken: Scholing over arbo-eisen volgens de arbocatalogus VVT om veilig en gezond te werken.
Leren van Incidenten volgens de VIM Methode: Implementatie van de VIM methode om calamiteiten en complicaties te registreren en hiervan te leren.
Trainingen over Grensoverschrijdend Gedrag en Kindermishandeling: Het verstrekken van scholing en training over grensoverschrijdend gedrag en kindermishandeling, inclusief procedures voor het doen van meldingen bij Veilig Thuis.
Vergroten van Bewustwording van Doelmatige Zorg: Het vergroten van het besef van medewerkers om doelmatige en passende zorg te bieden, inclusief ondersteuning via het eigen netwerk en gebruik van E-health en hulpmiddelen.
Feedbacktool Sillo: Het bieden van een tool aan leerlingen voor feedback en het gebruik van pop en pap binnen het leerproces.
Begeleiding van Leerlingen volgens het Kolb Model: Het bewust zijn van de favoriete rol als werkbegeleider en het toepassen van het Kolb Model voor effectieve begeleiding.
Ontwikkeling van Gespreksvaardigheden: Training in gespreksvaardigheden zoals motiverende gespreksvoering en de terugvraag methode bij beperkte gezondheidsvaardigheden.
Bijwonen van Trainingen uit het Netwerk Palliatieve Zorg.
Individuele Scholing op Maat: Het bieden van ruimte voor persoonlijke ontwikkeling door individuele scholing op maat.
Vaardigheidstoetsen van Vilans op de Werkvloer: Het regelmatig afnemen van vaardigheidstoetsen op de werkvloer om de competenties van medewerkers te waarborgen.
In het LMS van Scholing 365 wordt bepaald welke vaardigheidstoetsen afgenomen moeten worden.
Een vaardigheidstoets van Vilans geeft de stappen van de werkinstructie weer, met hokjes waar de observator dan vinkjes in kan zetten tijdens een observatie. De ingevoerde gegevens worden alleen op het apparaat van de observator opgeslagen. Dus niet opgeslagen en verwerkt in ons systeem. De observator kan het opgeslagen bestand vervolgens mailen of op een zelfgekozen locatie opslaan.
De afgenomen vaardigheidstoetsen worden vanaf 1 april 2024 verwerkt in het LMS van Scholing 365
E-learning via Scholing 365: Het aanbieden van e-learningmodules via Scholing 365 aan zorgmedewerkers om flexibel en op maat te kunnen leren.
Intervisie volgens de roddelmethode: Het organiseren van intervisiesessies voor zorgmedewerkers om problemen te bespreken en van elkaar te leren.
Toelichting Professioneel handelen: Onder professioneel handelen wordt verstaan: de werkzaamheden die worden uitgevoerd door medewerkers, die op grond van hun functie bevoegd en bekwaam dienen te zijn. Een medewerker die niet bekwaam is, wordt ook niet bevoegd geacht. Uitgangspunt is dat de aangevraagde zorgfunctie wordt uitgevoerd door een daartoe opgeleide en bekwame medewerker. Is dit niet het geval dan dient een andere medewerker met de vereiste bekwaamheid ingepland te worden of er dient voorafgaand aan de inzet een instructie en vaardigheidstoets door de medewerker te worden afgelegd teneinde over de vereiste bekwaamheid te kunnen beschikken. Conform de Wet BIG is de medewerker zelf verantwoordelijkheid voor het op peil houden van de bekwaamheden. De organisatie draagt in sommige gevallen bij aan de financiering van de bijscholing (zie verder het opleidingsplan). Er is een actuele registratie beschikbaar waaruit blijkt dat medewerkers over de juiste kwalificaties beschikken.
Referentie Automatiseringssysteem Vaardigheidstoets Vilansprotocollen Scholing 365 Kwaliteitsregister V&Vn
Bekwaamheidsoverzicht per 31-12-2023 tot 31-12-2025
Tot 1 april wordt er gebruik gemaakt van de e-learnings van leren is leuk.
Vanaf 1 april worden de e-learnings van scholing 365 in gebruik genomen (Scholing@365).
Voor het aftoetsen van riscovolle en voorbehouden handelingen gaat per 1 april gebruik gemaakt worden van de vaardigheidtoetsen binnen de Vilansprotocollen.
Diploma check
In verband met het controleren van de echtheid van het diploma controleren wij diploma's van zorgmedewerkers.
Uittreksel diploma. Voor oudere diploma's zij geen gegevens beschikbaar. Dit geld voor:
Alle diploma's zijn te raadplegen bij de medewerker in ons automatiseringssysteem
Inzage kwaliteitsregister V & VN
Medicatieveiligheid
Animatie medicatie veiligheid
Beoordeling Eigen Medicatie (BEM)
Om te beoordelen of de cliënt risicovolle medicatie zelf mag controleren, is het van belang dat deze vragen worden beantwoord
Om te beoordelen of de mantelzorger risicovolle medicatie mag controleren, moeten deze vragen worden beantwoord.
BEM categorie
Stap voor stap geneesmiddelen gereedmaken: zo doe je dat veilig
Beleid onze organisatie ten aanzien van dubbele controle:
Alle medicatie buiten de baxter wordt dubbel gecontroleerd
Controle op foto:
Opmerkingen over toediening
Medicatie Controle App
In de bijlage vind je de handleiding
Informatie kaarten voor clienten
Wat kan cliënt en mantelzorger zelf doen? (pdf)
1a. Bij de apotheker (pdf)
1b. Bij de arts (pdf)
2. Medicijngesprek en afspraken (pdf) - eigen beheer van medicatie door cliënt
3. Hulp bij medicatie (pdf)
4. Bewaren van medicatie (pdf)
5. Controle van medicatie, als u hulp krijgt van zorgmedewerker (pdf)
6. Helpen de medicijnen? (pdf)
Informatiekaarten voor zorgprofessional: gesprek met cliënt over medicatie
Informatiekaart algemeen
Informatiekaart medicijngesprek
Bekwaamheid bij medicatie geven in de langdurige zorg
Veilige principes in de medicatie keten
Veilige principes in de medicatie keten
Bedoeling van Veilige principes
Veilige principes - Samenwerking
Apothekersvereniging Midden-Nederland • Convenant Medicatieproces
Convenant Medicatieproces Midden-Nederland
LHV MN
Handleiding Voorbehouden handelingen in de (wijk)verpleging & verzorging
Raamovereenkomst
Raamovereenkomst LHV MN
Handelingen en bekwaamheidsoverzicht
Hoe ziet een werkinstructie eruit in Mijn Vilans Protocollen?
Hoe vind ik een protocol in Mijn Vilans Protocollen?
Protocollen en werkinstructies favoriet maken in Mijn Vilans Protocollen
Risicovolle handelingen
Stoma
Verzorgen van een stoma
Tracheastoma
Tracheacanule en tracheastoma verzorgen
Zuurstof
Zuurstof toedienen
Zwachtelen
Zwachteltechnieken toepassen
Wonden
Verzorgen van zwarte wonden
Verzorgen van wonden: rode en gele wonden
Katheter
Blaaskatheter verzorgen
Blaaskatheter observeren en controleren
Blaasspoeling uitvoeren
Een suprapubische katheter verzorgen
Sonde
Toediening sondevoeding en voedingspomp bedienen
PEG-sondevoeding toedienen
Maagsonde observeren en controleren
Maagsonde verzorgen
Medicatie
Medicijnen toedienen rectaal of vaginaal
Medicijnen toedienen via de slijmvliezen
Medicijnen toedienen via de luchtwegen
Medicijnen toedienen via de huid
Medicijnen toedienen oraal
Medicijnen checken, registreren en distribueren, zo nodig controle op inname
Voorbehouden handelingen
Niet
Puncties
Ascitespunctie
Venapunctie
Intraveneus
wisselen PEG-sonde of jejunostomiesonde
Inbrengen hypodermoclyse
Epiduraal en intrathecaal (poort): aanprikken spinaal poortsysteem, verwisselen naald
Inbrengen perifere canule voor infuus (toedieningssysteem)
Verwijderen exudrain
Verwijderen wondtampon
Wel niveau 3
Injecties
Intramusculair
Intracutaan
Subcutaan
Katherisaties
Nier- en blaaskatheterisatie
Urinestoma (UP) – katheteriseren van urinereservoir, spoelen
Verwisselen van suprapubische katheter
Inbrengen van blaaskatheter (eenmalig of verblijfs-)
Sondevoeding
Inbrengen/ verwijderen neus- maagsonde
Infuusbehandeling
Inbrengen subcutane canule, verwisselen
Heelkundige handelingen
Wondspoelen via katheter
Processtap 2. Evaluatie functioneren
Toelichting Op aangeven van medewerker of organisatie kan er een gesprek over het functioneren gehouden worden.
Referentie Verslag gesprek functioneren
Processtap 1. Beheer functiebeschrijvingen
Toelichting Vervangingsregeling: De organisatie is zich bewust van de kwetsbaarheid van de organisatie bij afwezigheid van bepaalde medewerkers. Daarom is de vervangingsregeling binnen de organisatie als volgt: een medewerker wordt vervangen door een medewerker met dezelfde functie, is dit niet mogelijk dan wordt de medewerker vervangen door de direct leidinggevende. Het organogram van de organisatie is opgenomen in B.01 Bedrijfsgegevens.
Referentie Organogram
Toelichting In het kwaliteitssysteem zijn daarnaast nog de specifieke verantwoordelijkheden per procedure vastgelegd.
Referentie Kwaliteitssysteem
Toelichting De organisatie heeft voor iedere medewerker een functiebeschrijving volgens de CAO opgesteld. Hierin is ten minste vastgelegd: • de hoofdtaken; • de verantwoordelijkheden; • de bevoegdheden; • de competenties.
Referentie CAO Functieprofielen
Helpende Zorg en Welzijn niveau 2
Assistent dienstverlening niveau 1
P.01 Werving, aanname en dossieropbouw
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Een adequate personeelsbezetting;
· Elke medewerker is een professional met de vereiste kennis en competenties.
4.4 - 5.1 - 5.3 - 7.1 - 7.3
Proecesstap 6. Uit dienst
Toelichting Bij ontslag van een zorgverlener in verband met ernstig disfunctioneren, wordt dit conform de wettelijke eisen gemeld aan de bevoegde autoriteit. Hierbij worden de richtlijnen gehanteerd zoals vastgelegd in Melden van ontslag wegens disfunctioneren.
Referentie Link verwijst naar externe formulier om betreffende melding in te dienen.
Proecesstap 5. Inwerken
Toelichting De afgesproken proeftijd wordt beschouwd als de inwerkperiode. Minimaal wordt net voor het verlopen van de proeftijd met de medewerker een evaluatiegesprek uitgevoerd. Hiervan wordt een kort verslag gemaakt.
Referentie Verslag evaluatie eindeproeftijd
Toelichting Alle nieuwe medewerkers krijgen een inwerkprogramma aangeboden. De intensiteit van dit programma wordt afgestemd op de werkervaring van de nieuwe medewerker. Nieuwe medewerkers lopen bijvoorbeeld afhankelijk van hun ervaring een aantal keren mee met een ervaren medewerker.
Proecesstap 4. Dossier-opbouw
Toelichting Van elke medewerker wordt een personeelsdossier (fysiek en in het automatiseringspakket) aangelegd. De volledigheid van het personeelsdossier in automatiseringspakket en fysiek dossier wordt bewaakt via het automatiseringspakket.
Proecesstap 3. Aanname
Toelichting Voor iedere nieuwe zorgverlener wordt het functioneren nagegaan, voordat de medewerker definitief wordt aangenomen (hiermee wordt aan de wettelijke vergewisplicht voldaan). Dit gebeurt door een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aan te vragen. Daarnaast wordt één van de onderstaande mogelijkheden gebruikt om het functioneren verder na te gaan (alleen een VOG is te mager om te voldoen aan de wettelijke vergewisplicht). • navraag doen bij eerdere werkgevers; • het BIG-register raadplegen; • het Waarschuwingsregister Zorg en Welzijn raadplegen; • navraag te doen bij de IGJ (via aanvraagformulier vergewisplicht).
Referentie Links verwijzen naar externe documenten/formulieren om betreffende aanvraag in te dienen. Sjabloonbrief aanvraag vergewisplicht eerdere werkgever
Toelichting Van de nieuwe medewerker wordt nu een personeelsdossier aangelegd
Referentie Automatiseringspakket/ fysiek dossier
Toelichting Indien overeenstemming wordt bereikt tijdens het arbeidsvoorwaardengesprek wordt een arbeidsovereenkomst in tweevoud opgemaakt. Van de nieuwe medewerker wordt nu een personeelsdossier aangelegd. Hiernaast wordt de functie verder inhoudelijk afgestemd en de inwerkperiode besproken.
Referentie Arbeidsovereenkomst
Proecesstap 2. Selectie
Toelichting Arbeidsvoorwaardengesprek: In het arbeidsvoorwaardengesprek worden de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden afgestemd.
Toelichting Selectiegesprek: In het selectiegesprek wordt de motivatie van de kandidaat geëvalueerd en beoordeeld in hoeverre de functie aansluit bij de opleiding en de ervaring van de kandidaat. Eventueel wordt nog een tweede gesprek ingepland, afhankelijk van het aantal en de kwaliteit van de kandidaten. Na afloop van het selectiegesprek wordt bepaald met welke kandidaten een arbeidsvoorwaardengesprek gevoerd gaat worden.
Toelichting Na een selectie van de kandidaten op de aannamecriteria, worden de geselecteerde kandidaten uitgenodigd voor een aantal gesprekken (afhankelijk van de situatie kunnen gesprekken gecombineerd worden).
Referentie Bescheiden sollicitant
Proecesstap 1. Formatie-beheer
Toelichting Indien er behoefte bestaat aan uitbreiding van het personeelsbestand wordt een wervingscampagne opgestart afgestemd op de betreffende functie, hierbij worden de aannamecriteria gedefinieerd.
Toelichting De organisatie draagt zorg voor een adequate personeelsbezetting. Daarbij streeft de organisatie naar een goede balans tussen zorgvragerspopulatie, hun zorgbehoeften, zorgzwaartes en de daarvoor benodigde omvang, aard, deskundigheid en competenties van de medewerkers.
Referentie P.02 Functioneren en overleg
O.03 Klachten en incidenten
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Afwijkingen worden aantoonbaar structureel en systematisch afgehandeld;
· De organisatie leert aantoonbaar van geconstateerde afwijkingen.
Waar mensen werken kunnen fouten gemaakt worden en/of kunnen verwachtingen van mensen niet altijd waargemaakt worden. De organisatie gaat op een systematische en gestructureerde wijze met deze geconstateerde afwijkingen om. Het doel hiervan is meervoudig:
· het herstellen van de afwijking;
· het voorkómen van erger;
· het voorkómen van herhaling.
Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in de volgende afwijkingen:
Klachten
Onder klachten worden verstaan alle uitingen van onvrede door:
· een klant (zorgvrager en ketenpartners) over de producten of de dienstverlening van de organisatie;
· de organisatie over een geleverd product of over de dienstverlening van een leverancier;
· een medewerker over de dienstverlening van de organisatie.
Incidenten zorgvragers
Onder incidenten worden verstaan alle gebeurtenissen in de dienst- en of zorgverlening met een (potentieel) schadelijk gevolg voor de zorgvrager (uitgezonderd complicaties).
Incidenten medewerkers
Onder incidenten medewerkers wordt verstaan gebeurtenissen die tot schadelijke gevolgen voor medewerkers hebben geleid of (hadden) kunnen leiden (arbeidsomstandigheden). Deze (bijna)ongevallen kunnen veroorzaakt worden door het werken in bepaalde omstandigheden, het uitvoeren van bepaalde handelingen of het werken met bepaalde materialen.
4.4 - 8.7 - 10.1 - 10.2 - 10.3
Werkwijze verdere afhandeling afwijkingen (algemeen van toepassing)
Processtap 6. Evaluatie afwijkingen
Toelichting Periodiek wordt er een analyse van de afwijkingen uitgevoerd (tijdens de directiebeoordeling). Door middel van deze analyse kunnen systematische problemen opgespoord worden en verbanden tussen verschillende problemen blootgelegd worden. Aan de hand hiervan kunnen eventuele verbeteracties ingezet worden om afwijkingen in de toekomst te voorkomen (preventieve maatregelen).
Referentie B.05 Beoordeling van het kwaliteitssysteem
Processtap 5. Herbeoordeling genomen maatregelen
Toelichting Wanneer de afwijking volgens afspraak is afgehandeld, wordt beoordeeld of de genomen maatregelen het gewenste effect hebben gehad. Indien nodig worden aanvullende maatregelen genomen.
