Het Belgische onderwijsbeleid richt zich op het bieden van gelijke kansen voor alle leerlingen, ongeacht hun specifieke onderwijsbehoeften. Het introduceert twee belangrijke curricula:
Bij twijfel tussen de ouders, de school en het CLB hakt het CLB de knoop door.
gemotiveerd verslag
Het kind heeft recht op een GON-begeleiding.
verslag
Het kind kan naar het buitengewoon onderwijs gaan.
curriculum
individueel
Leerdoelen op maat van de leerling. De leerling hoeft de doelen van het gemeenschappelijk curriculum dus niet te halen. Hij krijgt op het einde van het jaar ook niet hetzelfde diploma of studiebewijs, wel een attest van verworven bekwaamheden.
gemeenschappelijk
Leerdoelen die leerlingen moeten halen, alles wat ze moeten kennen en kunnen om een diploma of studiebewijs te krijgen.
zorgcontinuüm
3. uitbreiding van zorg
Onderzoek door het CLB.
2. verhoogde zorg
Extra maatregelingen bovenop de basiszorg.
1. brede basiszorg
Goede zorg zodat alle leerlingen zich goed kunnen ontwikkelen.
Waarom invoeren?
Er wordt gestreefd naar een beleid met gelijke kansen voor iedereen.
Het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs blijft groeien.
België kiest voor een oplossing in aparte scholen.
Er zijn veel leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
3. Het relatieve aantal leerlingen met een gemotiveerd verslag voor GON of een verslag voor buitengewoon onderwijs in scholen voor gewoon onderwijs.
2. Demografische factoren: zijn er meer of minder kinderen in een bepaald geboortejaar.
1. De verschuivingen van leerlingen tussen gewoon en buitengewoon onderwijs.
begeleiding
ION
GON
Geïntegreerd onderwijs. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften gaan naar het gewoon onderwijs en volgen er het gemeenschappelijk curriculum. Een begeleider uit het buitengewoon onderwijs helpt de leerling, de ouders en de klasleraar.
leerkrachten
Communiceren met andere leerkrachten en scholen.
Worden binnen de school ondersteund door leerlingbegeleiders en zorgcoördinatoren.
Kunnen voor informatie altijd terecht bij competentiebegeleiders.
6 krachtlijnen
6. Ondersteuning voor het gewoon onderwijs
waarborgregeling
5. Nieuwe toelatingsvoorwaarden buitengewoon onderwijs
Je moet in het bezit zijn van een verslag van het CLB.
4. Nieuwe types in buitengewoon onderwijs.
Type 1: licht mentale handicap (wordt afgebouwd)
Type 2: verstandelijke beperking
Type 3: emotionele of gedragsstoornis
Type 4: motorische beperking
Type 5: kinderen in een ziekenhuis, in een residentiële setting of in een preventorium
Type 6: visuele beperking
Type 7: auditieve beperking en spraak- of taalstoornis
Type 8: ernstige leerstoornissen (wordt afgebouwd)
Type 9: autismespectrumstoornis (nieuw type)
3. Recht op inschrijven in een gewone school.
Kan pas ontbonden worden na een gesprek tussen school, CLB en ouders over de (on)redelijkheid van aanpassingen.