nierpapil steekt in renale sinus uit
wordt urine aangemaakt
voorurine loopt naar nierbuis

NIEREN(retroperitoreaal)

nierkapsel

renale sinus (interne holte)

cortex (nierschors)

medulla (niermerg)

nierpiramiden

nierpapil

calix minor

nierbekken

nefron

glomerulus  (nierlichaampje)

efferente arteriole
(afvoer bloed)

afferente arteriole
(aanvoer bloed)

kapsel(holte)

voorurine

nierbuis

proximale tubulus
-reabsorbtie ionen, organische moleculen, vitaminen en water

Lis van Henle

dalende tak
(reabsorbtie water)

stijgende tak
-reabsorbtie natrium en
chloride ionen uit  voorurine.
_Niet waterdoorlatend

distale tubulus -excretie ionen, zuren geneesmiddelen-selectieve reabsorbtie natrium ionen uit voorurine-selectieve reabsorbtie water

Verzamelbuisverzamelen voorurinevariabele reabsorptie van water en terugresorptie of afgifte van natrium, kalium waterstof en bicarbonaationen.

Calix minor

nierbekken

nierpoort

Ionenpomp

ADH hormoon Aldosteron hoe hoger dit hormoon, hoe meer opname kalium en hoe groter afscheiding natrium ionen in verzamelbuis en distale tubulus. grotere doorlaatbaarheid water