Toekomstgericht onderwijs richt zich op het ontwikkelen van de persoonlijkheid van leerlingen door hen te leren emoties te begrijpen en rekening te houden met anderen. Leerlingen worden gestimuleerd om zelfstandig keuzes te maken en verantwoordelijkheid te dragen.
Motivatietheorieën -zie dia les 1.7-:
- Maslow (piramide); het gaat om behoeften.
- Self-effiancy
- SDT
- Siema
- Flowtheorie Chicksentmehigh (1990); Flow blijkt vooral op te treden wanneer mensen een hoge mate van uitdaging ervaren en een hoge mate van competentie. Je zit helemaal in de flow, je bent een kort moment even weg.
- Vroom; motivatie=verwachting*beloning*waarde
- Achievement gold
- Attributietheorie Weiner (1985)- 'Locus of control'; de factoren waaraan een mens zijn succes of falen toeschrijft.
- Self-Determination theory; competentie-relatie (student-docent)-autonomy (het gevoel van bijdragen)
Probleemanalyse motivatie
- Wat is het probleem?
- Waarom is het ene probleem?
- Voor wie is het probleem?
- Hoe groot is het probleem? Wat gebeurt er als het probleem niet wordt opgelost?
- Zijn er ideeën over wat de oorzaak van het probleem is? Hoe staan je collega's tegenover het probleem?
- Zijn er meer zaken verweven met het probleem?
- Wat is er al geprobeerd om het probleem op te lossen? Wat is daaruit geleerd?
- Speelt dit probleem ook op andere scholen/ instituten?
- Is er al een insteek/ interventie gekozen en waarom?
Ons onderwijs2032, Eindadvies. Platformonderwijs2032
Wat is nodig om toekomstgericht
onderwijs mogelijk te maken?
Condities voor eigentijds onderwijs
Samenhang in het onderwijssysteem
Leraren opleiden voor de toekomst
Investeren in professionele ontwikkeling
en samenwerking
Toetsing en examinering
Toetsing van basisvaardigheden,
kennisdomeinen en het keuzedeel
Verantwoording
Niet alleen aandacht voor wat meetbaar
is, ook voor wat merkbaar is
Herijking van kerndoelen en eidntermen
Een samenhangend aanbod
Niveaudifferentiatie
Concreet en tot de kern beperkt
Nieuwe accenten voor de toekomst:
- Taalvaardigheid (Nederlands en Engels)
- Rekenvaardigheid
- Digitale geletterdheid
- Burgerschap
Toekomstgericht onderwijs
De leerling krijgt betekenisvol
onderwijs op maat
Leerlingen voelen zich betrokken
bij het leerproces en krijgen keuzeruimte
Het daagt uit
Onderwijs sluit aan bij de
interesse en capaciteiten van leerlingen
De leerling leert de kansen van de
digitale wereld te benutten
Beschikbare informatie neemt toe
Computational thinking:
leren begrijpen hoe ze nieuwe technologische
diensten en producten kunnen benutten
Ze zijn in staat om
zich te blijven ontwikkelen
Leerlingen leren digitaal
vaardig te zijn en mediawijs
De leerling leert omgaan met vrijheid
en verantwoordelijkheid en over
grenzen heen te kijken
Verantwoordelijkheid
en zorgzaam zijn
Zelfsturing
Subtopic
Verantwoorde keuzes
maken en een eigen
koers kunnen varen.
De leerling vormt zijn persoonlijkheid
Persoonsvorming:
- emoties
- rekening houden met de positie,
belangen en gevoelens van anderen
- respect, hulpvaardigheid en empathie
Zelfstandig keuzes maken
en verantwoordelijkheid dragen
voor hun eigen handelen.
Wie zijn ze en wat willen ze worden?
Positie ten opzichte van anderen vinden
De leerling ontwikkelt kennis en vaardigheden
door creativiteit en nieuwsgierigheid in te zetten.
Durven risico's te nemen en leren
omgaan met tegenslagen. Ze leren wat
ze moeten doen als ze niet weten wat ze
moeten doen.
Leerlingen leren te experimenteren
en in een onbekende situatie stappen
te zetten.
Kennisdomeinen
verbinden
Verbeeldingskracht
Samenwerken
Reflecteren op hun leerproces
Leren relevante kritische vragen stellen
en strategieën ontwikkelen om antwoord te
kunnen geven op de vragen.
Leerlingen kennis eigen laten maken
op een diepgaande manier: niet van alles een
beetje, maar meer van minder.
Kennis en Leerdomeinen:
- Mens&Maatschappij
- Natuur&Technologie
- Taal&Cultuur
Doel: komen tot een visie op de kennis en de vaardigheden die leerlingen moeten opdoen met het oog op ontwikkelingen in de samenleving.
LA 1: Zin in leren
Leren in beweging
Hoe leren werkt
Perspectieven op leren
Mindsets that promote resilience (veerkracht): when students believe that personal characteristics (kenmerken) can be developed (ontwikkeld), Dweck and Yeager
Iedere student komt verschillen tegen op sociaal en academisch vlak. Het is onze taak om studenten veerkrachtig te maken. Leraren en ouders doen dit instinctief. Er zijn daarom duidelijke richtlijnen nodig om dit op een juiste manier aan te leren. Studenten hebben een minste nodig om uitdagingen aan te gaan.