Processtap 4. Toestaan van afwijkingen
Verantwoordelijke
Toelichting Soms is het niet mogelijk dat de afwijking opgelost wordt. Bijvoorbeeld doordat de medewerking van externen mede bepalend is (dit kan zijn wanneer bij de zorgvrager gevraagd wordt maatregelen te treffen om valgevaar te voorkomen). Op het betreffende formulier wordt hierbij duidelijk aangegeven hoe dit is gecommuniceerd met de betrokkenen en indien de zorgvrager/medewerker de afwijking toestaat/goedkeurt is hier een formele bevestig van noodzakelijk.
Werkwijze afhandelen melden incidenten medewerkers (MIM)
Processtap 3. Afhandeling arbeidsongeval
Toelichting Arbeidsongevallen dienen direct gemeld te worden bij de inspectie SWZ, via het digitale meldformulier (www.inspectieswz.nl). Een arbeidsongeval is een ongeval dat plaatsvindt bij of als gevolg van werkzaamheden. (Verkeers)ongevallen die tijdens woon-werkverkeer plaatsvinden worden niet als arbeidsongevallen aangemerkt. Er is sprake van een meldingsplichtig arbeidsongeval als het slachtoffer aan de gevolgen overlijdt, blijvend letsel oploopt, of in een ziekenhuis moet worden opgenomen. Onder ‘blijvend letsel’ wordt onder andere verstaan: amputatie, blindheid, of chronische lichamelijke of psychische/traumatische klachten. Onder ‘ziekenhuisopname’ wordt verstaan dat een slachtoffer in een ziekenhuis wordt opgenomen. Poliklinische behandeling wordt dus niet als ziekenhuisopname beschouwd (bron: www.inspectieswz.nl). Van het arbeidsongeval en de ondernomen acties wordt een verslag opgesteld.
Referentie www.inspectieswz.nl Verslag afhandeling arbeidsongeval
Toelichting Na de melding wordt er een onderzoek ingesteld. Degenen die bij de gebeurtenis waren betrokken krijgen de gelegenheid een toelichting te geven op het gebeurde. Zo nodig worden er externe deskundigen bij het onderzoek betrokken. De resultaten van het onderzoek worden geregistreerd, waarbij minimaal wordt opgenomen: • een analyse van het incident (hieruit moet duidelijk de toedracht blijken); • een uitspraak gedaan over de vermijdbaarheid van het incident; • zo nodig wordt een advies gegeven over te nemen maatregelen. Een bijzonder incident is het “accidenteel bloedcontact”. Hieronder valt een prikaccident, spatongeval (bijvoorbeeld spatten in de ogen), bijtwonden en snijwonden. Het gaat om elke gebeurtenis waarbij niet-intacte huid of slijmvlies aan bloed of aan zichtbaar met bloed verontreinigde stoffen wordt blootgesteld. De wijze van handelen bij dit “accidenteel bloedcontact” staat beschreven in een protocol. De verantwoordelijke stelt hierbij ook een onderzoek in zoals hierboven beschreven.
Referentie Automatiseringssysteem Protocollen Vilans
Toelichting Indien er een incident met een medewerker plaatsvindt, dient dit te allen tijde gemeld te worden aan de organisatie (dit is verplicht gesteld vanuit de Arbeidsomstandighedenwet). De MIM-melding wordt geregistreerd.
Processtap 3. Melden aan bevoegde autoriteit
Toelichting In geval van huiselijk geweld of kindermishandeling, anders dan hierboven opgenomen onder melden van geweld in de zorgrelatie, zal de organisatie handelen conform de Meldcode bij signalen van huiselijk geweld.
Referentie Meldcode bij signalen van huiselijk geweld
Werkinstructie
Bij vermoeden van huishoudelijk geweld en kindermishandeling meld je dit bij de directie. Samen met directie wordt bepaald hoe de Meldcode toegepast wordt.
Hieronder vind je informatie over de Meldcode.
Als medewerker heb je een belangrijke rol in het signaleren en bespreekbaar maken van huiselijk geweld en kindermishandeling. Om dit goed te kunnen doen, is het belangrijk dat je op de hoogte bent van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van de Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN).
De meldcode bestaat uit 5 stappen:
Als medewerker heb je ook een meldrecht. Dit betekent dat je zonder toestemming van de cliënt een melding kunt maken bij Veilig Thuis als je vermoedt dat er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling.
Het is belangrijk om als huishoudelijk medewerker op de hoogte te zijn van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en hier actief mee aan de slag te gaan. Zo kunnen we samen huiselijk geweld en kindermishandeling signaleren en aanpakken.
Veilig Thuis
Bij zorgen over de veiligheid thuis
Kinderen, volwassenen, ouderen en professionals kunnen bij ons terecht voor advies of een melding van (vermoedens van) geweld, verwaarlozing of misbruik. Voor jezelf of als je je zorgen maakt over iemand anders.
Dus mantelzorgers kunnen ook Veilig Thuis bellen.
Telefoon nummer: 0800 2000
Op deze site kan je ook chatten van 9:00 tot 17:00
Telefoon nummer: 030 687 70 55
Meld- en Adviespunt Bezorgd (MAB)
Het MAB is een regionaal advies- en meldpunt voor burgers en professionals met (niet-acute) zorgen over sociaal kwetsbare mensen. Dit meldpunt zorgt ervoor dat degene over wie een melding wordt gedaan, zo snel mogelijk terechtkomt bij juiste zorg en/of ondersteuning. Over de inzet van het MAB bestaan afspraken met de afzonderlijke gemeenten. Hoe kun je melden? Je kunt melden via het volgende meldingsformulier MAB. Bij het Meld- en Adviespunt Bezorgd, bereikbaar via 030- 630 54 80 kun je vooraf advies inwinnen of overleggen. Het Meldpunt zal onderzoeken of de melding voldoet aan de criteria.
Informatie V&VN Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling
V&VN meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling
Stappenplan Meldecode Huiselijk geweld en kindermishandeling
NB: Indien linkjes niet meer werken wil je dit dan doorgeven?
Toelichting Vanuit de WMO is er een verplichting calamiteiten te melden aan de bevoegde ambtenaar (betreffende GGD van de regio).
Referentie Automatiseringssysteem
Toelichting Vanuit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg is er een verplichting om een aantal zaken te melden aan de bevoegde autoriteit. Het betreft hierbij onderstaande meldingen (op de website van de IGJ is meer informatie opgenomen over de definiëring, werkwijze en de verplichte meldingstermijnen: • Melden van calamiteiten; • Melden van geweld in de zorgrelatie; • Melden van ontslag wegens disfunctioneren; • Andere meldingen.
Referentie Automatiseringssysteem Melden aan de IGJ dient te gebeuren via een digitaal meldingsformulier. Deze zijn te vinden op de website van de IGJ.
Verwijzingen calamiteiten:
Verwijzingen geweld in de zorgrelatie:
Verwijzingen ontslag vanwege disfunctioneren:
Verwijzingen andere meldingen:
Voorbeeld van een andere melding:
Toelichting Bij elk werkoverleg de eventuele MIC-meldingen binnen de betreffende periode binnen het team besproken eventueel wordt direct via een mail informatie verschaft.
Toelichting De individuele MIC-melding wordt na binnenkomst direct door de directie beoordeeld. Hierbij wordt beoordeeld of er maatregelen genomen kunnen worden om een soortgelijk incident in de toekomst te voorkomen. Hierop worden eventueel meteen maatregelen genomen.
Processtap 1. Melden van een incident
Toelichting Indien er een incident plaatsvindt, dient dit te allen tijde gemeld te worden aan de organisatie. Zo worden gegevens verzameld, die de organisatie in staat stelt om de kwaliteit van de geleverde zorg systematisch te beoordelen en te waarborgen (dit is ook wettelijk verplicht gesteld). Hierbij geldt als meldingscriterium: ieder incident al dan niet veroorzaakt door menselijk handelen of nalaten, bij onderzoek, behandeling, verpleging of verzorging van de zorgvrager, dat tot een schadelijk gevolg, zowel fysiek als psychisch, van de zorgvrager heeft geleid, dan wel naar algemene ervaringsregels tot schadelijk gevolg had kunnen leiden, indien dit niet was voorgekomen door een toevallige gebeurtenis, of door een tevoren gepland ingrijpen. Iedereen betrokken bij de zorgverlening kan een MIC doen, zoals zorgvrager, zorgverlener of 3e partij (arts, mantelzorg, etc.). De MIC-melding wordt geregistreerd.
Referentie Automatiseringssysteem
Werkwijze
prik-, snij-, bijt-, krab- of spuugincidenten.
Voorkomen prikaccidenten
Landelijke richtlijn Prikaccidenten
Werkwijze onverwachte gebeurtenis
Een onverwachte gebeurtenis, hoe te handelen
Bel 112 of gebruik de 112 Nl-app
U belt het alarmnummer 112 voor spoedeisende hulp. Bijvoorbeeld als u of iemand anders dringend medische hulp nodig heeft. Bij brand. Of als u getuige bent van een misdrijf. Bijvoorbeeld mishandeling of inbraak.
Brand
Binnen 3 minuten buiten?
Als er brand uitbreekt
Brand
Geen spoed, wel brandweer
Bel dan 0900-0904
Politie
Geen spoed, wel politie nodig
Bel dan 0900-8844
Huisartsenpost (echt alleen voor spoed)
Alarm via NL-Alert
Gebruik Verpleegkundige triage en de EHBO app
Uitleg Verpleegkundige Triage
Uitleg over belscript
EHBO: Weet jij hoe je moet handelen?
Ongeval met ernstig letsel/aangrijpende gebeurtenis
Indien een zorgverlener een cliënt overleden aantreft bel je direct je leidinggevende of de bereikbaarheidsdienst van de organisatie. Samen spreek je af wie de contactpersoon en de arts informeert.
Raak de cliënt niet aan en verplaats niets in huis
Wacht totdat de contactpersoon/arts is gearriveerd.
Mogelijke ondersteuningsmogelijkheden:
Je staat voor een gesloten deur
Indien de zorgverlener voor een gesloten deur staat bel je eerst de cliënt, vervolgens de contactpersoon. Als de contactpersoon geen polshoogte kan nemen of niet bereikbaar is bel je kantoor of de bereikbaarheidsdienst. Samen bepaal je wat te doen.
Mogelijkheden:
Meldingen
Meldt bovenstaande gebeurtenissen zo spoedig mogelijk bij de leidinggevende. Van de bovenstaande gebeurtenissen worden altijd een melding gedaan volgens de meldingsprocedure van de organisatie.
Mogelijk is er in één van bovenstaande situaties sprake van een calamiteit. Als er sprake is van een calamiteit wordt er melding gedaan bij IGJ.
Definitie:
Calamiteit: 'Een niet beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van een cliënt of een ernstig schadelijk gevolg voor een cliënt heeft geleid.'
Incident: Een niet beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en heeft geleid, had kunnen leiden, of zou kunnen leiden tot schade bij de cliënt.
Complicatie: Een onbedoelde en ongewenste uitkomst tijdens of volgend op het handelen van een zorgverlener, die voor de gezondheid van de cliënt zodanig nadelig is dat aanpassing van het (be)handelen noodzakelijk is, danwel er is sprake van onherstelbare schade.
In de brochure calamiteiten kan je lezen wat het verschil is tussen een incident een complicatie en een calamiteit
Werkinstructie Meldingen
WAT KUNNEN WE LEREN OM GOEDE PERSOONSGERICHTE ZORG TE LEVEREN?
Zorgplatform Geranós motiveert zorgvragers, mantelzorgers en medewerkers meldingen vast te leggen, met als doel een lerende thuiszorgorganisatie te zijn en persoonsgericht te kunnen werken en samen te werken om passende ondersteuning te kunnen bieden.
SOORTEN MELDINGEN:
COMPLIMENT:
Hoe ervaart u uw zorg van onze zorgverleners? Heeft u een compliment aan een van onze gepassioneerde gezichten in de thuiszorg? U kunt uw compliment delen en vermeld ook welke zorgverlener u in het zonnetje wilt zetten. Wij waarderen uw bijdrage enorm.
AANDACHTSPUNT:
Waar moeten wij als zorgverleners aan denken om de zorg verder te optimaliseren?
RISICO:
Afspraken vastleggen voor arbotechnische knelpunten, vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling bijvoorbeeld: eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling zoals
ONVREDE:
Waar bent u ontevreden over? Wat kunnen wij doen om uw onvrede weg te nemen?
KLACHT:
Waar heeft u een klacht over? Heeft u deze klacht ook besproken (met de medewerker zelf of telefonisch met kantoor? Wij zullen uw klacht analyseren en proberen deze naar tevredenheid op te lossen. Indien dit uiteindelijk niet lukt kunt u een klacht indienen bij de klachtenfunctionaris.
https://www.verenigingspot.nl/klachten/
Een klacht indienen
U kunt een klacht indienen per mail: klacht@verenigingspot.nl
of per post: Vereniging SPOT, t.a.v. de klachtenfunctionaris, Lange Voorhout 58, 2514EG Den Haag
Indien de klacht rechtstreeks binnenkomt via de klachtenfunctionaris van Spot, dan zal deze melding ook geregistreerd worden onder het kopje klachten.
SCHADE:
Melding Incident Cliënten (MIC):
het melden van fouten of onbedoelde gebeurtenissen die zich voordoen tijdens de zorg of huishouding. Heeft het incident daarnaast geleid tot ernstige schade of de dood van de cliënt? Dan noemen we het een calamiteit. Calamiteiten moeten ook aan de
IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd) gemeld worden.
Voorbeelden: Val incident, medicijnincident, (bijna) fouten bij de uitvoering van risico- en voorbehouden handelingen.
Melding Incident Medewerkers (MIM):
Prikincident, ongewenst gedrag zoals: agressie (verbaal, fysiek of psychisch), intimidatie, discriminatie, pesten. Voordat je een melding doet van ongewenst gedrag raadpleeg eerst de vertrouwenspersoon. Advies: praat niet met anderen over dit incident.
DATALEK:
Bij een datalek gaat het om toegang tot of vernietiging, wijziging of vrijkomen van persoonsgegevens bij een organisatie, zonder dat dit de bedoeling is van deze organisatie. Deze gegevens worden ook verwerkt in het verwerkingsregister en indiennodig gemeld bij Meldloket Datalekken.
Alle meldingen kunnen geregistreerd worden
1. De melder vult:
De ontvanger spreekt de melder en zo nodig degene over wie de melding gaat uitgebreid binnen 2 werkdagen, zo nodig kunnen verkeerd ingevulde velden gecorrigeerd worden.
De benodigde actie's worden vastgelegd in het actie en voorzien van een actie datum. Deze datum wordt ook gecommuniceerd aan de melder.
De resultaten worden beschreven in het vak resultaat. Tevens wordt de datum genoteerd wanneer de melding is afgerond.
EXTRA:
CONTACT OP NEMEN MET HET BESTUUR INDIEN ER SPRAKE IS VAN:
- MIC en MIM melding sprake is van een incident met schade;
- meldingen over huiselijk geweld / kindermishandeling
- datalek
Het bestuur zal met de melder analyseren of deze melding gemeld dient te worden bij de IGJ of de GGD en samen met de melder vervolg actie's bepalen.
Zie website:
- GGDrU
- IGJ
COMMISSIE MELDINGEN
De commissie meldingen heeft een actieve rol om medewerkers te motiveren om meldingen te doen met als doel om te leren van elkaar en mogelijkheden te bieden voor corrigerende maatregelen en structurele verbeteringen.
Maandelijks zal er rapportage met cijfers beschikbaar zijn.
Eenmaal per kwartaal zal de commissie een nieuwsbericht uitbrengen en de directie van advies voorzien ten aanzien van ontwikkelpunten die vervolgens meegenomen kunnen worden in het opleidingsplan van de organisatie.
Personeelshandboek
Referentie Leveringsvoorwaarden Website SPOT
O.02 Beheer van materialen
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Alle kritische materialen worden aantoonbaar geborgd m.b.t. beschikbaarheid, onderhoud en het voldoen aan wet- en regelgeving (indien van toepassing).
4.4
Werkwijze afhandelen klachten
Processtap 3. Inschakelen geschillen-commissie (zorgvrager)
Toelichting Indien een klacht niet in onderling overleg tussen de zorgvrager en de organisatie opgelost kan worden, kan de zorgvrager en/of de organisatie besluiten de klacht in te dienen bij een door de minister erkende geschillencommissie, waar de organisatie bij is aangesloten via branchevereniging SPOT. De zorgvrager is via de leveringsvoorwaarden op de hoogte gebracht van het bestaan van de geschillencommissie en hoe het reglement opgevraagd kan worden.
