In 1981 werd de Osborne 1 geïntroduceerd als de eerste commercieel beschikbare laptop, geïnspireerd door de Xerox NoteTaker. Deze pionierende computer had een klein 5-inch scherm en draaide op het CP/
Netbooks (2011)
hebben gewoonlijk 1 gigabyte ( GB ) van random access memory ( RAM ) , een budget dual - core processor en 250 tot 500 GB harde schijf ruimte , hoewel de exacte specificaties en definities verschillen . Windows 7 Starter Edition is in licentie gegeven door Microsoft voor netbook gebruik , hoewel krachtiger modellen kunnen de volledige versie van Windows 7 draaien . Vroege netbooks had zeven inch schermen , hoewel de meeste huidige modellen bieden weergave maten 10,1-11,6 centimeter . Netbooks komen zonder een optisch station en zijn voorzien van geïntegreerde grafische chips staat basic surfen op internet en het afspelen van media . Netbooks komen meestal met geïntegreerde Wi - Fi-mogelijkheden , evenals een ingebouwde webcam en geheugenkaartlezer .
Netbooks Verkrijgbaar in 2011
1800-1950
Transistor (1948)
Transistor is een afkorting van "transfer resistor" wat overdrachtsweerstand betekend. De transistor is een component waaruit 3 elektrische aansluitingen komen. Deze worden B (basis), C (collector), en E (emitter) genoemd.
Een transistor is een elektronisch onderdeel dat een elektrische trilling kan versterken. De transistor bestaat uit een kristal van een halfgeleider in een afgesloten omhulling van metaal of kunststof. Er zijn in het algemeen drie aansluitingen elektroden genoemd. Aan een daarvan (de emitter) wordt het te versterken signaal toegevoerd, aan de tweede (collector) kan het versterkte signaal worden onttrokken, de derde aansluiting is voor beide signalen gemeenschappelijk (basis).
Tussen de emitter en basis en tussen de collector en basis bevindt zich een diode.
Over de basis-emitter-diode wordt een positieve spanning gelegd, zodat vrije elektronen uit de emitter (N) in de basislaag (P) terecht komen. De basis-emitter-diode opent. Doordat het emittermateriaal talrijke vrije elektronen bezit, wordt de zeer dunne basislaag zodanig overspoeld, dat de elektronen ook in de PN-overgang tussen basis en collector dringen, hoewel deze zich in spertoestand bevindt. Eenmaal in deze overgang worden de vrije elektronen door de positieve collector aangetrokken; er vloeit een collectorstroom. De basis-emitter-stroom heeft een collector-emitter-stroom tot gevolg.
Eniac (1946)
Originally announced on February 14, 1946, the Electronic Numerical Integrator and Computer (ENIAC), was the first general-purpose electronic computer. Hailed by The New York Times as "an amazing machine which applies electronic speeds for the first time to mathematical tasks hitherto too difficult and cumbersome for solution," the ENIAC was a revolutionary piece of machinery in its day. It was constructed and operated here at The Moore School of Electrical Engineering, now part of the School of Engineering and Applied Science. Today, it is difficult to imagine how we could manage without the myriad electronic devices that we utilize each day. From our "smart" phones, touch screens, and tiny cameras to our automobiles, airplanes and medical equipment and devices, electronics is the engine driving us forward. And it was here at the University of Pennsylvania that it all began. The School of Engineering and Applied Science is proud to have on display four of the original 40 panels of the ENIAC. The artifacts represent approximately one-tenth of its original size.
Von Neumann Architecture (1945)
A computer architecture conceived by mathematician John von Neumann, which forms the core of nearly every computer system in use today (regardless of size). In contrast to a Turing machine, a von Neumann machine has a random-access memory (RAM) which means that each successive operation can read or write any memory location, independent of the location accessed by the previous operation.
A von Neumann machine also has a central processing unit (CPU) with one or more registers that hold data that are being operated on. The CPU has a set of built-in operations (its instruction set ) that is far richer than with the Turing machine, e.g. adding two binary integers, or branching to another part of a program if the binary integer in some register is equal to zero (conditional branch).
