Weerstand en immuniteit
Witte bloedcellen
(leukocyten)
Zijn groter dan rode bloedcellen
Celorganellen en celkern
Verdedigen het lichaam
ziekteverwekkers
Gifstoffen
Afwijkende cellen
Beschadigde cellen
Lymfestelsel
Beschermt tegen vreemde indringers of ziekteverwekkers.
Zieteverwekkers = pathogenen
Lymfestelsel
Lymfevaten gevuld met lymfe
Lymfocyten zijn afweercellen
Lymfoide weefsels
Lymfoide organen
Functies van lymfestelsel
Productie, onderhoud en verspreidig van lymfocyten
Lymfocyten vallen aan: immuunreactie
binnendringende ziekteverwekkers
Geinfecteerde cellen door virussen
tumorcellen
Vreemde eiwitten - gifstoffen door bactereien gevormd
Immuniteit
vermogen van het lichaam om zich tegen lichaamsvreemde stoffen te verweren door activatie van het lymfesysteem.
Bouw van lymfestelsel
Drie soorten lymfocyten
T-cellen 80%
afkomstig uit thymus
B-cellen 10-15%
afkomstig uit beenmerg
NK-cellen 5-10%
Lymfocyten hebben een lange levensduur, langer dan 20 jaar
Productie van lymfocyten = lymfopoese
In het beenmerg
Uit lymfoide stamcellen
B-cellen
Rol van B-cellen
Humorale immuniteit
Produceren antistoffen tegen vreemde antigenen
Selectief en specifiek
Worden geholpen door T-cellen
Antigeen-antistof complex - immuuncomplex
Immunologische reactie
NK-cellen
Lymfoide stamcellen migreren naar de thymus
T-cellen
Onder invloed van hormonen = thymosinen
Alle lymfocyten die in het bloed terechtkomen zijn volledig uitgerijpt en migreren dan als volwassen lymfocyten naar de lyfoide weefsels en organen.
Lymfoide weefsels zonder kapsels
Lymfefollikels
Amandelen
Appendix (overgang tussen dunne en dikke darm)
Belangrijke lymfoide organen
Bestaan uit T- en B-lymfocyten en bindweefsel
Bevatten een kapsel
Lymfeknopen (oksel, hals en lies)
Thymus
Productie van T-lymfocyten
beschikbaar voor het hele leven
Meest actief van het 2e levensjaar tot en met de puberteit
Na puberteit wordt thymus kleiner
onderhoudende functie, beperkte aanmaak van T-lymfocyten
Milt
Filtreert bloed, geen lymfe
Verwijdert afwijkende bloedcellen, hun onderdelen
en geïnfecteerde bloedcellen.
Initieert T- en B-lymfocyten om te reageren met vreemde stoffen of antigenen.
Milt ligt tussen de maag, de linkernier en het diafragma
Groepen antistoffen
Immunglobuline M
Eerste antistoffen (1e contact)
Kortdurend leven
Immunoglobuline G
Tweede antistoffen (na 2e contact)
Stabieler en levenslange bescherming
Immunglobuline E
Allergieën
Stimuleert ontstekingsreactie
Stimuleert mestcellen tot afgifte van heparine en histamine
Immuunziekten
Auto-immuunziekten
Vallen bij vergissing de lichaamseigen weefsels aan
Multiple sclerose en diabetes type 1
Immunodeficientieziekten
Ziekte, bijv. aids - T-helper cellen zijn uitgeschakeld
Allergieën
Onjuiste of ovematige immuunreactie op allergenen (niet bacteriële antigenen)
Leeftijdgebonden verlies van effectiviteit
Tekort aan T- en B-cellen
Vatbaar voor virussen
Griepvaccinatie
Allergieën
Onjuiste of overmatige reacties op allergenen
Directe reactie of atopie
Hooikoorts en omgeving allergieën
Sensibilisatie (herkenning) B-cellen vorming van IgE
Tweede contact met het allergeen - hevige reactie veroorzaakt door een extra toename aan IgE
Afgifte van histamine en heparine door mestcellen
Cytotoxische reactie
Kruisreactie na een bloedtransfusie van een incompatibele bloedgroep
Immuuncomplex allergie
Indien fagocyten falen om antigeen-antistofcomplex tijdig op te ruimen
Overdreven ontstekingsreactie
Afweermechanismen
Niet specifieke afweer of immuniteit
Beschermt tegen alle bedreigingen
- fysieke Barieres
- Fagocyten
- NK-cellen
- Ontstekingsreactie en koorts
Fysieke barieres
Huid, haar en klierproducten
Spijsverteringsepitheel en klierproducten
Fagocyten (leukocyten)
Fagocyteren bacteriën, geïnfecteerde cellen
beschadigde cellen in het weefsel
Fagocyten
Uitstulpingen van het cytoplasma die
lichaamsvreemde stoffen omsluiten
Vorming van een blaasje
Versmelting met een lysosoom
(speciale verteringsenzymen)
Verteren vreemde indringer
Verwijderen van overblijfselen
NK-cellen
Immunologische surveillance
Reageren snel
Zoeken en doden kankercellen en door virussen geïnfecteerde cellen.
Ontstekingsreactie en koorts
Temperatuur boven normaal
Ziekteverwekkers, bacteriële gifstoffen, antigeen-antistofreacties bevorderen de afgifte van pyrogenen door macrofagen
Pyrogene stoffen verhogen de lichaamstemperatuur bij infecties.
Verhoogde lichaamstemperatuur bevordert de stofwisselingssnelheid van afweercellen en fagocytose.
Remt pathogenen (ziekteverwekkers
Specifieke afweer
Beschermt tegen bepaalde bedreigingen
Reageert op vreemde antigenen
Celgemedieerde immuniteit
Afweer tegen vreemde antigenen
Door T-lymfocyten of T-cellen
Cellulair niveay
Antistof gemedieerde immuniteit
Afweer tegen vreemde antigenen
door B-lymfocyten of B-cellen
In lichaamsvloeistoffen
Doel
Inactiveren of vernietigen van:
Pathogenen
Abnormale cellen
Vreemde moleculen
Gebaseerd op activering van lymfocyten door antigeenherkenning.
Antigeen van een pathogeen
Tumorcellen of geïnfecteerde cellen
Gifstoffen
Immuunreactie
eerst activatie van T-cellen en daarna B-cellen
T-cellen worden geactiveerd door fagocyten
Fagocyten fagocyteren de vreemde indringer
Antigeen van de vreemde indringer komt vrij
Fagocyten produceren cytokinen
T-cellen herkennen het antigeen en stimuleren de B-cellen tot aanmaak van antistoffen gericht tegen het vreemde antigeen.
Antistoffen binden het antigeen en vormen een antigeen-antistofcomplex
Specifieke immuniteit
Primaire reactie
Eerste antistoffen geproduceerd na eerste blootstelling aan vreemd antigeen - IgM
Secundair respons
Maximale concentraties van antistoffen geproduceerd na een tweede blootstelling - IgG
Soms zijn meerdere vaccinaties nodig voor levenslange bescherming (hepatitis virussen)
Ontstekingsreactie
Chemische verandering
Toename doorbloeding
Mestcellen die histamine en heparine afgeven
Aantrekken van fagocyten
Macrofagen in de weefsels
Verwijderen beschadigd weefsel
Vallen vreemde indringers aan en presenteren het vreemde antigeen aan T-cellen
Activeren van immuunreacties (T- en B-cellen)
Immuuncomplex en antistoffen
Vorming van stolsels (ontstekingsreacties inkapslen)
Verwijderen van het stolsel (na ontstekingsreactie)
Vorming van litteken weefsel