Referentie Leveringsvoorwaarden Website SPOT
Processtap 2. Nemen van maatregelen
Toelichting De organisatie tracht direct de klacht op te lossen (correctie). Er wordt ook gezocht naar corrigerende maatregelen om een dergelijke klacht in de toekomst te voorkomen. Daarbij wordt ook beoordeeld of de betreffende klacht ook bij andere processen van de organisatie voor kan komen. De afhandeling van de klacht gebeurt (indien nodig) in overleg met de klant, de leverancier, overige medewerkers en/of de directie. De gekozen maatregelen worden geregistreerd.
Processtap 1. Melden van een klacht
Verantwoordelijke Iedereen
Toelichting Zorgvragers en medewerkers kunnen zich bij het indienen van een klacht laten bijstaan door een klachtenfunctionaris (zorgvrager) of vertrouwenspersoon (medewerker).
Referentie Leveringsvoorwaarden Vertrouwenspersoon
Toelichting De volgende hiërarchische lijnen worden gevolgd bij de afhandeling van een zorgvragermelding: • klager - medewerker • klager - leidinggevende/directie • klager - geschillencommissie
Toelichting Klachten kunnen op verschillende manieren bij de organisatie binnenkomen. Degene die de klacht ontvangt registreert de gegevens m.b.t. de klacht.
Referentie Automatiseringssysteem
Processtap 2. Beheer middelen en materialen
Toelichting Monitorings- en meetuitrusting: De organisatie bespreekt tijdens de intake de monitorings- en meetuitrusting, die nodig is voor een adequate zorgverlening. De zorgvrager is zelf verantwoordelijk voor de aanschaf/ inlenen van de betreffende uitrusting. De organisatie assisteert indien gewenst bij de aanschaf/ inleen.
Referenries R.01 Leveren van thuiszorg
Toelichting Voorraad en opslag geneesmiddelen, medische uitrusting en steriele materialen: De organisatie zorgt ervoor dat (indien van toepassing) de betreffende materialen: • Volgens vastgestelde criteria in voldoende mate voorradig zijn, voldoen aan de specificaties en op houdbaarheid worden gecontroleerd; • De opslag ervan zodanig is dat de organisatie de houdbaarheid garandeert en verwisseling voorkomt; • Zij het gebruik ervan registreert en verantwoordt. Dit conform de gemaakte afspraken met de zorgvrager en de daarvoor opgestelde protocollen.
Referenries B.01 Beheer documenten en registraties R.01 Leveren van thuiszorg
Toelichting Opslag, bescherming en bewaring van eigendommen van zorgvragers: Het kan gebeuren dat door de zorgvrager een sleutel ter beschikking wordt gesteld. In dit geval wordt een sleutelovereenkomst afgesloten.
Referenries Overeenkomst sleuteloverdracht
Toelichting Opslag, bescherming en bewaring van persoonlijke gegevens: Persoonlijke gegevens van de zorgvrager worden bewaard in fysieke dossiers en in het automatiseringspakket.
Referenries O.01 Inkoop Dossier privacy
Toelichting (Hulp-)middelen en materialen: De organisatie bespreekt tijdens de intake de (hulp-)middelen en materialen, die nodig zijn voor een adequate zorgverlening. De zorgvrager is zelfverantwoordelijk voor de aanschaf/ inlenen van de betreffende hulpmiddelen. De organisatie assisteert indien gewenst bij de aanschaf/ inleen.
Referenries R.01 Leveren van thuiszorg
Toelichting Gebouwen, werkruimten en de bijbehorende voorzieningen: Indien de organisatie zorgvragers ontvangt (bijvoorbeeld voor het geven van cursussen), zorgt zij ervoor dat de ontvangstruimten voldoen aan de noodzakelijke toegankelijkheid (bijvoorbeeld toegankelijk voor rolstoelgebruikers), recht doen aan privacy van de zorgvrager en voldoen aan de geldende hygiëne- en veiligheidseisen.
Referenries
Processtap 1. Vaststellen te beheersen middelen en materialen
Toelichting Om een goede dienstverlening te kunnen garanderen dienen de in te zetten materialen te voldoen aan vastgestelde eisen. De volgende zaken heeft de organisatie gedefinieerd als van invloed op de kwaliteit van de zorg- en/of dienstverlening, waarvoor eisen dienen te worden vastgelegd: • Gebouwen, werkruimten en de bijbehorende voorzieningen; • (Hulp-)middelen en materialen; • Opslag, bescherming en bewaring van persoonlijke gegevens en eigendommen van zorgvragers; • Voorraad en opslag geneesmiddelen, medische uitrusting en steriele materialen; • Monitorings- en meetuitrusting.
Referentie
O.01 Inkoop
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Alle inkoop bij kritische leveranciers, die relevant zijn voor de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening, vindt beheerst plaats.
4.4 - 5.1 - 7.1 - 8.4 - 8.6
Processtap 5. Evaluatie/ beoordeling leveranciers
Toelichting Minimaal jaarlijks worden alle geaccepteerde leveranciers beoordeeld aan de hand van de: • vastgestelde inkoopcriteria; • eventueel aanwezige klachten; • ervaringen van de afgelopen periode. Mocht er naar aanleiding van de beoordeling aanvullende acties richting de leverancier noodzakelijk zijn, dan wordt er een actieplan samen met de leverancier opgesteld. Dit actieplan wordt onderdeel van het leveranciersdossier. De periodieke beoordeling van de leveranciers dient als input voor de directiebeoordeling.
Referenries B.05 Beoordeling van het kwaliteitssysteem Actieplan leverancier Leveranciersdossier
Processtap 4. Ontvangst/ levering
Toelichting Bij ontvangst en levering worden de producten gecontroleerd. De afgenomen diensten worden regelmatig geëvalueerd, zie verder punt 5. Bij afgenomen opleidingen/scholingen wordt de effectiviteit geëvalueerd. Bij afwijkingen worden deze afgehandeld volgens de procedure beheer klachten en incidenten.
Referentie O.03 Klachten en incidenten Leveranciersdossier
Processtap 3. Inkoop
Toelichting Er wordt alleen ingekocht bij geaccepteerde leveranciers, door medewerkers die als verantwoordelijke voor inkoop zijn opgenomen.
Referentie
Processtap 2. Selectie leveranciers
Toelichting Voordat een product en/ of dienst ingekocht wordt bij een nieuwe leverancier, dient de betreffende leverancier beoordeeld te worden op de inkoopcriteria. Bij de beoordeling worden eventueel ook referenties nagevraagd of wordt aan collega-organisaties gevraagd naar ervaringen. Indien met een leverancier tot overeenstemming wordt gekomen, worden de afspraken (minimaal m.b.t. de kwaliteitsaspecten) vastgelegd. Van de betreffende leverancier wordt nu een leveranciersdossier aangelegd.
Referentie Leveranciersdossier
Toelichting Aan de leveranciers worden de volgende inkoopcriteria gesteld: • Kwaliteit : Voldoet het geleverde aan de gestelde kwaliteitseisen? (Hieronder vallen ook de begrippen betrouwbaarheid en kwalificatie van personeel) • Prijs : Is de prijs concurrerend? Hoe is de verhouding prijs/ kwaliteit? • Levertijd : Nakomen van afspraken? Hoe is de snelheid en flexibiliteit (spoedopdrachten)? • Service : Hoe is het verlenen van advies bij specifieke problemen? Snelheid in het oplossen van problemen? Ten aanzien van ingehuurd personeel maakt de organisatie in ieder geval duidelijke afspraken over de kwaliteit van handelen (gedrag, bejegening, registratie actuele kennis en vaardigheden en evaluaties van het handelen).
Processtap 1. Vaststellen te beheersen leveranciers
Toelichting De organisatie hecht veel waarde aan een goede kwaliteit van de ingekochte goederen en diensten en een goede relatie met de betrokken leveranciers. Er wordt dan ook veel aandacht besteed aan de selectie van de leveranciers, die invloed hebben op het zorg- en/of dienstverleningsproces. Dit betreft voor de organisatie de volgende leveranciers: • Onderaannemers, uitzendbureaus, zelfstandig zorgverleners (ingehuurd); • Opleidingsinstituten/ opleiders; • Leveranciers/onderhoudsbedrijven hulpmiddelen; • Dienstverleners op het gebied het automatiseringssysteem.
Referentie
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Elke zorgvrager krijgt goede en verantwoorde zorg- en dienstverlening, die op haar wensen is afgestemd.
Thuiszorg wordt door de organisatie verleend, gefinancierd door zowel de overheid, verzekeraar als via private financiering (particulier of via Persoonsgebonden budget (PGB)). Hierbij zijn de onderstaande opties mogelijk vanuit de verschillende financieringsstromen.
WMO
· Huishoudelijke hulp
Leveringsvorm
· Huishoudelijke hulp toelage (HHT)
Leveringsvorm
ZVW
· Persoonlijke verzorging en verpleging
· Palliatieve terminale zorg
Leveringsvorm
WLZ
· Persoonlijke verzorging
· Verpleging
· Begeleiding
· Schoonmaak
Leveringsvorm
4.4 - 8.1 -8.2 - 8.5
Processtap 10. Facturatie
Toelichting Na afloop van de zorgverlening wordt aan de hand van het aantal gewerkte uren door de zorgverlener (aftekenen van de urenstaat door zorgvrager verplicht) gefactureerd
Processtap 9. Afronding
Toelichting Afronding dan wel beëindiging van de zorg- en/of dienstverlening vindt plaats zoals vastgelegd in het plan en in overleg met de zorgvrager, of met diens vertegenwoordiger of nabestaande (conform processtap 8). Daartoe worden in ieder geval de wensen en mogelijkheden voor verwijzing en nazorg in kaart gebracht. De zorgvrager moet bij verwijzing en nazorg instemmen met de overdracht van gegevens.
Processtap 8. Evaluatie
Toelichting Met vooraf vastgestelde frequentie in samenspraak met de zorgvrager en in ieder geval bij afsluiting van de zorg- en/of dienstverlening wordt de zorg- en/of dienstverlening geëvalueerd met de zorgvrager. Hierbij is er ten minste aandacht voor: • het bereiken van de vastgestelde doelen; • de resultaten van de metingen op basis van de vastgestelde indicatoren; • de ervaringen van de zorgvrager over het proces, de bejegening en de inhoud van de zorg- en/of dienstverlening inclusief de keten. Op basis van de evaluatie wordt eventueel in overleg met de zorgvrager de zorg- en/of dienstverlening en/of de overeengekomen doelen bijgesteld, conform processtap 4. De organisatie meet en beoordeelt de effectiviteit van de genomen maatregelen door deze conform de vastgelegde frequentie in het plan te evalueren. De afwijkingen van en tekorten in de daadwerkelijk geleverde zorg- en/of dienstverlening, die een nadelige invloed hebben op de kwaliteit hiervan worden geregistreerd.
Processtap 7. Coördinatie
Toelichting Op basis van de mogelijkheden en wensen van de zorgvrager en afspraken met de zorgvrager over mantelzorg/inzet vrijwilligers wordt de zorg gecoördineerd. Hierbij wordt gezorgd voor een goede overdracht binnen de eigen organisatie en naar andere organisaties. Indien noodzakelijk en van toepassing, vindt volgens een vastgestelde frequentie zorgvrager gebonden (multidisciplinair) overleg plaats, zie verder processtap 8. Zorgvragers met een ZVW- of WLZ-indicatie kunnen overleggen met de toegewezen zorgregisseur. Zorgvragers met een WMO indicatie kunnen overleggen met hun vaste hulp of met de planner.
Processtap 6. Uitvoer
Toelichting Iedere zorgvrager ontvangt zorg- en/of dienstverlening in overeenstemming met de visie van de organisatie en conform de afspraken in het individueel plan, volgens bepaalde protocollen. De zorgverlener zorgt er hierbij voor, dat het plan up-to-date gehouden wordt.
Referrentie Automatiseringspakket
Proecesstap 5. Planning
Toelichting Na acceptatie wordt een planning opgesteld, hierbij wordt de zorgverlening gepland met eigen personeel of ZZP-ers. Tijdens de planning wordt rekening gehouden met de gevraagde zorg en de deskundigheid (bevoegd en bekwaam) van de medewerkers. De medewerkers worden ingepland aan de hand van de afgesproken uren in het arbeidscontract. De planning is voor zorgvrager/contactpersoon en medewerkers digitaal te raadplegen.
Referrentie O.01 Inkoop Automatiseringspakket
Processtap 4. Opstellen plan en aangaan van een overeenkomst
Toelichting In samenspraak met de zorgvrager wordt een zorg- /ondersteuningsplan (verder genoemd plan) op maat opgesteld. Tijdens het opstellen van het plan worden de risico’s op clientniveau meegewogen. Indien hier aanvullende maatregelen voor nodig zijn worden ze meegenomen in het plan. Indien nodig, verplichting vanuit de financier, wordt deze (digitaal) ondertekend. Voordat de feitelijke zorg- en/of dienstverlening start wordt een zorg- en/of dienstverleningsovereenkomst afgesloten. Hierbij zijn de wensen van de zorgvrager en de afgegeven indicatie het uitgangspunt. In de overeenkomst staan afspraken over de omvang, vorm en inhoud van de zorg- en/of dienstverlening. Daarbij is aandacht voor de eventuele kosten die daaraan voor de zorgvrager verbonden zijn. De overeenkomst en het plan zijn samen een integraal onderdeel en bestaat per financieringsvorm uit: • WMO: de overeenkomst van VNG en het ondersteuningsplan. • ZVW: de algemene module en de Bijzondere module Wijkverpleging en het zorgleefplan. • WLZ: de algemene module en de Bijzondere module MPT en het zorgleefplan. • Particulier: alle bovenstaande combinaties mogelijk Voor de zorgvrager en/of contactpersoon wordt nu een digitaal toegankelijk dossier aangemaakt, waar alle relevante documenten opgenomen zijn.
Algemene voorwaarden ZvW en Wlz van de SER 2022
Algemene voorwaarden 2022
Algemene voorwaarden ondersteuning Wmo 2015 van de VGN (versie juli 2019)
Een schriftelijke zorgovereenkomst is niet nodig
Proecesstap 3. Afstemming/ intake
Toelichting In samenspraak met de zorgvrager wordt een passend zorg- en/of dienstverleningsaanbod gedaan. Dit aanbod is afgestemd op de wensen van de zorgvrager en, is gebaseerd op het indicatiebesluit (indien van toepassing). Bij ZVW wordt de indicatie tijdens de intake gesteld. Als het aanbod niet passend is voor de zorgvrager, wordt de zorgvrager doorverwezen.
Proecesstap 2. Aanmelding
Toelichting Er wordt nagegaan of zorgvrager beschikt over een indicatie (indien van toepassing) en er wordt gecontroleerd of deze juist is. Heeft de zorgvrager geen of een onjuiste indicatie, dan vindt verwijzing plaats naar de indicerende of daarin ondersteunende instantie (WMO/WLZ). Bij ZVW kan door de organisatie zelf een indicatie worden gesteld. Van alle aanmeldingen worden registraties bijgehouden.
2. Aanmelding
1. Indicatie
1.a WMO huishoudelijke ondersteuning
1.b WLZ in de vorm van Modulair pakker thuis (MPT)
1.c ZvW
In het Normenkader voor indiceren van V&VN wordt beschreven dat besluitvorming rondom het indiceren moet plaatsvinden op basis van het verpleegkundig proces (klinisch redeneren).
Over indicatiestelling op de website van V&VN:
Beter laten en beter doen lijst van V&VN
3. Voorschrift en bijlagen Zorgkantoor Zilveren Kruis
ad 3. Rollen Dossierhouder en Coördinator Zorg Thuis (Uit Voorschrift Zorgtoewijzing januari 2024 |)
3.a Dossierhouder
Geen actieve opnamebehoefte
De dossierhouder bespreekt met de cliënt altijd zijn/haar zorgvraag:
Actieve opnamebehoefte
3.b Coördinator zorg thuis
Een coördinator zorg thuis:
Referrentie Automatiseringspakket
Proecesstap 1. Aanvraag
Verantwoordelijke
Toelichting Aanvragen voor het verlenen van thuiszorg kunnen binnenkomen via de zorgvrager (degene die de zorgvraag heeft of diens vertegenwoordiger), een indicatiesteller/financier of een andere zorgtoewijzer (zoals transferverpleegkundige, huisarts). De organisatie maakt ook gebruik van het onafhankelijke platform ZorgDomein. Op dit platform kun zorgvraag en -aanbod vinden en regelen. Via de website van de organisatie wordt de zorgvrager geïnformeerd over de producten en diensten van de organisatie. Voor de huishoudelijke ondersteuning is op de Beschikbaarheidswijzer te wachttijden per gemeente te raadplegen.