The CPU can interpret the contents of memory either as instructions or as data according to the fetch-execute cycle.
Von Neumann considered parallel computers but recognized the problems of construction and hence settled for a sequential system. For this reason, parallel computers are sometimes referred to as non-von Neumann architectures.
A von Neumann machine can compute the s
ame class of functions as a universal Turing machine.
Enigma (WO II)
Codeer- en decordeerapparaat uit de tweede wereldoorlog. Het ging om een drierotorige versie van de bekende Enigma-codeermachine. Deze machines, ook wel Schlüsselmaschine E genoemd, werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s gebruikt zodat er in een soort geheimtaal gecommuniceerd kon worden. In Groot-Brittannië probeerde een groot aantal codebrekers vanuit Bletchley Park de Duitse communicatiecode te breken. Uiteindelijk slaagden de Britten hierin waardoor de geallieerden de Duitsers vaak een stapje voor konden zijn. De Duitsers gebruikten overigens ook nog de zogenaamde Lorenz-code voor contacten tussen bijvoorbeeld Adolf Hitler en de hoge officieren. Deze code werd al vroeg in de oorlog gekraakt, maar in de eerste periode duurde het soms drie weken voordat een bericht werd ontcijferd. Dankzij een door de wiskundige Max Newman ontwikkeld apparaat, de Colossus, kon de code al binnen een aantal uren vertaald worden. Deze machine speelde een belangrijke rol bij D-Day, aangezien de bezetter door de geallieerde bombardementen alle berichten radiografisch via de Lorenz moesten sturen en de geallieerden dus vrij snel wisten wat de Duitsers van plan waren.
Mechanische Computer (1938)
Eerste vorm was nog van voor Christus, daarna in 1620 was er een latere vorm. De analoge computer is een op elektronische of mechanische componenten gebaseerd analoog rekenapparaat dat een aantal functies zoals optellen, vermenigvuldigen, integreren en differentiëren kan uitvoeren.
Mainframe (1930)
A very large and expensive computer capable of supporting hundreds, or even thousands, of users simultaneously. In the hierarchy that starts with a simple microprocessor (in watches, for example) at the bottom and moves to supercomputers at the top, mainframes are just below supercomputers. In some ways, mainframes are more powerful than supercomputers because they support more simultaneous programs. But supercomputers can execute a single program faster than a mainframe. The distinction between small mainframes and minicomputers is vague, depending really on how the manufacturer wants to market its machines.
Supercomputer (1930)
A supercomputer is a computer that performs at or near the currently highest operational rate for computers. A supercomputer is typically used for scientific and engineering applications that must handle very large databases or do a great amount of computation (or both).
Elektronenbuizen (1904-1906)
De eenvoudigste elektronenbuis, de diode, bestaat uit een vacuüm getrokken glazen buis waarin een gloeidraad geplaatst is die dienst doet als kathode, met daaromheen een cilindervormig metalen plaatje, de anode. Wanneer de gloeidraad wordt opgewarmd en de anode met voldoende spanning positief is gepolariseerd, zal er een elektronenstroom gaan lopen (Edisoneffect) wanneer de stroomkring tussen anode en kathode wordt gesloten. Maakt men de anode echter negatief ten opzichte van de kathode dan vloeit er geen stroom. Per definitie loopt een stroom van plus naar min, terwijl de negatief geladen elektronen van min naar plus gaan.
Radiobuizen (1904)
Back in 1904, British scientist John Ambrose Fleming first showed his device to convert an alternating current signal into direct current. The "Fleming diode" was based on an effect that Thomas Edison had first discovered in 1880, and had not put to useful work at the time. This diode essentially consisted of an incandescent light bulb with an extra electrode inside. When the bulb's filament is heated white-hot, electrons are boiled off its surface and into the vacuum inside the bulb. If the extra electrode (also called an "plate" or "anode") is made more positive than the hot filament, a direct current flows through the vacuum. And since the extra electrode is cold and the filament is hot, this current can only flow from the filament to the electrode, not the other way. So, AC signals can be converted into DC. Fleming's diode was first used as a sensitive detector of the weak signals produced by the new wireless telegraph. Later (and to this day), the diode vacuum tube was used to convert AC into DC in power supplies for electronic equipment.