Incremental versus entity:
- Incremental is learning and growth.
- Alles wordt gezien als helpfull in de groei.
- Doelen stellen
Veel factoren kunnen de veerkracht
beïnvloeden; opgeven, valsspelen, hulpeloos
Veerkracht; behavioral, attributional,
or emotional
Wat is veerkracht?
Good outcomes in spite of serious threats to adaptation of development. Masten, 2001
Theorieën veerkracht:
- Ze zijn stilzwijgend, ze zijn zelden uitdrukkelijk.
- Onderscheiden, studenten geloven dat intelligentie kan veranderen, maar persoonlijkheid niet.
- Onderpresteren
- Competitie met gelijkgestemden
Kenmerken van mensen
Mindsets die leiden tot veerkracht
Rapport OESO
OECD rapport (mei 2016)
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
- (OESO)Nederlandse klassen zijn onordelijk en rumoerig (-)
- Zelfs goede leerlingen tonen zich weinig begaan met het onderwijs (-)
- Weinig aandacht ‘excellente leerlingen’ (-)
- Meer nadruk op bestraffen dan belonen (-)
- SEA (sociaal economische achtergrond) meer bepalend voor schoolsucces dan intelligentie (-)
- Per saldo is het onderwijs in Nederland behoorlijk goed (+)
- Sociaal zwakke leerlingen blijven vaker binnenboord dan in de meeste andere westerse landen (+)
- Het Nederlands onderwijs sluit goed aan op de arbeidsmarkt (+)
- Scholen genieten veel onafhankelijkheid (+)
Intrinsic and Extrinsic Motivations: Classic Definitions and New Directions. Ryan and Deci
Relatie
Wederkerig – zijn wie je bent (onvoorwaardelijke aanvaarding) en accepteren van anderen zoals ze zijn.
“Het is de kunst voor leraren is om met leerlingen contact aan te gaan op een pedagogische tactvolle wijze”:
Jezelf uitschakelen
Er volledig voor de leerlingen zijn
Openstaan en niet veroordelen
Het perspectief van de leerling innemen
Luisteren
Competentie
Structuurondersteuning = leraren maken hun doelstellingen en verwachtingen duidelijk kenbaar en beschrijven expliciet wat de consequenties zijn van het wel of niet behalen van deze doelstellingen
Geef lesdoel aan
Vertel hoe er wordt beoordeeld
Geef hulp en begeleiding ter ondersteuning leerproces (feedback)
Wees consequent in wat er is afgesproken
Sluit aan bij niveau leerlingen
Geef heldere procedures
Autonomie bevorderen:
1. keuze (kunnen kiezen en keuzes kunnen maken)
2. innerlijke bekrachtiging (waarom moet een leerling dit doen?)
3. Flexibiliteit (in de verschillende manieren om tot een oplossing te komen)
4. Weinig druk.Ros, Castelijns, Van Loon & Verbeeck (2014)
Taxonomie van menselijke motivatie, Ryan&Deci 2000
Nederlandse vertaling
Giving Teaching back to education: responding to the disappearance of the teacher. Biesta
Stellingen:
een leertheorie is (nog) geen onderwijstheorie
de school: not a place for learning but a place for being taught
Leertheorie: gaat om leren
Onderwijstheorie: gaat om vatten van processen voor onderwijzen en vormen
Wat is dan een theorie van onderwijs en onderwijzen?
de vraag naar DOEL, (INHOUD en RELATIE) is centraal/fundamenteel.
Deze vraag is multidimensionaal
Kwalificatie -kennis en kunde-: de rol die het onderwijs speelt in het verwerven van kennis, vaardigheden en houdingen die kinderen en jongeren kwalificeren om iets te doen. Dit iets kan heel specifiek zijn – zoals kwalificatie voor een beroep – of meer algemeen – gekwalificeerd raken om in een complexe, multiculturele samenleving te kunnen leven.
Socialisatie -sociaal kunnen zijn-: hier gaat het om de wijze waarop, middels het onderwijs, kinderen en jongeren deel worden van tradities en praktijken. En weer kunnen we dit in specifieke zin denken – zoals socialisatie in een bepaalde beroepspraktijk – en in meer algemene zin – zoals socialisatie in de cultuur van de democratie.
Persoon -eigen ontwikkeling-: dat wil zeggen, op menselijke individualiteit en subjectiviteit – een dimensie die ik in mijn werk aanduid als persoonsvorming of subjectivering.
De doelen resulteren in een simpel plaatje die het volgende weergeeft:
Dat het een brede onderwijstheorie is (vorming/onderwijspedagogisch)
Wat het probleem met de reductie van een dimensie/doel is (vb toetscultuur-> veel gemeten rondom kwalificatie, ook wel socialisatie. Moet/kan subjectivering ook gemeten worden?)
Die de specifieke en unieke complexiteit van het leraarschap zichtbaar maakt (leraren werken altijd in alle drie de dimensies tegelijk)
De rapport Ons onderwijs 2032 is het eerste Nederlandse beleidsrapport waarin deze indeling in deze 3 kernopgaven prominent wordt voorgesteld
Biesta = onderwijsfilosoof (geaccepteerd in de onderwijswereld)