1. Aanvragen ondersteuning
1. Aanvragen zorg
Tevens zijn wij te vinden in:
• de Groene Gids van Stichting Pulse (informatieblad voor 65-plussers in IJsselstein en Lopik)
• Informatiegids gemeente IJsselstein pagina 54
• Zorgkaart Nederland Zorgplatform Geranós & Zorgkaart Nederland Interzorg
2. Informatie
2.a Huishoudelijke verzorging
2.b Verpleging en verzorging
3. Clientondersteuning bij aanvraag
• Cliëntondersteuning vanuit de gemeente
• Cliëntondersteuning vanuit het Zorgkantoor
4. Ondersteuning vanuit welke wet
Vanuit welke wet wordt er zorg aangevraagd zie informatie Regelhulp Hulp en zorg thuis
5. Eigen bijdrage
5.a De WMO
In het filmpje zijn de eigenbijdrage van 2023
Ik ontvang hulp bij het huishouden
5.b De WLZ
In het filmpje zijn de eigenbijdrage van 2023
Ik heb een modulair pakket thuis
6. Wachttijden
6.a Huishoudelijke ondersteuning
6.b Verpleging en verzorging
Zorgspoor
Referrentie Website Zorgplatform Geranós Zorgdomein Beschikbaarheidswijzer
B.05 Beoordeling van het kwaliteitssysteem
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Het kwaliteitssysteem is effectief en doeltreffend ingevoerd en onderhouden, doordat zij planmatig wordt beoordeeld;
· Verbeteracties voortkomend uit de beoordelingen worden structureel opgepakt en afgehandeld.
Binnen het kwaliteitssysteem worden alle activiteiten systematisch gepland en de resultaten vastgelegd. Op deze manier kunnen alle betrokkenen (directie, medewerkers, klanten en eventuele andere betrokkenen) er zeker van zijn dat de gemaakte afspraken worden nagekomen. Indien er een minimale frequentie voor een bepaalde activiteit is vastgesteld, dan is deze vetgedrukt weergegeven in de betreffende procedure.
Om een oordeel te kunnen geven over het functioneren van het kwaliteitssysteem is informatie nodig. En om informatie te verkrijgen moeten gegevens verzameld worden. Deze gegevens worden verkregen door te meten. De organisatie heeft hiertoe een drietal gegevensbronnen vastgesteld:
· Indicatoren nodig zijn om de processen te controleren en hun doeltreffendheid te garanderen;
· De voortgang van de ingezette doelen;
· De voortgang van de ingezette acties.
Ieder kwartaal wordt beoordeeld in hoeverre de betreffende gegevens voldoen aan de vooraf opgestelde normen en of bijsturing noodzakelijk is. De verslaglegging hiervan vindt plaats via de kwartaalrapportage.
Met geplande tussenpozen worden interne audits uitgevoerd om vast te stellen of het kwaliteitssysteem:
· overeenkomt met de eisen in van het certificatieschema en de eisen die de organisatie zelf stelt;
· doeltreffend is geïmplementeerd en onderhouden.
Er is een auditprogramma gepland. Hierbij is rekening gehouden met de status en het belang van de te auditen processen en gebieden en met de resultaten van de vorige audits. De auditcriteria, de reikwijdte, de frequentie (minimaal jaarlijks) en de methoden van de audits zijn gedefinieerd. De aangestelde auditors voeren geen audit uit over hun eigen werk. Zij zijn zodanig gekozen dat de objectiviteit en onpartijdigheid van het auditproces gegarandeerd zijn.
Na de audit wordt er een auditverslag opgesteld. Uit dit auditverslag moet blijken:
· welke zaken zijn geaudit;
· wie is geaudit (betreffende bepaalde activiteiten);
· welk (positief en negatief) bewijsmateriaal is aangetroffen;
· welke conclusie kan worden getrokken betreffende het geauditte onderdeel;
· wat het verdere auditprogramma is.
Bij afwijkingen wordt na terugkoppeling met de betrokkenen, in het auditverslag beschreven welke maatregelen zullen worden genomen (inclusief de geplande tijdsplanning). De organisatie tracht direct de afwijking op te lossen/ weg te nemen (correctie). Er wordt nu ook gezocht naar corrigerende maatregelen om een dergelijke afwijking in de toekomst te voorkomen. Daarbij wordt ook beoordeeld of de betreffende afwijking ook bij andere processen van de organisatie voor kan komen.
Als er maatregelen nodig zijn, zal er tijdig opnieuw een audit worden verricht, om te controleren (verifiëren) of de maatregelen het juiste effect hebben gehad. Deze resultaten worden gerapporteerd.
De directie zal minimaal jaarlijks het kwaliteitssysteem evalueren. Met deze gegevens kan de directie een uitspraak doen over de mate waarin het kwaliteitssysteem voldoet om het vastgestelde beleid te blijven verwezenlijken. Ook kan een uitspraak worden gedaan over de vraag of bepaalde processen binnen de organisatie verbeterd moeten worden om een goede borging te blijven bewerkstelligen. Potentiële knelpunten kunnen worden vertaald als meetbare doelstellingen en worden afgehandeld als preventieve maatregel. Van deze directiebeoordeling wordt een verslag gemaakt.
De input voor de directiebeoordeling bevat ten minste informatie over:
· de status van maatregelen uit vorige directiebeoordelingen;
· veranderingen in externe en interne factoren die relevant zijn voor de
organisatie (onderdeel van SWOT-analyse);
· informatie over de kwaliteitsprestaties, inclusief trends ten aanzien van:
o het beleid van de organisatie;
o de cultuur binnen de organisatie;
o afwijkingen en corrigerende maatregelen;
o de resultaten van de monitoring en meting;
o de resultaten van de in- en externe audits;
o de klanttevredenheid en feedback van relevante stakeholders;
o de resultaten van zorgvragersparticipatie en/of adviezen van de zorgvragersraad;
o de uitkomsten van de toetsing op professioneel handelen;
o de prestaties van externe leveranciers;
· de analyse van het personeelsbeleid aan de hand van:
o de doeltreffendheid van de deskundigheid bevorderende maatregelen;
o de opleidings- en bijscholingsbehoefte en/of -noodzaak van medewerkers;
o de resultaten van de analyse van toetsing van professioneel handelen;
o het oordeel van medewerkers;
o de klachten van medewerkers;
o de ervaringen met betrekking tot een gezonde en veilige werkomgeving;
· de geschiktheid van de middelen;
· de procesprestaties en kwaliteit van zorg- en/of dienstverlening;
· de rapportages van de relevante inspecties;
· de doeltreffendheid van de maatregelen ten aanzien van risico’s en mogelijkheden;
· kansen voor verbetering (onderdeel van de SWOT-analyse).
Het resultaat van de directiebeoordeling bestaat uit besluiten en maatregelen met betrekking tot:
· mogelijkheden voor verbetering;
· de noodzaak voor veranderingen in de organisatie en het kwaliteitssysteem inclusief benodigde middelen;
· het voorkomen, beheersen of elimineren van ongewenste effecten.
Zorginstellingen moeten elk jaar verantwoording afleggen over de manier waarop zij hun geld besteden. Die verantwoording leggen zij af in het Jaardocument zorginstellingen. Het jaardocument is gebaseerd op een aantal wetten en regelingen, waaronder de WTZi.
Via het CIBG (www.cibg.nl) worden de betreffende gegevens gedeponeerd en zijn daarna beschikbaar voor alle partijen (onder andere de Inspectie voor de Gezondheidszorg).
· Alle documenten van het kwaliteitssysteem
4.1 - 4.4 -5.1 - 7.4 9.1 - 9.2 - 9.3 - 10.1 -10.3
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· De missie en visie zijn gedefinieerd en kenbaar gemaakt aan alle betrokkenen;
· Er wordt gestreefd naar continue verbetering door jaarlijks doelstellingen op te stellen.
De eisen, behoeften en verwachtingen van de klant komen tot uitdrukking in de beleidscyclus van de organisatie. Het vastgestelde beleid opgenomen in het beleidsplan vormt het uitgangspunt voor het zorg- en dienstverleningsproces.
Hieronder is schematisch de beleidscyclus van de organisatie weergegeven.
De bepaalde doestellingen zijn concreet (SMART) geformuleerd, dit betekent dat de doelstellingen Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden zijn. De doelstellingen worden vastgelegd en gepland via de kwartaalrapportage.
Daarnaast wordt er uitvoering gegeven aan het personeelsbeleid via de werkwijzen, zoals beschreven in het deel personeelsprocessen.
Intern wordt het beleid van de organisatie en de vastgestelde doelstellingen gecommuniceerd tijdens het regulier overleg.
Extern wordt het beleid en de vastgestelde doelstellingen gecommuniceerd via de jaarverantwoording zorginstellingen.
De vastgestelde doelstellingen worden volgens de vastgestelde planning geëvalueerd, maar minimaal tijdens de directiebeoordeling. Na de beoordeling worden eventueel nieuwe doelstellingen opgesteld en/ of bestaande doelstellingen bijgesteld. Tijdens de directiebeoordeling wordt ook beoordeeld of de geformuleerde missie, visie en strategie nog actueel zijn en worden zij eventueel bijgesteld.
· B.05 Beoordeling van het kwaliteitssysteem
· P.01 Werving, aanname en dossieropbouw
· P.02 Functioneren en overleg
· P.03 Arbeidsomstandigheden
· P.04 Leerlingen/Stagiaires
· Overlegstructuren
4.2 -4.4 -7.4 - 9.1
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· De organisatie kent de eisen, behoeften en verwachtingen van haar stakeholders en houdt hier rekening mee.
Voor zover van belang om producten en diensten te leveren die voldoen aan de eisen, behoeften en verwachtingen van de klant, andere belanghebbenden en wet- en regelgeving, bepaalt de organisatie:
· De stakeholders die relevant zijn;
· De eisen, behoeften en verwachtingen van deze stakeholders, die relevant zijn.
De organisatie maakt, bij het bepalen van de voor haar relevante stakeholders, onderscheid in de onderstaande indeling.
· Interne stakeholders zijn stakeholders die zich binnen de organisatie bevinden (bijvoorbeeld werknemers, OR);
· Externe stakeholders zijn logischerwijs alle stakeholders van buitenaf, zoals leveranciers, klanten of de media;
· Interface stakeholders kunnen door middel van wet- en regelgeving invloed uitoefenen op de organisatie.
Niet alle stakeholders zijn even belangrijk voor de organisatie. Daarom maakt de organisatie onderscheid in een viertal categorieën, zie figuur 1. Hierbij wordt beoordeeld in hoeverre de stakeholders:
· Invloed kunnen uitoefenen op het beleid en werkwijze van de organisatie;
· Interesse hebben in de organisatie (houden zij zich actief bezig met de organisatie).
Op deze manier kan de organisatie efficiënt en doeltreffend haar communicatie en verantwoording richting haar stakeholders bepalen en inzetten.
De relevante stakeholders zijn opgenomen op het formulier Stakeholdersoverzicht, waarbij aangegeven is tot welke categorie de stakeholder behoort.
Per stakeholder wordt nu bepaald welke eisen, behoeften en verwachtingen de stakeholder heeft. Daarbij wordt ook bepaald op welke wijze aan de betreffende stakeholder verantwoording wordt afgelegd of hoe met de betreffende stakeholder wordt gecommuniceerd.
De inventarisatie en verantwoording- en communicatiewerkwijzen zijn per relevante stakeholder opgenomen op het formulier Stakeholdersoverzicht.
Hierbij zorgt de organisatie ervoor dat zij kan voldoen aan de beweringen ten aanzien van zorg- en dienstverlening die zij aanbiedt. Klachten en/of verbetervoorstellen vanuit klanten en/of stakeholders worden afgehandeld volgens de procedure beheer klachten en incidenten.
Alle uitkomsten met betrekking tot het overleg en de evaluaties met de stakeholders worden minimaal jaarlijks geëvalueerd in de directiebeoordeling. Het doel hierbij is de tevredenheid te verhogen. Hierbij wordt beoordeeld of verbetering nodig, wenselijk en haalbaar is.
· B.05 Beoordeling van het kwaliteitssysteem
· R.01 Leveren van thuiszorg
· O.03 Beheer klachten en incidenten
· Stakeholdersoverzicht
4.1 - 4.4 - 6.1
Stakeholdersoverzicht
Interface stakeholders
Stakeholder SVB
Eisen, behoeften en verwachtingen Als zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) voert de SVB wetten en regelingen uit voor verschillende overheidsorganisaties. Dit betreft specifiek de Regeling persoonsgebonden budget Wlz en WMO (PGB). .
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie Geen, wel geïnformeerd blijven over eisen aan facturatie en declaratie, zodat deze correct kunnen worden ingediend.
Stakeholder NZA
Eisen, behoeften en verwachtingen De NZa stelt tarieven en behandelomschrijvingen vast in de zorg en houdt toezicht op zorgverzekeraars en zorgaanbieders (zorgaanbieders moeten bijvoorbeeld de behandelingen op de juiste manier in rekening brengen. Ook moeten zij duidelijke informatie geven over de prijs en kwaliteit van de zorg).
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie Alleen op verzoek
Stakeholder IGZ
Eisen, behoeften en verwachtingen Voldoen aan wet- en regelgeving (zie overzicht Normen, wettelijke eisen en informatiebronnen)
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie • Via Jaarverantwoording zorg (www.jaarverslagenzorg.nl) • Melden calamiteiten (O.03 Beheer klachten incidenten) • Melden van ontslag wegen disfunctioneren (P.01 Werving, aanname en dossieropbouw)
Externe stakeholders
Stakeholder Media
Eisen, behoeften en verwachtingen Direct op de hoogte brengen indien er nieuwswaarde is.
Stakeholder Leveranciers
Eisen, behoeften en verwachtingen Juiste afhandeling van facturatie
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie Beheer leveranciers is beschreven in procedure O.01 Inkoop.
Stakeholder Palliatieve netwerk:
Stakeholder Onderwijsinstellingen: XX
Eisen, behoeften en verwachtingen Erkend door SBB. Voldoende tijd voor begeleiding. Voldoende gekwalificeerde begeleiders.
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie De afspraken zijn vastgelegd in contracten per leerling/stagiair.
Stakeholder Ziekenhuizen: XX
Eisen, behoeften en verwachtingen Betreffende stakeholder verwacht weinig van ons, maar wel van belang om goede afspraken te hebben i.v.m. ketenzorg (o.a. casemanagement dementie).
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie Directe communicatie via mail of telefoon wanneer nodig.
Stakeholder Huisartsen: XX
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie • Raamovereenkomst met LHV • Directe communicatie via mail of telefoon wanneer nodig.
Stakeholder Apotheken: Apothekersvereniging midden Nederland
Categorie 4
Eisen, behoeften en verwachtingen Betreffende stakeholder verwacht weinig van ons, maar wel van belang om goede afspraken te hebben i.v.m. ketenzorg.
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie • Samenwerkingsovereenkomst • Directe communicatie via mail of telefoon wanneer nodig.
Stakeholder Geschillencommissie/ Klachtenfunctionaris
Categorie 3
Eisen, behoeften en verwachtingen Direct contact met directie en mogelijkheden om met zorgvrager in overleg te treden. Onafhankelijke positie gegarandeerd. Duidelijke communicatie van bestaan en werkwijze van geschillencommissie/ klachtenfunctionaris.
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie De afspraken zijn vastgelegd in de klachtenregeling. Werkwijze is opgenomen op website inclusief link naar website van SPOT.
Stakeholder Indicatiestellers (CIZ: Wlz, gemeente: WMO)
Eisen, behoeften en verwachtingen Onderbouwde indicatieaanvraag indienen
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie De afspraken zijn vastgelegd in contracten. Aanleveren verantwoordingsinformatie conform contract/protocollen.
Stakeholder Financiers van zorg (zorgkantoor: Wlz, zorgverzekeraar: Zvw, gemeente: WMO)
Eisen, behoeften en verwachtingen Informatie over voortgang van de productie en de budgetten. Voldoen aan de gestelde criteria.
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie De afspraken zijn vastgelegd in contracten. Aanleveren verantwoordingsinformatie conform contract.
Contracten
WLZ
Contract
Addendum
Materiele controle jaarplan
WMO
Toetsingskader
ZVW
Zorg en Zekerheid
Zilveren Kruis
VGZ
Salland
ONVZ
Menzis
DSW
CZ
Caresq
ASR_ENO
Controle protocol
Controle protocollen
Stakeholder Vertrouwenspersoon medewerkers
Stakeholder Vertrouwenspersoon cliënten
Categorie 2
Eisen, behoeften en verwachtingen
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie
Stakeholder Cliëntenraad
Eisen, behoeften en verwachtingen De organisatie faciliteert de cliëntenraad zodanig dat zij haar taken naar behoren kan uitoefenen conform de gemaakte afspraken.
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie Er zijn twee cliëntenraden: xxx
Stakeholder Zorgvragers
Eisen, behoeften en verwachtingen Goede, doelmatige, vraag gestuurde, verantwoorde en veilige zorg.