Babbage (1837)
Het oerontwerp van de computer werd niet in de jaren '30 van de vorige eeuw gemaakt door Alan Turing, maar al een eeuw eerder. In 1837 maakte de Britse wiskundige Charles Babbage het ontwerp voor een 'analytical engine'. Het plan werd echter nooit uitgevoerd en dus ontving Turing de credits. De Britse programmeur John Graham-Cumming werkt aan eerherstel voor Babbage en is bezig diens door stoom aangedreven computer te bouwen, zo vertelde hij tijdens een TED-conferentie.
Difference machine (1791-1871)
Charles Babbage (1791-1871), computer pioneer, designed the first automatic computing engines. He invented computers but failed to build them. The first complete Babbage Engine was completed in London in 2002, 153 years after it was designed. Difference Engine No. 2, built faithfully to the original drawings, consists of 8,000 parts, weighs five tons, and measures 11 feet long.
We invite you to learn more about this extraordinary object, its designer Charles Babbage and the team of people who undertook to build it. Discover the wonder of a future already passed. A sight no Victorian ever saw.
Ponskaarten (1790-heden)
Kaart van gedefinieerde afmetingen, voor het vastleggen van gegevens door het ponsen van een patroon van gaten of inkepingen in gedefinieerde ponsposities.
Binair of Decimaal (sinds 1672)
Het binaire of tweetallige getalsysteem is een positiestelsel, waarin een getal wordt voorgesteld door een rijtje van de cijfers 0 en 1. Een dergelijk cijfer wordt in deze context een bit genoemd.
Om een binair getal te vertalen naar een decimaal getal, hoeft men slechts te kijken naar de posities waar een 1 staat. Voor ieder binair cijfer 1 berekent men de door de positie van dit cijfer aangegeven macht van twee, en wel: 2positie - 1. De som van de op deze wijze berekende reeks decimale getallen geeft de waarde van het binaire getal decimaal weer. De eerste positie is de meest rechtse en komt overeen met het getal 1. De tweede positie, de tweede van rechts, komt overeen met het getal 2, de derde van rechts met 4, enz.
Computergeneraties
We kunnen de computers indelen in de vijf zogenoemde computergeneraties:
De 'nulde generatie'
(1830-1940)
In deze generatie zijn de Different Engine en de ponskaart uitgevonden.
De eerste generatie
(1940-1955)
Computers van de eerste generatie maakten gebruik van radiobuizen.
De tweede generatie (1955-1965)
Computers van de tweede generatie maakten gebruik van transistors.
De derde generatie (1965-1975)
Vanaf midden jaren ’60 deed het integrated circuit, oftewel de chip, zijn intrede.
De vierde generatie (1975-nu)
Deze generatie kenmerkt zich door microprocessorchips. In deze periode, namelijk in 1981, ziet ook de personal computer het daglicht.
1950-2000
Netwerkserver (1999)
Een netwerk server is een computer die specifiek gebouwd om internetverkeer filteren in en uit uw lokale netwerk , en aan schouder te helpen de last van resource sharing tussen meerdere computer -terminals . Terwijl veel kleine thuisnetwerken die bestaan uit slechts twee of drie computers hebben geen behoefte aan een dedicated server , zal de voordelen van het toevoegen van een server groter naarmate er meer computers worden toegevoegd geworden . Een server installeren zal de beveiliging van uw netwerk te verhogen en maak uw overdracht van bestanden veel sneller .
IBM (1997)
IBM werkt al ruim drie jaar aan de supercomputer Watson. Nadat ze in 1997 de wereld versteld hadden laten staan met Deep Blue, een computer die van schaakgrootmeester Kasparov won, was het bedrijf toe aan een nieuwe stunt. Deep Blue won door pure rekenkracht, maar computationele taal is een veel grotere uitdaging. Taal is zo complex dat het niet om te zetten is in de enen en nullen waarmee een computer uit de voeten kan. Wat een woord betekent wordt vaak bepaald door de context. En die context kan de zin zijn waarin het woord voorkomt, maar ook de hele tekst.
DVD (als gegevensdragers) (1995)
De dvd is te beschouwen als een opvolger van de cd-rom. Qua uiterlijk en qua snelheid zijn de cd en de dvd aan elkaar gelijk, maar de dvd heeft een veel grotere opslagcapaciteit. Op een dvd kan je maar liefst 4,7 GB aan gegevens kwijt. Technisch gezien is het mogelijk om een dvd aan beide zijden te beschrijven waardoor de opslagcapaciteit verdubbelt. Daarnaast kan elke zijde twee lagen bevatten, waarmee de maximale opslagcapaciteit op 17 GB komt. Op dit moment is allen de 4,7 GB-variant in de omloop wat vooral komt doordat het nogal wat kost.
Zipdrive (1994)
A Zip drive is a small, portable disk drive used primarily for backing up and archiving personal computer files. The trademarked Zip drive was developed and is sold by Iomega Corporation. Zip drives and disks come in two sizes. The 100 megabyte size actually holds 100,431,872 bytes of data or the equivalent of 70 floppy diskettes. There is also a 250 megabyte drive and disk. The Iomega Zip drive comes with a software utility that lets you copy the entire contents of your hard drive to one or more Zip disks.
PDA (1993)
PDA is de afkorting voor Personal Digital Assistant, ook wel handheld genoemd. Dit is de verzamelnaam voor de zogenoemde hand- of zakcomputers. Zoals de naam al zegt is de PDA niet groter dan een handpalm en kan gemakkelijk in een jas- of overhemdzak worden meegenomen.
Een PDA dient niet ter vervanging van een personal computer. Vanwege zijn kleine formaat en mobiliteit is hij handig te gebruiken en dient de PDA als verlengstuk van de computer.
Smartphone (1992)
Bijna twintig jaar na de uitvinding van de eerste mobiele telefoon door Martin Cooper in 1973 werd in 1992 de eerste smartphone ontwikkeld. Een smartphone onderscheidt zich van een normale mobiele telefoon door de toegevoegde programma’s aan de telefoon. Hierdoor kun je niet alleen bellen met de smartphone, maar kunnen er ook spellen worden gespeeld en agenda’s worden ingevuld op de smartphone. De term smartphone ontstond in 1997 toen Ericsson de nieuwe mobiel GS 88 Penelope omschreef als een Smart Phone.
Tablet (1992)
Een tablet draait natuurlijk volledig om een groot beeldscherm, liefst aanraakgevoelig. Aan de oorsprong van de tablet ligt de technologische ontwikkeling om computercomponenten steeds kleiner én goedkoper te maken. Toen deze onderdelen eenmaal klein en betaalbaar genoeg waren om ze gezamenlijk achter een beeldscherm te plaatsen, deden we precies dat.
PDA - 1992
Tablet PC- 2001
SSD (1991)
Een Solid State Drive is een digitaal opslagmedium dat gebruik maakt van geheugen zoals flash of SDRAM. Een groot verschil met de traditionele harde schijven is dat een SSD geen bewegende delen bevat, zoals ronddraaiende platters. Daardoor zijn SSD schijven veel sneller en is de kans op fouten bijna verwaarloosbaar.
CD (als gegevensdragers) (1983)
Compact disc (cd): 120 mm digitale disk ontwikkeld door Sony en Philips als vervanging van de lp. Geïntroduceerd in 1983 en uiterst succesvol. Beschrijfbare types (cd-r/cd-rw) en gebruik in de computer (cd-rom) werden later ingevoerd en ontwikkeld. Wordt uitgelezen met rode laser.
Notebook (1981)
The first notebook computer was introduced in 1981 but they were very expensive and not as versatile as they are today. IBM and Epsom both placed versions of portable laptops on the market in 1983. Even with more models emerging, notebook computers were an item often associated only with high profile businessmen.