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie • Overeenkomst (inclusief leveringsvoorwaarden) • Er is voortdurend contact tussen de uitvoerende medewerker en de zorgvrager over de te verlenen zorg. Beide zijn verantwoordelijk voor de praktische afstemming/bijstelling van de zorgverlening. Eventueel wordt hierna het plan aangepast. • Structurele evaluatie conform regelgeving.
Interne stakeholders
Stakeholder Raad van Toezicht
Stakeholder Raad van Commissarissen
Eisen, behoeften en verwachtingen Structurele en betrouwbare informatie m.b.t. verantwoording processen organisatie.
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie De afspraken zijn vastgelegd in de statuten. Aanleveren verantwoordingsinformatie conform de statuten.
Stakeholder PVT/Ondernemersraad (OR)
Eisen, behoeften en verwachtingen De organisatie faciliteert de PVT/ondernemingsraad zodanig dat zij haar taken naar behoren kan uitoefenen conform de gemaakte afspraken.
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie
Stakeholder Medewerkers
Categorie 1
Verantwoordelijke Directie
Eisen, behoeften en verwachtingen Goed werkgeverschap, een uitdagende en veilige werkomgeving.
Wijze van afleggen verantwoording/ communicatie Afspraken en werkwijzen zijn opgenomen in het kwaliteitssysteem onder de personeelsprocessen
B.02 Beheer risico’s en kansen
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· De organisatie heeft zicht op de voor haar relevante risico’s en kansen op:
1. Organisatieniveau;
2. Procesniveau;
3. Individuele cliëntniveau;
· De organisatie heeft bepaald welke risico’s en kansen opgepakt gaan worden, heeft deze gepland, ingevoerd en evalueert ze op effectiviteit.
2 Verantwoordelijkheden
Een organisatie loopt risico’s die invloed kunnen hebben op de kwaliteit en de veiligheid van de zorg- en/of dienstverlening. Naast risico’s signaleert de organisatie ook kansen (mogelijkheden).
Het benoemen van deze risico’s en kansen biedt de organisatie de kans haar geld, tijd en energie op die onderdelen van de organisatie in te zetten, waar dat het hardst nodig is.
Om te komen tot een inventarisatie van de risico’s en kansen op organisatieniveau voert de organisatie een SWOT-analyse uit tijdens het opstellen van het beleidsplan. Deze analyse is input voor het nemen van acties of het formuleren van doelstellingen.
Een SWOT-analyse verschaft inzicht over de interne en externe positie van de organisatie. De organisatie bepaalt hierbij welke interne en externe factoren van invloed zijn op het bereiken van haar doel, strategie en haar vermogen om de beoogde resultaten te behalen (context van de organisatie). Door deze SWOT-analyse wordt een goed beeld gekregen van de organisatie en worden verbeterpunten en mogelijkheden gesignaleerd.
De elementen:
· Strenghts: De sterke punten van de organisatie;
· Weaknesses: De zwakke punten van de organisatie;
· Opportunities: De kansen voor de organisatie;
· Threats: De bedreigingen voor de organisatie.
De sterke en zwakke punten komen naar voren door een interne analyse en zijn dus altijd van toepassing op factoren binnen een onderneming. Bij een interne analyse wordt gekeken naar de organisatiestructuur, personeel, marketing, logistiek en de financiële situaties. Op sterktes en zwaktes heeft de organisatie zelf invloed.
De kansen en bedreigingen zijn van toepassing op de externe omgeving. Hierbij valt te denken aan kansen en bedreigingen bij afnemers, concurrentie en distributie of in de bedrijfstak. Ook kan nieuwe wet- en regelgeving zorgen voor een kans of bedreiging. Kansen die naar voren komen moeten worden benut. Bedreigingen (risico’s) moeten worden afgewend of geprobeerd moet worden deze om te zetten in een kans.
Om te komen tot een inventarisatie van de risico’s en kansen op procesniveau voert de organisatie een prospectieve risico-inventarisatie uit. Een prospectieve risico-inventarisatie houdt in het inventariseren van risico’s voordat de zorg- en/of dienstverlening wordt uitgevoerd. Deze inventarisatie dient plaats te vinden bij alle processen, die van invloed zijn op de doelstellingen van de organisatie (m.b.t. kwaliteit en veiligheid) en waarvan de impact groot is. Hierbij kunnen ook goede ideeën (kansen) een plaats krijgen.
De risico-inventarisatie wordt herzien/geactualiseerd:
· bij een veranderingen/wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de zorg- en/of dienstverlening;
· op die onderdelen, die binnen de branche afgesproken zijn.
Minimaal jaarlijks wordt de risico-inventarisatie beoordeeld op actualiteit.
Bij deze risicoanalyse worden de volgende zaken onderzocht:
· wat kan er misgaan (wat is het gevaar)?
· hoe ernstig is dit (wat is het effect)?
· hoe groot is de kans dat het misgaat?
· wat kan er gedaan worden om te voorkomen dat het misgaat?
· wat kan er gedaan worden als het misgaat?
Belangrijke uitgangspunten bij de risico-inventarisatie zijn:
· Expertise van het kwaliteitsteam
· Wetgeving en artikelen uit vakliteratuur
· Interne meetmiddelen:
De potentiële gevaren worden beoordeeld door het doorlopen van de risicobeoordelingstabel. Aan de hand van deze indelingen wordt (theoretisch) bepaald of het aanwezige gevaar al dan niet aangetoond kan worden.
Voor de taxatie van het risico geldt dat de volgende classificaties gehanteerd worden (risicobeoordelingstabel), conform www.vmszorg.nl:
De kans van optreden is onder te verdelen in de volgende classificatie:
1. < 1 keer per jaar: praktisch onmogelijk/niet waarschijnlijk (theoretisch);
2. Jaarlijks: kan voorkomen, het is bekend dat het voorkomt (indicaties);
3. Maandelijks;
4. Wekelijks.
Het effect bij optreden is onder te verdelen in de volgende classificatie:
1. Klein: eventueel merkbaar maar geen nadelig effect op de kwaliteit/veiligheid;
2. Matig: tijdelijk, maar duidelijk effect op de kwaliteit/veiligheid, zoals kans op een klacht/incident;
3. Groot: duidelijke ondermijning van de kwaliteit/veiligheid, zoals tijdelijk lichamelijk letsel, boetes, intrekken kwaliteitscertificaat;
4. Catostrofaal: duidelijke ondermijning van de veiligheid, zoals blijvend lichamelijk letsel tot zelfs overlijden.
Het RISICO van optreden = de KANS van optreden x het EFFECT bij optreden
Hieronder is aangegeven hoe de classificatie van gevaren plaatsvindt en welke maatregelen minimaal genomen dienen te worden/zijn.
Bij het voorkomen van het gevaar wordt gestreefd om het gevaar te elimineren, is dit niet mogelijk dan worden beheersmaatregelen getroffen.
Bij de intake en indien de situatie daarom vraagt wordt een individuele risico-inventarisatie op zorgvragerniveau uitgevoerd.
· B.04 Beleidscyclus
· B.05 Beoordeling van het kwaliteitssysteem
· O.03 Beheer klachten en incidenten
· Beleidsplan
· Risico-inventarisatie op procesniveau (prospectief)
4.3 -4.4 - 5.1 -5.2 -6.2
Beheer wijzigingen in kwaliteitssysteem en processen en invloed op prospectieve risico-inventarisatie (PRI)
Datum
Wijziging
Evaluatie invloed op PRI
(zijn er gevaren bijgekomen of zijn er door de wijziging wijzigingen in de risico -inschatting noodzakelijk?)
Wijzigingen aan PRI
(acties hieruit voortkomend worden hierboven in PVA opgenomen)
Plan van aanpak (oppakken nog gesignaleerde verbeter acties)
Actie
Werkzaamheden
Wie
Wanneer
Gereedmelding
Risico- inventarisatie propectief
Bij de uitwerking van de risico-inventarisatie is gekozen om vanuit onderstaande figuur (bron: presentatie IGZ, Patientveiligheid, De rol van de Inspectie (2007)) de gevaren binnen onze organisatie te benoemen. Daarnaast is tijdens een aantal sessies het primair proces en ondersteunende processen vastgesteld en zijn per processtap de mogelijke risico’s geinventariseerd en geanalyseerd.
Realisatieprocessen (leveren van thuiszorg)
10. Facturatie
Gevaar
Effect
Kans
Risico
Omschrijving/ onderbouwing
9. Afronding
Gevaar Onvoldoende/ onvolledige informatie naar andere organisatie (overdracht)
Omschrijving/ onderbouwing Doordat gewerkt wordt met een geformaliseerde werkwijze is de kans klein dat deze informatie onvoldoende is. De ernst kan hoog zijn als gegevens onvolledig of verkeerd zouden zijn.
8. Coördinatie
Gevaar Onvoldoende/ onvolledige informatie naar andere organisatie
Gevaar Onvoldoende/ onvolledige informatie over zorgvrager
Omschrijving/ onderbouwing De coördinatie van zorg is structureel geregeld en overdracht via dossier en structurele overdrachtsmomenten zorgen ervoor dat dit goed verloopt. Indien zorgvrager ook gebruik maakt van zorg en/of diensten van andere organisaties is dit bekend en zijn afspraken over coördinatie vastgelegd in het dossier. Geen signalen bekend dat dit nu onvoldoende is.
7.
Gevaar Te weinig staf
Gevaar Onvoldoende/ onvolledige informatie naar andere organisatie
Omschrijving/ onderbouwing De organisatie zal na toestemming van de zorgvrager de benodigde informatie na coördinatiemomenten actueel houden richting andere ketenpartners. Dit gebeurt op structurele manieren en er zijn geen signalen dat dit voor de ketenpartners als onvoldoende wordt ervaren.
Gevaar Onvoldoende/ onvolledige informatie over zorgvrager
Beheersing KHB R.01 en B.03
Omschrijving/ onderbouwing De coördinatie van zorg is structureel geregeld en overdracht via dossier en structurele overdrachtsmomenten zorgen ervoor dat dit goed verloopt. Indien zorgvrager ook gebruik maakt van zorg en/of diensten van andere organisaties is dit bekend en zijn afspraken over coördinatie vastgelegd in het dossier. Geen signalen bekend dat dit nu onvoldoende is.
Proces en procesonderhoud 6. Uitvoering
Gevaar Weglopen/ vermissen zorgvrager
Beheersing Beleid vrijheidsbeperkende maatregelen
Risico 8
Omschrijving/ onderbouwing Door de specifieke doelgroep en het feit dat er geen BOPZ-maatregelen worden genomen, kan het voorkomen dat zorgvrager gaan dwalen en in het ergste geval weglopen en hierdoor vermist worden. Dit is in de praktijk nog niet als zodanig voorgekomen. Er is beleid op het gebied van vrijheidsbeperkende maatregelen en een werkwijze m.b.t. vermissing zorgvrager is doorgevoerd.
Gevaar Incontinentie (risicosignalering)
Beheersing KHB R.01, R.02 en Zorgdossier
Omschrijving/ onderbouwing Om incontinentie te signaleren heeft de organisatie een risicosignaleringslijst die ingevuld zal worden indien er signalen zijn en waarop eventueel het plan aangepast wordt.
Gevaar Depressie (risicosignalering)
Gevaar Problemen medicatiegebruik (risicosignalering)
Beheersing KHB R.01 en Protocollen
Omschrijving/ onderbouwing Indien de organisatie verantwoordelijkheid heeft over medicatieverstrekking/toediening wordt altijd een risicosignalering uitgevoerd. Door gebruik van baxter is kans op verkeerd uitzetten verkleind, echter de bekendheid met de medicaties (wat is wat) is verkleind en de bijschriften zijn niet altijd meer voorhanden. Een medicatie-incident dient altijd te worden gemeld via een MIC-melding. Vanuit de MIC meldingen blijkt dat de meeste incidenten op het gebied van medicatie betrekking hebben op het niet op de juiste tijdstip hebben gegeven van de medicatie (vergeten). Dit gebeurt niet structureel, vandaar dat de kans op 2 is ingeschaald. De ernst is als hoog ingeschaald, aangezien de complicaties ernstig kunnen zijn, in de praktijk is de ernst altijd klein geweest, door direct ingrijpen (snelle signalering). De organisatie heeft het medicatiebeleid ingericht conform de beoordelingskaders van de IGJ.
Gevaar Vallen (risicosignalering)
Beheersing KHB R.01, O.03 en Zorgdossier
Omschrijving/ onderbouwing Het is altijd mogelijk dat een zorgvrager valt, gezien de leeftijd en lichamelijke conditie. Om de kans te verkleinen wordt bij de intake een risicosignalering uitgevoerd en wordt bij de arbo-check ook beoordeeld of er gevaarlijke situaties ontstaan. Een valincident dient altijd te worden gemeld via een MIC-melding. Binnen de organisatie hebben zich wel valincidenten voorgedaan, maar niet structureel, daarom is de kans op 2 ingeschaald.
Gevaar Ondervoeding en/of overgewicht (risicosignalering)
Omschrijving/ onderbouwing Gezien de huidige populatie van zorgvrager, veelal verzorgende handelingen en huishoudelijke verzorging, komt ondervoeding en/of overgewicht niet vaak voor (als verantwoordelijkheid vanuit de organisatie). Indien de zorgvrager hiermee akkoord gaat wordt maandelijks wel gewogen om het gewicht te volgen en eventueel direct actie te ondernemen.
Gevaar Huidletsel (risicosignalering)
Beheersing KHB R.01 en Zorgdossier
Risico 6
Omschrijving/ onderbouwing Gezien de huidige populatie van zorgvrager, veelal verzorgende handelingen en huishoudelijke verzorging, komt huidletsel niet vaak voor (decubitus). Indien de zorgvrager bedlegerig wordt dan heeft de organisatie een risicosignaleringslijst die ingevuld zal worden en waarop eventueel het plan aangepast wordt.
Gevaar Onvoldoende technieken voorhanden
Beheersing KHB B.01, B.03, R.01, P.01 en O.02
Omschrijving/ onderbouwing De organisatie heeft voor de relevante handelingen protocollen opgesteld (minimaal voor de risicovolle en voorbehouden handelingen). Deze protocollen worden afgenomen van Vilans. De opgestelde technieken zijn bekend bij de zorgverleners en worden meegenomen in het opleidingsplan. Indien hulpmiddelen worden gebruikt, dan bestaat de kans dat deze niet adequaat zijn. Zie proces beheer bedrijfsmiddelen. De organisatie inventariseert bij de intake welke hulpmiddelen noodzakelijk zijn voor een veilige zorg (voor zorgvrager alswel voor medewerker) en assisteert de zorgvrager daar bij. Indien hulpmiddelen niet voldoende zijn, wordt dit direct teruggekoppeld.
Omschrijving/ onderbouwing Zie personeelsprocessen.
Omschrijving/ onderbouwing Zie processtap 4: Opstellen plan.
Proces en procesonderhoud 5. Planning
Gevaar Te weinig staf
Beheersing
Omschrijving/ onderbouwing Zie personeelsprocessen.
Proces en procesonderhoud 4. Opstellen plan/ overeenkomst
Beheersing KHB R.01
Omschrijving/ onderbouwing Hierbij wordt een eerste plan opgesteld en afspraken gemaakt, in de loop van de komende weken kan pas een compleet beeld gekregen worden van de zorgvrager. Dit wordt door de verantwoordelijke beheerd. Door de gestructureerde werkwijze is de kans dat zaken gemist worden klein. Er wordt gewerkt met brancherichtlijnen inzake individuele risico-inventarisaties. Daarnaast dient binnen 6 weken een plan te worden opgesteld. Zo kan op een gestructureerde werkwijze de zorg aan de zorgvrager worden opgepakt. Dit gebeurt in de praktijk. Om te zorgen dat het plan actueel blijft, wordt het plan met vaste frequenties besproken en eventueel geactualiseerd.
Proces en procesonderhoud 3. Afstemming/ Intake
Gevaar Onvoldoende/ onvolledige informatie over zorgvrager
Beheersing KHB B.03, B.03 en R.01
Omschrijving/ onderbouwing Via een gestructureerde werkwijze wordt de intake uitgevoerd, plus de minimale controles uitgevoerd op o.a. het hebben van de juiste contactgegevens.
Proces en procesonderhoud 2. Aanmelding
Omschrijving/ onderbouwing Zie primair proces, stap 1 Aanvraag. De organisatie heeft criteria benoemd waarop zij de zorgvraag beoordelen, zodat de organisatie verantwoorde zorg kan leveren (met bevoegd en bekwaam personeel) en waarbij zij continuïteit kan garanderen (door voldoende bevoegd en bekwaam personeel in bestand).