Laptop (1981)
In 1981 kwam de Osborne 1 uit. De Osborne 1 was de eerste commercieel beschikbare mobiele computer en was geïnspireerd op de Xerox NoteTaker. Deze zeer grote computer had een kleine 5 inch beeldscherm en gebruikte CP/M als besturingssysteem.
3 1/2 diskette (1980)
De 3,5 - inch versies van diskettes verschillen in opslagcapaciteit , op basis van het soort schijf en het besturingssysteem op de computer met het diskettestation . Macintosh-computers kunnen gebruiken 3,5 - inch diskettes met een maximale opslagcapaciteit van 400 kilobyte , 800 kilobytes en 1,2 megabytes , volgens Webopedia .
Personal computers hebben meestal een Windows-of Linux-besturingssysteem . Dergelijke computers zijn compatibel met twee veelvoorkomende typen van 3,5 - inch diskettes . Double - density 3,5 - inch diskettes kan maximaal 720 kilobytes van gegevens op te slaan , en high - density 3,5 - inch floppy disks kunnen tot 1,44 megabytes aan data .
Apple2 (1977)
When it debuted in 1977, the Apple II was promoted as an extraordinary computer for ordinary people. The user-friendly design and graphical display made Apple a leader in the first decade of personal computing.
Unlike the earlier Apple I, for which users had to supply essential parts such as a case and power supply, the Apple II was a fully realized consumer product. Design and marketing emphasized simplicity, an everyday tool for home, work, or school.
5 1/4 diskette (1976-1978)
A 5.25-inch diskette is an older diskette that first development in 1976 and later became a standard in 1978. The diskettes were popular throughout the 1970's and early 1980's and are similar to the 3.5-inch floppy diskette with a lesser capacity and larger dimension. Unlike their rigid, 3.5" counterparts, the 5.25-inch diskettes are flimsy.
The 5.25-inch diskettes were available in a capacity of 160KB single Side, 360kb low-density and 1.2MB high-density sizes; by 1994, the 5.25-inch disk was extinct and was replaced by the preferred 3.5-inch disks.
Apple (1976)
Apple is een Amerikaans elektronicabedrijf dat vooral bekend is van zijn reeks Apple Mac-computers, iPod-muziekspelers, iPhone-smartphones en iPad-tablets. Naast hardware ontwikkelt Apple ook veel software voor het eigen besturingssysteem Mac OS X, maar ook voor Windows. In tegenstelling tot Microsoft ziet Apple Google niet als haar grootste concurrent. Dat betekent dat Apple niet grootschalig investeert in zoekmachinetechnologie.
Het succes van Apple wordt vaak toegeschreven aan de innovatieve marketingstrategieën voor haar producten.
8 diskette (1971)
The first floppy disk was introduced in 1971. The disk was 8" in diameter with a magnetic coating, enclosed in a cardboard case with the capacity of one megabyte. Conversely to hard drives, the heads touched the disk, like in a cassette or video player that wears the media down over time.
Bill Gates (1955)
Born on October 28, 1955, in Seattle, Washington, famed entrepreneur Bill Gates began to show an interest in computer programming at age 13. Through technological innovation, keen business strategy and aggressive business tactics, he and partner Paul Allen built the world's largest software business, Microsoft. In the process, Gates became one of the richest men in the world. In February 2014, Gates announced that he was stepping down as Microsoft's chairman.
Home Computer (1980-1999)
-Commodore
Commodore's most popular model, the Commodore 64, was the Model T Ford of the home computer movement. As you may recall the Model T Ford was the first automobile that the average person on an average income was able to afford or justify buying because of its low price, extensive consumer-oriented marketing, and usability.
The Commodore 64 is an 8-bit computer that uses Commodore DOS instead of MS Dos or Windows. In fact, for the most part it cannot run IBM or Macintosh computer programs. The Commodore 64 has BASIC 2.0 and 64k of memory although when you turn the computer on it indicates only 38,911 bytes available because nearly half of its memory is used for internal functions. The Commodore 64 was actually part of the evolution of computers marketed by CBM (Commodore Business Machines) which had previously proliferated the CBM and PET business computers into business and academic settings and who had then subsequently developed the VIC-20 computer which was the predecessor to the Commodore 64.
-Sinclair
En daar was-ie dan, begin 1980: de Sinclair ZX80, de eerste echt betaalbare homecomputer. En net als alle andere uitvindingen van de Brit Clive Sinclair was de ZX80 een apparaat in mini-formaat: onvoorstelbaar plat voor een computer, iets minder dan 20 centimeter in de breedte en net iets meer dan 20 in de lengte. Een prachtige prestatie qua ontwerp, naar het motto van de kettingrokende Sinclair dat ontwerpers bij hun werk altijd de omvang van een pakje sigaretten in gedachten moesten houden.
http://www.oldsoftware.com/history.html
PC (1980-heden)
Pc's worden vaak gebruik om te internetten, tekstverwerken en boekhouden. Maar er is zo veel meer mogelijk. Je kunt er bijvoorbeeld ook muziek mee beluisteren, films op bekijken en foto's bewerken.
Steve Jobs (1976)
Steve Jobs richtte in 1976 samen met zijn studievriend Steve Wozniak het bedrijf Apple Computers op. Er was ook nog een derde oprichter, Ronald Wayne, maar die laatste liet zich al snel uitkopen uit angst voor de risico’s van de startupwereld. Steve Wozniak is de uitvinder van de Apple I en de belangrijkste ontwerper van de Apple II, maar ook hij legde zijn fulltime werkzaamheden neer in 1987. Wozniak is echter wel nog steeds aandeelhouder van het bedrijf. Steve Jobs was misschien een van de oprichters van Apple, hij was zeker niet de eerste CEO. Apple werkte voor de productie van de Apple I aanvankelijk in de garage van de ouders van Steve Jobs. Doordat multimiljonair Mike Markkula investeerde in het bedrijf werd de Apple II mogelijk, maar de investeerders in Apple zagen het niet zitten dat de piepjonge Jobs een miljoenenbedrijf zou leiden. De Apple II is namelijk de eerste zeer succesvolle pc die in massaproductie is gefabriceerd. Door de Apple II kon Apple in 1980 naar de beurs en werd Steve jobs op zijn 25e multimiljonair. In 1978 verving Steve Jobs de allereerste CEO van Apple, Mike Scott voor de topman van Pepsi-Cola: John Sculley. Volgens Sculley zelf deed Jobs dit met de volgende beroemde opmerking: ‘Wil je de rest van je leven suikerwater verkopen of wil je een kans om de wereld te veranderen?’. Helaas bleek de relatie tussen de twee nogal lastig, mede door het temperament van Jobs
Wet van Moore (1965)
Gordon Moore constateerde dat elke 18 maanden op hetzelfde chip-oppervlak twee maal zoveel transistoren kunnen worden geïntegreerd. Deze stelling -de Wet van Moore- is een self-fullfilling prophecy gebleken. De gevolgen van deze wetmatigheid ondervinden we elke dag. De geheugenchips zijn zo klein geworden dat we met gemak audio- en videobestanden op een heel klein oppervlak kunnen opslaan. Ook de rekenvaardigheid (performance) van processoren blijft dankzij dit fenomeen stijgen.
Cassettebandjes (1963)
Een muziekcassette, cassettebandje, compact cassette of simpelweg bandje is een magneetband die wordt gebruikt als geluidsdrager, in een speciaal daarvoor gemaakte vaste doos (cassette). De compact cassette is een ontwikkeling geweest van Philips in 1963 in zijn vestiging in Hasselt, en was bijzonder populair naast de grammofoonplaat voordat de digitale geluidsdragers werden ontwikkeld. Een muziekcassette kan worden afgespeeld met een cassetterecorder, een cassettedeck of een walkman. Compact cassettes werden in de jaren tachtig ook gebruikt als opslagmedium voor homecomputers.
Minicomputer (1960-1980)
De minicomputer duurde van 1960 tot 1980 . Het doel was om een kosten - efficiënt alternatief voor kamergrootte mainframe computers bieden . Het was een derde generatie computer technologie die diende als een interim- grootte en -oplossing tussen mainframes en de personal computer . Uiteindelijk werd de minicomputer vervangen door de microprocessor .