Proces en procesonderhoud 1. Aanvraag
Gevaar Onvoldoende/ onvolledige informatie over zorgvrager
Beheersing KHB B.03 en R.01
Omschrijving/ onderbouwing Bij de aanvraag van zorg is de organisatie vaak aangewezen op derden. Hierdoor kan de informatie onvolledig of verkeerd zijn, waardoor niet de juiste zorg geboden kan worden. Om ruis in de keten te vermijden, wordt altijd intake/huisbezoek uitgevoerd.
Gevaar Onvoldoende/ onvolledige informatie naar zorgvrager toe
Effect 1
Beheersing KHB B.01, B.03 en R.01
Risico 1
Omschrijving/ onderbouwing De zorgvrager wordt op afdoende wijze geïnformeerd over de organisatie en de wijze van zorgverlening via brochures, leveringsvoorwaarden en website. Hierbij worden de eisen vanuit normen, wet & regelgeving gehanteerd. De informatie wordt volgens een procedure en vastgestelde frequentie beoordeeld op actualiteit, zodat de volledigheid actualiteit gewaarborgd is.
Ondersteunende processen
Proces en procesonderhoud Klachten/incidenten/ calamiteiten
Gevaar Onvoldoende lerend vermogen
Beheersing KHB B.05, P.02 en O.03
Omschrijving/ onderbouwing Indien er afwijkingen optreden (o.a. klachten, incidenten en/of calamiteiten) worden deze besproken in het reguliere werkoverleg. Daarnaast wordt jaarlijks een algemene analyse uitgevoerd tijdens de directiebeoordeling.
Gevaar Onvoldoende motivatie om afwijkingen te melden/vrijheid van melden
Beheersing KHB P.02 en O.03
Omschrijving/ onderbouwing Binnen de organisatie is een incidentenmeldingsprocedure en klachtenprocedure opgezet. Hierin worden de betreffende meldingen structureel geregistreerd en in het eerstvolgende overleg besproken. De kans dat er niet gemeld wordt blijft aanwezig, daarom is de kans op matig ingeschaald. Vanuit de praktijk/branche-ervaringen blijkt dat de meldingsdiscipline continue aandacht vraagt (om voor iedereen duidelijk te maken wat een melding waard is). Dit onderwerp komt dan ook regelmatig terug in het werkoverleg en indien nodig het opleidingsplan.
Proces en procesonderhoud Beheer van materialen
Gevaar Ondeugdelijke apparatuur
Beheersing KHB O.02 en R.01
Omschrijving/ onderbouwing Binnen de organisatie wordt bijna geen specifieke apparatuur gebruikt welke een veiligheidsrisico kan opleveren voor de zorgvrager. De betreffende apparatuur is geïnventariseerd en wordt onderhouden en/of gekalibreerd conform het plan. Er hebben zich geen incidenten en of afwijkingen in het proces tot nu toe voorgedaan. Binnen de serviceverlening is veel aandacht besteed aan gebouwveiligheid onder andere via brandmeldinstallatie, legionellabeheer en beheer voedselveiligheid. Hiervoor wordt in de meeste gevallen gebruik gemaakt van specifieke externe bedrijven die zorgen voor onderhoud en controle. Vanuit klachten en evaluaties blijkt de huidige werkwijze goed te functioneren.
Proces en procesonderhoud Inkoop
Gevaar Ondeugdelijke leveranciers
Beheersing KHB O.01
Omschrijving/ onderbouwing De leveranciers die direct of indirect van invloed zijn op de zorg- en dienstverlening zijn geïnventariseerd. Met deze leveranciers worden kwaliteitsafspraken gemaakt.
Proces en procesonderhoud Personeelsprocessen
Gevaar Te weinig aandacht voor risico’s in opleidingen
Beheersing KHB B.05 en P.02
Omschrijving/ onderbouwing Jaarlijks wordt een opleidingsplan opgesteld, waarin vanuit de medewerkers en de organisatie de onderwerpen worden vastgelegd die training/actualisatie behoeven. Binnen dit opleidingsplan is aandacht voor risico’s op het gebied van veiligheid. Eventueel opgetreden incidenten en calamiteiten worden besproken tijdens het reguliere overleg.
Gevaar Onvoldoende geschoold personeel
Beheersing KHB B.05, P.02 en P.04
Omschrijving/ onderbouwing De organisatie heeft een stringent werving en selectieprocedure en inwerkprogramma. Onvoldoende geschoold (onbekwaam en onbevoegd) personeel, stagiaires of vrijwilligers kan een grote impact hebben bij de uitvoering van de zorg- en dienstverlening. Vanuit de organisatie is er beleid vastgesteld m.b.t. omgang met stagiaires, zodat zij weten wat hun taken zijn en hoe zij bijdragen aan een veilige zorg- en dienstverlening.
Gevaar Te weinig personeel (staf)
Beheersing KHB B.05, R.01, P.01, P.04 en O.01
Risico 2
Omschrijving/ onderbouwing De organisatie heeft voldoende medewerkers en plant hierop de zorg. Daarnaast kan de organisatie altijd zorg inkopen. Minimaal jaarlijks wordt beoordeeld of er voldoende medewerkers beschikbaar zijn met de juiste bevoegd & bekwaamheden en competenties tijdens de directiebeoordeling. Het heeft zich nog nooit voorgedaan en het effect is matig, aangezien in nood altijd op teruggevallen kan worden op directie of medewerkers van een lager niveau of andere zorgaanbieders.
Proces en procesonderhoud Ontwikkelen nieuw aanbod
Gevaar Introductie en gebruik ETDR
Omschrijving/ onderbouwing De beschikbaarheid van de toedieningslijst is essentieel voor het juist kunnen toedienen en controleren van medicatie. Tijdens de invoerperiode is met de leverancier afgesproken dat de papierentoedieningslijst minimaal 1 maand bij de baxter geleverd wordt. Verder heeft de organisatie een procedure hoe om te gaan bij indien er netwerkproblemen of storingen zijn van de leverancier.
Gevaar Niet alle gevaren geïnventariseerd en geborgd voor start nieuw aanbod
Beheersing KHB B.01
Omschrijving/ onderbouwing Een werkwijze is vastgelegd. Echter zonder goed plan en besef van gevaren en goede risico-inschatting kan het effect groot zijn, omdat onvoldoende maatregelen worden getroffen.
Proces en procesonderhoud Documentbeheer
Gevaar Gebruik van niet actuele versies van documenten
Effect 2
Kans 2
Omschrijving/ onderbouwing De actualiteit wordt structureel beoordeeld tijdens de interne audit en de directiebeoordeling. Het gebruik van een gedegen versiebeheer is vastgelegd in een procedure, alle documenten zijn digitaal toegankelijk. Indien niet de meest actuele versie gebruikt wordt zal dat in de praktijk niet direct leiden tot een groot effect op de veiligheid.
Gevaar Onduidelijkheid door onvoldoende vastgestelde werkwijzen
Effect 3
Beheersing KHB B.01 en B.05
Risico 3
Omschrijving/ onderbouwing De organisatie heeft de werkwijzen vastgesteld conform de meest actuele certificeringsnorm en de relevante wet- en regelgeving. De toetsing of er voldoende zaken bekend zijn, gebeurt tijdens de directiebeoordeling. Wat betreft zorginhoudelijke protocollen is hiervoor ook een werkwijze vastgelegd.
Beleidsprocessen/sturende processen
Proces en procesonderhoud Algemeen beleid
Gevaar Te weinig aandacht voor klimaat verandering
Gevaar Te weinig aandacht voor veiligheid
Effect 4
Beheersing KHB B.02, B.05 en P.02
Kans 1
Risico 4
Omschrijving/ onderbouwing De kans dat veiligheid geen aandacht heeft bij het bepalen van algemeen beleid is klein. De organisatie heeft veiligheid en het voldoen aan wet- en regelgeving opgenomen in de beleidscyclus van de organisatie. Minimaal jaarlijks wordt door de directie een beoordeling over het gevoerde beleid uitgevoerd, tijdens de directiebeoordeling. Zo zorgt de organisatie dat zij altijd een actueel overzicht heeft van zaken die spelen op het gebied van veiligheid.
Verbeteractie/ Onderbouwing acceptatie risico
Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op:
· Alle kwaliteitsdocumenten zijn beheerst;
· De gegevens van zorgvragers en medewerkers zijn beschermd;
· De relevante normen en wetgeving zijn geïnventariseerd en toegankelijk.
Het kwaliteitssysteem van de organisatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
Kwaliteitshandboek, hierin zijn de algemene werkwijzen beschreven met betrekking tot het beheersen van kwaliteit.
Formulieren: Document waarop gegevens geregistreerd worden ter bevordering van overdracht of voor aantoonbare werking kwaliteitssysteem.
Werkinstructies: Beschrijving van de uitvoering van een activiteit uitgevoerd door één functie. Een werkinstructie is dwingend van karakter, het is de vastgestelde werkwijze van handelen om te komen tot het gewenste resultaat van de activiteit.
Protocollen, dit zijn beschrijvingen die betrekking hebben op het beroepsmatig handelen. Een protocol heeft richtlijnen hoe zorginhoudelijke handelingen dienen te worden uitgevoerd.
Plan, hierin zijn alle registratieformulieren van belang voor de zorgverlening en eventuele voorlichtingsinformatie opgenomen.
Informatiematerialen, dit betreft de verstrekking van gestandaardiseerde informatie aan betrokkenen in fysieke vorm (brochures) en digitaal (via internet).
(Externe) reglementen: Het geheel van bepalingen of voorschriften die leden van een organisatie in acht moeten nemen ten aanzien van een bepaald onderwerp. Meestal wordt een reglement opgesteld vanwege wet- en regelgeving.
Externe richtlijnen: Binnen de branche zijn door overheid en overkoepelende partijen diverse richtlijnen uitgebracht hoe te handelen op velerlei gebied, die door de organisatie worden onderschreven.
Binnen het kwaliteitshandboek wordt er onderscheid gemaakt in de volgende soorten documenten:
De organisatie kiest er in eerste instantie voor de formulieren en werkinstructies onder te brengen in het automatiseringspakket. Indien zij niet logisch in het automatiseringspakket op te nemen zijn, worden zij pas opgenomen in het kwaliteitshandboek.
Protocollen dienen bij voorkeur evidence-based en practice-based te zijn. Indien dit niet mogelijk is, is het van belang dat er per protocol consensus bestaat tussen de verschillende professionele actoren binnen de organisatie (Multi-)Disciplaire Consensus.
De organisatie heeft gekozen om een aantal protocollen van een extern partijen te betrekken (Vilans). Indien eigen protocollen worden opgesteld, zijn zij voorzien van een voettekst conform de opzet van de ondersteunende documenten.
Het plan bevat in ieder geval de gewenste resultaten, de relevante afspraken en informatie over de zorg- en dienstverlening plus de evaluaties daarvan en is opgesteld conform geldende branchestandaarden.
De verstrekte informatie aan de zorgvrager is opgesteld aan de hand van geldende beroepsopvattingen en landelijk erkende richtlijnen. Binnen de organisatie worden de volgende informatiematerialen onderscheiden:
Website;
Informatiebrochure.
Ieder document binnen het kwaliteitssysteem is voorzien van een versienummer. Nieuw ontwikkelde documenten (nog niet definitief vastgesteld), worden aangeduid met Concept en definitieve documenten worden aangeduid met Versie. Bij wijzigingen wordt het versienummer met 1 opgehoogd.
Indien een document conform de wet Medezeggenschap zorgvragers zorginstellingen (WMCZ) aan de zorgvragersraad dient te worden aangeboden voor (verzwaard) advies, zal dit worden gedaan voor de definitieve vaststelling.
Alle documenten zijn opgenomen in de inhoudsgave van het betreffende handboek. Hierbij is bij externe documenten aangegeven dat het een extern document betreft en is de gebruikte versieaanduiding overgenomen. Nieuwe versies zijn pas geldig als zij opgenomen zijn in de digitale omgeving. De verantwoordelijke geeft hiermee aan dat het document beoordeeld is op conformiteit met de geldende normen en wetgeving.
Om voor de betrokkenen inzichtelijk te maken welke wijzigingen er zijn doorgevoerd in bestaande documenten worden de wijzigingen in de tekst gemarkeerd (cursief en met een kleur gearceerd). Deze markering wordt alleen toegepast bij wijzigingen in verantwoordelijkheden of wijzigingen in de uitgevoerde activiteit of het proces.
De actualisatie van documenten is geborgd, doordat volgens een vastgestelde frequentie via de interne audits de documenten beoordeeld worden.
De protocollen zijn digitaal toegankelijk. De actualisatie van protocollen is geborgd door het abonnement met Vilans. Zorgvrager gebonden protocollen worden op actualiteit beoordeeld tijdens de zorgevaluaties.
Minimaal jaarlijks wordt het plan en alle informatiematerialen beoordeeld op actualiteit tijdens de directiebeoordeling. Daarbij wordt ook beoordeeld of er informatie wordt gemist.
Nieuwe versies zijn pas geldig als zij opgenomen zijn in de digitale omgeving. De zorgvrager heeft toegang tot deze gegevens, eventueel met een eigen toegangscode.
Er worden geen (delen van) het kwaliteitssysteem aan derden verstrekt zonder toestemming van de directie.
In het formulier kwaliteitsregistraties wordt bepaald welke kwaliteitsregistraties er binnen de organisatie zijn en hoe een juiste archivering geborgd is. Onder kwaliteitsregistraties verstaat de organisatie alle gegevens, die worden bewaard en gebruikt om het bereik van de vereiste kwaliteit aan te tonen en de doeltreffende werking van het kwaliteitssysteem te verifiëren. Na afloop van de bewaartermijn worden de kwaliteitsregistraties gearchiveerd of vernietigd.
De organisatie is door de wet verplicht tot geheimhouding, daarnaast geldt het beroepsgeheim. De organisatie heeft conform wetgeving minimaal een register verwerkersactiviteiten, een privacyverklaring en een procedure datalekken uitgewerkt.
De normen en wettelijke eisen waaraan de organisatie dient te voldoen, zijn geïdentificeerd en in kaart gebracht d.m.v. het document normen, wetgeving en informatiebronnen. De organisatie zorgt ervoor dat het in het bezit is van (of direct toegang heeft tot) de noodzakelijke normen en wettelijke eisen. De organisatie is geabonneerd op vakliteratuur, zodat zij tijdig geïnformeerd wordt over eventuele nieuwe of gewijzigde normen of wettelijke eisen.
Indien de organisatie nieuwe producten en/of diensten wil invoeren, die nieuw zijn voor de organisatie dan voert zij die projectmatig in. Hierbij worden in het projectplan mimimaal opgenomen:
het te bereiken doel;
de criteria voor de beoordeling en goedkeuring, inclusief relevante wet- en regelgeving;
de beschikbaarheid van informatie over het nieuwe aanbod;
een planning voor de introductie, inclusief testperiode. Het doel, de aanpak en de evaluatiemethode van de testperiode zijn daarbij bepaald;
wie verantwoordelijk is voor de introductie van het aanbod en welke medewerkers hierbij betrokken worden;
welke procedures nodig zijn en welke kwalificaties en middelen medewerkers nodig hebben;
het inlichten van klanten voor en tijdens de testperiode over de achtergrond van het nieuwe aanbod. Vooraf vraagt de organisatie toestemming aan de klant voor de toepassing hiervan;
het documenteren van de werkwijze, ervaringen en resultaten tijdens de testperiode;
de beslissing na afloop van de testperiode of het nieuwe aanbod opgenomen wordt in het reguliere aanbod. Hierbij wordt het oordeel van medewerkers en zorgvragers over het nieuwe aanbod betrokken.
Deze activiteiten worden als zodanig uitgevoerd en geregistreerd. Indien het nieuwe product en/of de dienst opgenomen wordt, zullen de werkwijzen opgenomen worden in het bestaande kwaliteitssysteem.
B.05 Beoordeling van het kwaliteitssysteem
Kwaliteit van zorg
BWBR0018906 Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi)
BWBR0018450 Zorgverzekeringswet (Zvw)
BWBR0035917 Wet langdurige zorg (WLZ)
BWBR0046775 Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO)
BWBR0037173 Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)
BWBR0006251 Wet op de beroepen in de individuele Gezondheidszorg (Wet BIG)
Zorgafspraken
BWBR0007021 Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)
BWBR0040940 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
BWBR0023864 Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg
Medezeggenschap/klachten
BWBR0042294 Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ)
BWBR0037173 Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)
BWBR0002747 Wet op de ondernemingsraden (WOR)
Arbeidsomstandigheden
BWBR0010346 Arbeidsomstandighedenwet (ARBO)
Risico-inventarisatie en Evaluatie arbeidsomstandigheden (RI&E)
Toetsingskader verpleging en verzorging
Informatiebeveiliging in de zorg
https://www.igj.nl/onderwerpen/ehealth/vraag-en-antwoord/vragen-over-nen-7510
De IGJ en de AP zien beiden toe op informatiebeveiliging. Ze hebben daarbij allebei een eigen rol. De AP let vooral op de beveiliging van persoonsgegevens. De IGJ let op de invloed op de kwaliteit van zorg. Daarvoor is belangrijk dat informatie beschikbaar is wanneer deze nodig is. De AP en de IGJ hebben samenwerkingsafspraken.
De NEN 7510 geldt voor elke zorgaanbieder die gegevens van personen verwerkt in een zorginformatiesysteem. U moet kunnen laten zien dat u werkt volgens de NEN 7510.
Belangrijke wetten voor de wijkverpleging
https://www.igj.nl/zorgsectoren/wijkverpleging/toezicht
Belangrijke veldnormen voor de wijkverpleging
https://www.igj.nl/zorgsectoren/wijkverpleging/toezicht
Normen
ISO-9001:2015 www.nen.nl
Kwaliteitskader(s) www.zorginstituutnederland.nl
Informatiebeveiliging in de zorg (NEN 7510) www.nen.nl
-------------------------------------------------------------
Informatiebronnen
Protocollen Vilans
Richtlijnen Werkgroep InfectiePreventie
Zorgovereenkomst en algemene leveringsvoorwaarden
www.actiz.nl
Sociale kaart(en)
Zie website betreffende gemeente
Richtlijn niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst
Richtlijn niet-aangaan of beëindiging behandelingsovereenkomst
Overzicht eisen vanuit financieringswetgeving (kwaliteit door de domeinen heen)
Medicatie overdracht in de keten
www.medicatieoverdracht.nl/de-richtlijn
4.4 - 5.3 - 6.3 - 7.1 - 7.5 - 8.5
Doel/Resultaat Deze procedure levert voor de organisatie de volgende resultaten op: • Alle kwaliteitsdocumenten zijn beheerst; • De gegevens van zorgvragers en medewerkers zijn beschermd; • De relevante normen en wetgeving zijn geïnventariseerd en toegankelijk.
Verbeteren van de clientinspraak door inzet van een focusgroep voor cliënten
Verbeteren van de kwaliteit van zorg en opleidingen door regelmatige evaluatie en feedback
Zorgen voor voldoende gekwalificeerd personeel door het aantrekken en behouden van goede medewerkers en het bieden van opleidingsmogelijkheden
De kennis en expertise moet beter verdeeld worden over de hele organisatie
Geranós wil de doelmatige inzet van zorg in de ZVW verbeteren
Geranós wil meer preventie initiatieven ontwikkelen
Zie Swot analyse bedreigingen
Strategie
Wij willen een overzichtelijke gezonde organisatie zijn waar klanten/zorgvragers centraal staan en waar medewerkers goed tot hun recht komen. Het management zal de organisatie met visie moeten blijven besturen en mogelijkheden blijven zoeken om zich binnen de branche te positioneren. Omdat de branche en de omgeving veranderen moet positioneren geen doel op zich zijn. De organisatie moet kunnen inspelen op de veranderde omgeving om maximale rendement te behalen. Daarnaast wil de organisatie innovatief kunnen zijn, waarbij het ontwikkelen van unieke producten buiten de branche niet uitgesloten wordt. Leren van elkaar en met elkaar geeft een schat aan ervaringen die tevens de basis vormt om met andere organisaties samen te werken. Deze samenwerking zorgt voor een concurrerende positie op de markt.
De organisatie wil continue verbeteren en excelleren, waarbij openheid en actiegerichtheid kernwoorden zijn. Hierbij zijn zowel management- als medewerkerskwaliteiten van essentieel belang.
De organisatie wil transparant zijn en inzicht geven in de bedrijfsprocessen; dit betekent werken met ken- en stuurgetallen (meten is weten). Om de kwaliteit van onze diensten en producten te garanderen en te verhogen ten gunste van aan onze zorgvragers, zijn wij constant met verbeteringen bezig. Om de vastgestelde missie en visie te kunnen waarmaken, heeft de organisatie daarom de volgende waarden vastgesteld.
Kans maal effect
3.7 Inventarisatie kansen en bedreigingen
Door de inzet van technologie en het samenwerken met de partners in de zorgketen kan de organisatie mogelijkheden creëren om in te spelen op de toenemende vergrijzing. Een zorg blijft de onzekerheid doordat de politiek en zorgverzekeraars steeds weer onbetrouwbare partners blijken te zijn. Daarnaast is er de algemene krapte op de arbeidsmarkt, die kan zorgen dat de ambities niet kunnen worden waargemaakt.
Bedreigingen
Concurrentie van andere zorgaanbieders
De vraag naar zorg is enorm en andere zorgaanbieders kunnen deze zorg ook niet bieden.
Onzekerheid over toekomstige financiering vanuit de overheid
Minimale clustering per postcode van klanten in de ZVW bij 2 zorgverzekeraars
Veranderingen in wet- en regelgeving kunnen extra kosten met zich meebrengen
Zit hem in de Governance en de informatiebeveiliging
Vervullen vacatures moeilijk Doelstelling 7.1, 7.2 en 7.3
We vissen allemaal in de zelfde vijver. Zowel in de WMO als in de zorg is moeilijk
Kansen
Kan meer BBL-ers een werkplek bieden
Doelmatigheid verbeteren door zorgvragers te blijven motiveren om in te stemmen om een WLZ indicatie aan te vragen
Kan preventie verder gestalte gaan geven
Mogelijkheid om zich te onderscheiden met goede kwaliteit van zorg en opleidingen
Toename van samenwerking en netwerkvorming in de zorgsector
Groeiende vraag naar zorg op maat voor specifieke doelgroepen
Innovatie en e-health
E-health en innovatie hebben de potentie om de gezondheidszorg te verbeteren en de zorgketen efficiënter te maken. Een externe analyse van e-health en innovatie in de zorgketen laat zien dat er verschillende trends en ontwikkelingen zijn die van invloed zijn op deze sector.
Al met al biedt e-health en innovatie veel kansen voor de zorgketen. Het is echter belangrijk dat de sector blijft inspelen op de ontwikkelingen en trends die van invloed zijn op de adoptie en implementatie van e-health en innovatie.
De samenwerking met partijen in de zorgketen is beperkt; er zijn geen geformaliseerde samenwerkingsverbanden. Er zijn echter wel mogelijkheden om te komen tot samenwerkingsverbanden op de volgende gebieden:
· Zorginzet;
· Scholing;
· Aanvullende producten en diensten;
· Ontwikkelen van nieuwe (zorg)concepten.
Integrale zorg is een benadering van zorg waarbij de zorgverleners samenwerken om de beste zorg te bieden aan de patiënt. Dit houdt in dat er niet alleen naar de lichamelijke klachten gekeken wordt, maar ook naar de sociale en psychische aspecten van de patiënt. Bij integrale zorg is het van belang dat er goed wordt samengewerkt tussen verschillende zorgverleners.
Bij onze zorgorganisatie werken wij nauw samen met huisartsen, specialisten, ergotherapeuten, casemanagers, het Centrum voor Levensvragen, Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) en andere zorgorganisaties. Dit zorgt ervoor dat wij de beste zorg kunnen bieden aan onze patiënten.
Daarnaast zijn wij aangesloten bij het dementienetwerk en palliatieve netwerk in de regio. Hierdoor hebben wij toegang tot de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van dementie en palliatieve zorg. Dit zorgt ervoor dat wij onze patiënten de beste zorg kunnen bieden die er op dat moment beschikbaar is.
Tot slot hebben wij een raamovereenkomst voorbehouden handelingen met LHV Midden Nederland. Dit betekent dat wij bevoegd zijn om bepaalde medische handelingen uit te voeren, zoals het toedienen van medicijnen en het verzorgen van wonden. Dit zorgt ervoor dat wij onze patiënten de beste zorg kunnen bieden, zonder dat zij hiervoor naar het ziekenhuis hoeven te gaan.
Branchevereniging
Wijkpreventie en preventie
Wijkpreventie en preventie
Gezond leven en leefstijl zijn belangrijk voor het bevorderen van de gezondheid van ouderen. Door het bieden van voorlichting en het faciliteren van gezonde leefomgevingen kunnen ouderen gestimuleerd worden om gezonder te leven. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van beweegactiviteiten, het aanbieden van gezonde voeding en het bevorderen van sociaal contact tussen bewoners.
Veilige en toegankelijke woonomgeving
Een veilige en toegankelijke woonomgeving is ook belangrijk voor ouderen om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. Dit kan bijvoorbeeld door het aanbrengen van verlichting, het verwijderen van obstakels en het plaatsen van handgrepen en leuningen. Ook het verbeteren van de toegankelijkheid van openbare ruimtes en gebouwen, zoals het plaatsen van rolstoelhellingen en liften, kan bijdragen aan een toegankelijke woonomgeving.
Sociale cohesie
Sociale cohesie in de wijk is ook belangrijk voor het bevorderen van de gezondheid van ouderen. Door het stimuleren van sociaal contact tussen bewoners, bijvoorbeeld door het organiseren van buurtactiviteiten, kunnen ouderen zich minder eenzaam voelen en zich meer verbonden voelen met de wijk. Ook het bevorderen van de betrokkenheid van bewoners bij de wijk, bijvoorbeeld door het betrekken van bewoners bij het opzetten van wijkgerichte projecten, kan bijdragen aan een gevoel van gemeenschap en verbondenheid.
Samenwerking
Om wijkgerichte preventie effectief te laten zijn, is samenwerking tussen verschillende partijen van belang. Dit kunnen bijvoorbeeld zorgverleners, woningcorporaties, gemeenten en buurtorganisaties zijn. Door samen te werken kunnen verschillende expertises en middelen worden ingezet om de gezondheid en het welzijn van ouderen te bevorderen en zo lang mogelijk thuis wonen mogelijk te maken.
Integrale samenwerking en toestemming zorgvrager voor overdracht in de keten
Integrale samenwerking en toestemming zorgvrager voor overdracht in de keten
Integrale samenwerking tussen verschillende zorgverleners is van groot belang om de beste zorg te kunnen bieden aan de zorgvrager. Om deze samenwerking goed te laten verlopen, is het belangrijk dat er sprake is van goede communicatie en dat er afspraken worden gemaakt over de overdracht van de zorgvrager tussen de verschillende zorgverleners.
Daarnaast is het van belang dat de zorgvrager toestemming geeft voor de overdracht van zijn of haar gegevens en het delen van informatie tussen de verschillende zorgverleners. De zorgvrager heeft het recht om te weten welke informatie er wordt gedeeld en met wie. Daarom is het belangrijk dat er duidelijk en transparant wordt gecommuniceerd over welke informatie er wordt gedeeld en waarom dit noodzakelijk is.
Wij vinden het belangrijk dat de zorgvrager centraal staat in de zorgverlening en dat de zorg wordt afgestemd op zijn of haar behoeften en wensen. Daarom betrekken wij de zorgvrager en zijn of haar naasten actief bij de besluitvorming over de zorg en de overdracht van informatie tussen verschillende zorgverleners. Zo kunnen wij de beste zorg op maat bieden en ervoor zorgen dat de zorgvrager zich gehoord en gesteund voelt.
3.5 Arbeidsmarkt
Momenteel is er sprake van een krappe arbeidsmarkt. Er is niet voldoende aanbod van (geschoolde) arbeidskrachten. Dit vormt een bedreiging voor de groeimogelijkheden van de organisatie. Daarnaast vergt het veel inspanning en creativiteit bij een verantwoorde invulling van de bestaande zorgvragen.
3.1 Demografie
Naar verwachting zal de hele Nederlandse bevolking in 2070 bestaan uit 20,7 miljoen inwoners. De bevolking stijgt door de stijgende levensverwachting en door migratie.
Bevolkingsgroei tussen 2021 en 2035 per gemeente
IJsselstein -1.03%
Nieuwegein 19.28%
Zeist 9,73%
Vijfheerenlanden 7.82%
Lopik 6,64%
Houten 8,23%
3.1 (Thuis)zorgmarkt
De organisatie is niet de enige thuisorganisatie in het gekozen werkgebied. Er treden nog steeds nieuwe aanbieders toe tot de markt. In de directe omgeving zijn traditionele zorgaanbieders gevestigd, die een groot deel van de markt beheersen.
Verdergaande vergrijzing tot 2020 betekent een toenemende zorgvraag bij de doelgroep(en) van de organisatie.
3.2 Sociaal/Economische factoren
Sociale en economische factoren spelen een belangrijke rol bij de thuiszorg. Hieronder volgen enkele voorbeelden:
Vergrijzing:
Door de vergrijzing van de bevolking is er steeds meer behoefte aan thuiszorg. Veel ouderen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen en hebben daarbij ondersteuning nodig.
Veranderende arbeidsmarkt:
Door de veranderende arbeidsmarkt is er minder personeel beschikbaar voor de thuiszorg. Hierdoor kan het lastig zijn om voldoende gekwalificeerde medewerkers te vinden.
Kostenbesparingen:
Door de toenemende druk op de zorgbudgetten zijn er steeds meer kostenbesparende maatregelen nodig. Hierdoor kan het zijn dat er minder zorg wordt geleverd of dat er meer wordt gevraagd van de mantelzorgers.
Technologische ontwikkelingen:
Technologische ontwikkelingen zoals telemedicine, slimme sensoren en apps kunnen bijdragen aan de kwaliteit en efficiëntie van de thuiszorg.
Maatschappelijke ontwikkelingen:
Door maatschappelijke ontwikkelingen zoals individualisering en toenemende participatie van burgers kan er meer vraag zijn naar persoonlijke zorg op maat.
Financiering:
De financiering van de thuiszorg kan een belemmering zijn voor de toegang tot zorg voor sommige groepen, zoals mensen met een lager inkomen. Ook kan de financiering bepalend zijn voor de kwaliteit van de zorg die wordt geleverd.
Kortom, sociale en economische factoren hebben een grote invloed op de thuiszorg. Het is belangrijk om deze factoren in ogenschouw te nemen bij het ontwikkelen van beleid en bij het leveren van zorg.
3.1 Politiek en regelgeving
Lokaal
Sinds de invoering van de WMO, is de gemeente verantwoordelijk voor de indicaties voor de huishoudelijke verzorging. Gemeenten zijn bezig met het uitrollen van een wijkgerichte aanpak. Hierbij streeft men naar een integratie van Zorg, Welzijn en Wonen. In eerst instantie indiceerde de gemeenten niet in uren maar op basis van een schoon- en leefbaar huis, Sinds 2021 indiceert de gemeente weer in uren.
Landelijk
Vanaf 1 januari 2015 is de AWBZ overgeheveld naar een aantal nieuwe en bestaande wetten, namelijk:
• De Wet langdurige zorg (Wlz);
• Zorgverzekeringswet (Zvw);
• Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);
• Jeudgwet.
De organisatie heeft hierop haar processen al ingericht.
Een belangrijke wijziging in regelgeving is, dat op 23 januari 2018 de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd) door de Eerste Kamer is aanvaard. De Wet zorg en dwang regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) die onvrijwillige zorg krijgen. De Wet zorg en dwang gaat op 1 januari 2020 in. De nieuwe Wet zorg en dwang sluit beter aan bij de zorg voor mensen met dementie of een verstandelijke beperking, waardoor ook mensen die hun wil niet meer kunnen uiten beschermd worden.
Lokale politiek en regelgeving in gemeenten:
De gemeenten hebben allemaal hun eigen lokale politiek en regelgeving. Dit betekent dat er per gemeente verschillen kunnen zijn in bijvoorbeeld beleid, subsidiemogelijkheden en vergunningen. Wel hebben deze gemeenten gezamenlijk een aantal taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet.
De Wmo 2015 vanuit de gemeente:
De Wmo 2015 is een wet die ervoor zorgt dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en participeren in de maatschappij. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. Dit betekent dat zij bijvoorbeeld huishoudelijke hulp en begeleiding kunnen bieden aan mensen die dit nodig hebben.
Huishoudelijke verzorging
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 heeft als doel om mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen en participatie in de maatschappij te bevorderen. Binnen de Wmo vallen ook producten voor huishoudelijke ondersteuning. Hieronder vallen onder andere de volgende producten:
Schoon en leefbaar huis:
Dit product is gericht op het op orde houden van het huishouden. Hieronder valt bijvoorbeeld stofzuigen, dweilen, afstoffen en het schoonmaken van sanitair. Het doel is om een schone en leefbare woonomgeving te creëren.
Wasverzorging:
Bij wasverzorging gaat het om het wassen, drogen en strijken van kleding en beddengoed. Dit kan van belang zijn voor mensen die dit zelf niet meer kunnen of waarbij dit te belastend is.
Boodschappen:
Het product boodschappen richt zich op het doen van de dagelijkse boodschappen. Voor mensen die minder mobiel zijn of minder goed in staat zijn om zelfstandig boodschappen te doen kan dit een belangrijke ondersteuning zijn.
Regie:
Dit product is gericht op het organiseren en coördineren van het huishouden. Hierbij kan gedacht worden aan het maken van een planning voor huishoudelijke taken of het regelen van huishoudelijke hulp.
Het doel van deze producten is om de zelfredzaamheid en participatie van mensen te vergroten en een bijdrage te leveren aan hun welzijn. Afhankelijk van de behoeften en situatie van de persoon kan er maatwerk geleverd worden. De gemeente kan bijvoorbeeld een indicatie afgeven voor de benodigde huishoudelijke ondersteuning en deze inzetten bij de gekozen zorgaanbieder.
Begeleiding
Begeleiding vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 is bedoeld voor mensen die door een beperking of chronische ziekte problemen hebben met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en die ondersteuning nodig hebben om zelfstandig te kunnen functioneren. Het gaat hierbij om verschillende vormen van begeleiding, waaronder:
Individuele begeleiding:
Individuele begeleiding is gericht op het bieden van persoonlijke ondersteuning bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten, zoals het organiseren van de dagstructuur, het regelen van financiën of het aanleren van sociale vaardigheden.
Groepsbegeleiding:
Bij groepsbegeleiding gaat het om het bieden van ondersteuning in groepsverband. Dit kan bijvoorbeeld een dagbesteding zijn waar mensen elkaar ontmoeten en samen activiteiten ondernemen.
Vervoersbegeleiding:
Vervoersbegeleiding is gericht op het bieden van ondersteuning bij het reizen met het openbaar vervoer of het gebruik van de Regiotaxi. Hierbij kan gedacht worden aan het begeleiden van iemand met een visuele beperking naar de juiste bushalte of het assisteren van iemand in een rolstoel bij het in- en uitstappen.
Mantelzorgondersteuning:
Mantelzorgondersteuning is gericht op het bieden van ondersteuning aan mantelzorgers, bijvoorbeeld door het bieden van respijtzorg, waardoor de mantelzorger tijdelijk ontlast wordt.
Het doel van deze vormen van begeleiding is om mensen met beperkingen te ondersteunen en hen in staat te stellen zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de samenleving. De gemeente kan bijvoorbeeld een indicatie afgeven voor de benodigde begeleiding en deze inzetten bij de gekozen zorgaanbieder. Hierbij wordt vaak gekeken naar maatwerk, waarbij de ondersteuning afgestemd wordt op de specifieke situatie en behoeften van de persoon.
Wet langdurige zorg:
De Wet langdurige zorg (Wlz) is bedoeld voor mensen die blijvend 24 uur per dag intensieve zorg en toezicht in de nabijheid nodig hebben, zoals ouderen met dementie of mensen met een ernstige lichamelijke of verstandelijke beperking. De Wlz wordt uitgevoerd door het zorgkantoor en kan zowel in een instelling als in de vorm van een Volledig Pakket Thuis (VPT) of een Modulair Pakket Thuis (MPT) worden geleverd. Bij een VPT of MPT krijgt de zorgvrager zorg thuis en blijft hij of zij dus in de eigen woning wonen.
Zorgverzekeringswet
Omschrijving belangrijke wetten en overigen
Informatiebeveiligng
AVG & E-Health
Kwaliteit
cluster
Medewerkers
Hier is een korte beschrijving van belangrijke wetten:
Wet zorg en dwang (Wzd):
De Wzd regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening die onvrijwillige zorg krijgen. De wet bepaalt de voorwaarden waaronder onvrijwillige zorg is toegestaan en biedt waarborgen voor de rechten van cliënten.
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG):
De AVG is een Europese verordening die de bescherming van persoonsgegevens regelt. De wet bepaalt welke gegevens mogen worden verzameld, hoe deze mogen worden gebruikt en opgeslagen, en welke rechten personen hebben met betrekking tot hun persoonsgegevens.
Wet langdurige zorg (Wlz):
De Wlz regelt de langdurige zorg voor mensen die intensieve zorg en ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege een chronische ziekte, handicap of ouderdom. De wet bepaalt wie recht heeft op langdurige zorg en welke zorg en ondersteuning er wordt vergoed.
Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz):
De Wkkgz regelt de kwaliteit van zorg, de afhandeling van klachten en de geschillenbeslechting in de zorgsector. De wet verplicht zorginstellingen om een kwaliteitssysteem te hebben en klachten van patiënten serieus te nemen.
Wet op de beroepen in de individuele Gezondheidszorg (Wet BIG):
De Wet BIG regelt de beroepsuitoefening van individuele gezondheidszorgberoepen, zoals artsen, verpleegkundigen en tandartsen. De wet bepaalt welke eisen er worden gesteld aan de opleiding, deskundigheid en bevoegdheid van deze beroepsbeoefenaren.
Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO):
De WGBO regelt de relatie tussen patiënt en zorgverlener. De wet bepaalt wat de rechten en plichten zijn van patiënten en zorgverleners en welke informatie zorgverleners moeten geven aan patiënten.
Wet Medezeggenschap Zorgvragers Zorginstellingen (WMCZ):
De WMCZ regelt de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen. De wet bepaalt dat cliëntenraden inspraak hebben bij beslissingen die de zorgverlening raken.
Wet op de ondernemingsraden (WOR):
De WOR regelt de medezeggenschap van werknemers in ondernemingen. De wet bepaalt dat ondernemingsraden inspraak hebben bij beslissingen die de werknemers raken.
Wet Arbeidsomstandigheden
met Ri&E en ZorgRie eronder
De Risico-inventarisatie en Evaluatie arbeidsomstandigheden (RI&E) is een instrument dat werkgevers in Nederland verplicht moeten gebruiken om de risico's voor de gezondheid en veiligheid van werknemers te inventariseren, te evalueren en te beheersen. Dit is een verplichting op grond van de Arbeidsomstandighedenwet (ARBO), die ervoor zorgt dat werkgevers de arbeidsomstandigheden van hun werknemers op een verantwoorde manier beheren.
Kwaliteitkaders
Er zijn ook specifieke kwaliteitskaders voor de verpleeghuiszorg voor thuiswonenden en de wijkverpleging in Nederland. Het doel van deze kwaliteitskaders is om de zorg te verbeteren en de kwaliteit van leven van patiënten te waarborgen. Deze kaders bevatten richtlijnen, eisen en criteria waaraan de zorg moet voldoen.
Informatiebeveiliging
In de zorg is informatiebeveiliging van groot belang. De NEN 7510 is een Nederlandse norm voor informatiebeveiliging in de zorg. Het biedt richtlijnen en voorschriften voor het beveiligen van patiëntgegevens en andere vertrouwelijke informatie.
ZorgRie
ZorgRie is een risico-inventarisatie en evaluatie-instrument speciaal ontworpen voor de zorgsector in Nederland. Het helpt zorgorganisaties bij het opstellen van een effectief beleid op het gebied van arbeidsomstandigheden en het beheersen van de risico's voor de gezondheid en veiligheid van werknemers.
De Praktijkregels arbeidsomstandigheden voor de huishouding en de zorg is een praktische gids voor werkgevers en werknemers in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT) sector in Nederland. Het bevat richtlijnen voor het creëren van een veilige en gezonde werkomgeving voor medewerkers.
Vilansprotocollen
Vilansprotocollen zijn richtlijnen en handvatten voor de zorgverlening aan ouderen en mensen met een beperking in Nederland. De protocollen beschrijven de beste praktijken en geven richtlijnen voor de zorgverlening om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.
Zwakten
Invullingen van intern toezicht vanuit Governance
Kan de cliënt inspraak verbeteren Zie doelstelling 7.4
Kennis en expertise ligt met name bij de directie en is daardoor kwetsbaar
Mogelijk beperkte financiële middelen om aan alle eisen te kunnen voldoen
Mogelijk gebrek aan voldoende gekwalificeerd personeel Zie doelstelling 7.1, 7.2 en 7.3
E-health kan niet bij alle zorgvragers ingezet worden.
Relatief kleine organisatie
Sterkten
Clienttevredenheid en medewerkerstevredenheid zijn hoog
Is een platte organisatie en kan snel inspelen op veranderingen in de markt
Heeft E-health applicaties voor wondzorg, dubbele controle van medicatie en beeldzorg.
Heeft een ISO 9001 keurmerk
Flexibiliteit van de organisatie
Werkt volgens de eisen van inspectie IGJ en toetsingskader van de GGRU en de controleplannen van de zorgverzekeraars.
Erkend leerbedrijf voor verschillende zorgopleidingen
Werkt samen met netwerken palliatieve zorg en dementie in de regio en met huisartsen en ergotherapeuten, casemanagers en apotheken.
Gecontracteerd door de gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoor in het werkgebied van de organisatie
2.7. Financiën
De organisatie werkt met financiële ramingen voor een aantal jaren. Hierbij is een koppeling gelegd tussen de visie en de doelstellingen, die door de organisatie zijn vastgesteld. Het financieel beleid is transparant en voor intern en extern verantwoordelijken toegankelijk.
Jaarlijks wordt een financiële begroting opgesteld, waarbij de financiële raming als input dient.
2.6. Leveringswijze/financieringsvorm
De zorg die geleverd wordt, kan op 4 verschillende manieren gefinancierd worden:
• ZVW (zorg in natura);
• WLZ (zorg in natura)
• WMO Huishouding (zorg in natura);
• Particulier.
De organisatie levert in voorkomende gevallen ook beperkt zorg in onderaannemerschap.
2.5. Werkgebied
De organisatie levert zorg en diensten in provincie Utrecht.
2.4 Doelgroep
De organisatie levert haar producten & diensten voornamelijk aan de volgende doelgroepen:
Uitsluitingscriteria zorgvragers
2.4.1 Uitsluitingscriteria zorgvragers
De organisatie vindt het erg belangrijk om de juiste zorg te leveren aan onze zorgvragers. Dit heeft tot gevolg dat we zorgvragers die een specifieke zorgvraag hebben of een bepaald gedrag vertonen niet altijd de juiste zorg kunnen bieden. Om deze reden hanteren we transparante uitsluitingscriteria.
De uitsluitingscriteria zijn te raadplegen op onze website. Tevens zijn de uitsluitingscriteria voor zorgvragers, mantelzorgers en medewerkers in het ECD te raadplegen onder Nieuws.
De organisatie levert de volgende producten & diensten:
Deze producten en diensten worden geleverd met inachtneming van de ISO-9001:2015 normen. Hierbij is normelement 8.3 niet van toepassing. Dit omdat het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten geen structurele activiteit is van de organisatie.
.
Personeel
De organisatie maakt voor het bedienen van haar doelgroepen gebruik van beroepskrachten met de volgende kwalificaties:
· HBO-verpleegkundigen;
· MBO-verpleegkundigen;
· Verzorgenden;
· Helpenden;
· Zorghulpen.
Organisatiestructuur
3.2.2. Organisatiestructuur
Ondernemingsvorm
3.2.1. Ondernemingsvorm
Stichting Zorgplatform Geranós
3.1. Historisch perspectief
De Stichting Zorgplatform Geranós is een thuiszorgorganisatie die in september 2009 is opgericht met één ideaal; de mens centraal stellen bij het verlenen van zorg en aanverwante diensten.
De organisatie leverde sinds januari 2010 AWBZ zorg in onderaanneming. Vanaf 24 januari 2011 beschikt de organisatie over een eigen WTZi toelating. en vanaf 01 januari 2022 beschikt de organisatie over een WTZA erkenning.
Sinds 2016 maakt Interzorg Regulier B.V. onderdeel uit van de organisatie.
Zorgplatform Geranós is aangesloten bij zowel het Netwerk Palliatieve Zorg Utrecht stad en Zuidoost-Utrecht als het Netwerk Palliatieve Zorg Utrecht Zuid. Het platform biedt ondersteuning aan mensen in de laatste fase van hun leven en hun naasten, zodat zij thuis kunnen blijven wonen en sterven.
Naast het bieden van zorg en ondersteuning aan patiënten en hun naasten, werkt het Zorgplatform Geranós ook samen met vrijwilligers palliatieve zorg, waaronder de VPTZ Proxima Terminale Zorg. Deze vrijwilligers bieden ondersteuning aan patiënten en hun naasten, bijvoorbeeld door te helpen bij de persoonlijke verzorging, het bieden van een luisterend oor of het doen van boodschappen.
Zorgplatform Geranós is ook aangesloten bij het Centrum voor Levensvragen in de regio Utrecht. Het centrum biedt geestelijke verzorging en ondersteuning aan mensen in de laatste fase van hun leven en hun naasten. Het kan gaan om vragen over zingeving, spiritualiteit of levensvragen in brede zin. De geestelijk verzorgers van het centrum zijn werkzaam in de thuissituatie, maar ook in verpleeghuizen en hospices.
Door de samenwerking tussen het Zorgplatform Geranós, vrijwilligers palliatieve zorg, het Centrum voor Levensvragen en andere zorgverleners in de regio Utrecht, wordt er gezorgd voor een integrale en goed afgestemde zorgverlening aan mensen in de laatste fase van hun leven en hun naasten.
Randvoorwaarden E-health
Kwaliteit en randvoorwaarden voor e-health in een thuiszorgorganisatie omvatten:
Door te voldoen aan deze kwaliteit en randvoorwaarden kan een thuiszorgorganisatie effectief gebruik maken van e-health om hoogwaardige zorg te leveren aan patiënten in hun thuissituatie.
Plan van Aanpak: Beleid voor E-health in Thuiszorgorganisatie
Stap 1: Organisatie
Stap 2: Infrastructuur
Stap 3: Kwaliteit van zorg
Stap 4: Privacy en gegevensbescherming
Stap 5: Bewustzijn en training
Stap 6: Evaluatie en optimalisatie
Met dit plan van aanpak kan Stichting Zorgplatform Geranós een solide beleid opstellen en implementeren voor de kwaliteit en randvoorwaarden van e-health in de thuiszorg. Dit zal bijdragen aan het verbeteren van de zorgkwaliteit, efficiëntie en doelmatigheid binnen de organisatie.
Mantelzorgerbeleid
De organisatie heeft regelmatig contact met de mantelzorgers van zorgvragers. Voor medewerkers zijn ze partners in de zorg. Dat vraagt om een goede samenwerking en afstemming. Het doel van mantelzorgbeleid is te komen tot een samenspel waarin de ervaring van de mantelzorger en de deskundigheid van de zorgprofessional optimaal worden benut. Hoe die samenwerking er precies uitziet, zal per situatie verschillen. Wel gelden altijd de volgende uitgangspunten:
Medewerkersvisie/Personeelsbeleid De organisatie is “het adres” voor iedere professionele (toekomstige) zorgverlener die zorgvragers na kennisoverdracht, de verantwoorde regie over hun eigen leven wil geven op het gebied van zorg, welzijn en wonen. De organisatie waardeert betrokkenheid en inspraak en ondersteunt medewerkers bij de eigen loopbaanontwikkeling.
De organisatie heeft een goede naamsbekendheid omdat communiceren naar en met mensen en servicegerichtheid onze uitgangspunten zijn om zowel kwalitatief goede zorg te leveren aan onze zorgvragers, als ook een goede werkgever te zijn voor professionele (toekomstige) zorgverleners. Zorgverleners worden betrokken bij de organisatie en inspraak wordt gestimuleerd. De keuze voor het levensfase gericht personeelsbeleid vloeit voort uit de individuele aanpak van dit beleid. Door middel van dit beleid wil de organisatie alle medewerkers faciliteren bij hun loopbaanontwikkeling om zich een beroepsprofessional te noemen, waarbij het volgende van belang is:
De organisatie zal bij gebrek aan voldoende eigen personeel gebruik maken van inleenkrachten. Dit kunnen zowel uitzendkrachten als ZZP’ers zijn. Op deze inleenkrachten rusten dezelfde verplichtingen t.a.v. de zorgverlening als op het eigen personeel. Inleenkrachten dienen daarom ook in de gelegenheid gesteld te worden om kennis te nemen van de werkwijze van de organisatie. Er dient een zorgvuldig selectietraject te worden gevolgd. De inzet van ZZP’ers geschiedt op basis van vooraf gemaakte (prijs)afspraken.
Zorgvisie ‘Verantwoorde regie over eigen leven’. Zorgverleners beschikken over de juiste kennis, vaardigheden, richtlijnen en normen om de zorgvragers na kennisoverdracht, de verantwoorde regie over hun eigen leven te geven op het gebied van zorg, welzijn en wonen. De eigen zorgvraag vormt het uitgangspunt voor een passend plan, dat in dialoog met de (eigen) zorgregisseur wordt opgesteld. Hierdoor kan op verantwoorde wijze zorg van een kwalitatief hoog niveau geleverd worden door professionele krachten.