Arpanet (1960)
Als reactie op de lancering van Spoetnik door de Sovjet-Unie op 4 oktober 1957 werd binnen het Amerikaanse ministerie van defensie het Advanced Research Projects Agency (ARPA) opgericht. ARPA moest technologie ontwikkelen die de Amerikaanse defensie in staat zou stellen om niet verrast te worden door de technologisch geavanceerde vijand. Het ARPANET (ARPA Network) was het eerste operationele packet switching computernetwerk, de voorloper van het internet, opgezet in de late jaren '60.
Microcomputer (1960)
A microcomputer is a complete computer on a smaller scale and is generally a synonym for the more common term, personal computer or PC , a computer designed for an individual. A microcomputer contains a microprocessor (a central processing unit on a microchip ), memory in the form of read-only memory and random access memory , I/O ports and a bus or system of interconnecting wires, housed in a unit that is usually called a motherboard .
Chip (1958)
De chip (of transponder) is een klein buisje van ongeveer 14 millimeter groot. In het buisje zit een klein stukje micro-elektronica bestaande uit een spoel en een microchip, die het unieke registratienummer bevat. De chip wordt met een naald onder de huid tussen de schouderbladen van het dier of aan de linkerzijde van de hals aangebracht. Je ziet hem daarna niet meer zitten. Wanneer een afleesapparaat (chipreader) in de buurt van de chip gehouden wordt, gaat in de spoel een kleine inductiestroom lopen waardoor de chip een signaal uitzendt. Het afleesapparaat vangt dit op en kan het nummer aflezen. Zonder afleesapparaat doet de chip niks: er zit geen batterij of andere energiebron in.
IC (Geïntegreerde schakeling) (1958)
Een geïntegreerde schakeling of chip is een dun plakje halfgeleidermateriaal waarop elektronische schakelingen zijn aangebracht. De functionaliteit ligt vast of is programmeerbaar met software. Soms is deze programmering al tijdens de fabricage gedaan en niet meer te wijzigen. Bij andere chips kan de functionaliteit op een later tijdstip worden gewijzigd door de software in de chip aan te passen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij tuning-chips in auto's voor aanpassingen van het motormanagementsysteem. Chips worden ondergebracht in behuizingen met veel aansluitpunten
HD (Hard disk mechanisch) (1956)
A hard disk drive (sometimes abbreviated as Hard drive, HD, or HDD) is a non-volatile memory hardware device that permanently stores and retrieves information. There are many variations, but their sizes are generally 3.5" and 2.5" for desktop and laptop computers respectively. A hard drive consists of one or more platters to which data is written using a magnetic head, all inside of an air-sealed casing. Internal hard disks reside in a drive bay, connect to the motherboard using an ATA, SCSI, or SATA cable, and are powered by a connection to the PSU (power supply unit).
Mainframes (1950)
Omdat de computers erg duur waren, werd er gebruik gemaakt van het mainframe-terminal principe. De mainframe was de grote centrale computer, en de terminals waren in feite niet meer dan een scherm met een toetsenbord. Als er een commando werd ingetypt, werd dit naar de mainframe verstuurd. Het teruggestuurde antwoord werd op het scherm weergegeven. Het grote voordeel van dit principe was dat er meerdere mensen met terminals vanaf verschillende plekken aan dezelfde mainframe konden werken.
Dit principe van meerdere terminals is nog steeds terug te vinden in de unix familie (Linux, FreeBSD, etc) van besturingssystemen.
Turing (1950)
Precies 100 jaar geleden – op 23 juni 1912 – is het genie Alan Turing geboren. Alan Turing is vooral beroemd geworden door zijn paper ‘Computing Machinery and Intelligence’, dat hij in 1950 publiceerde. Hierin staat één hoofdvraag centraal: kunnen machines denken? In zijn paper heeft Turing het niet over een intelligentietest. Zo’n test kan een robot of computer makkelijk winnen. Een goed voorbeeld is IBM’s supercomputer Watson. Deze supercomputer was twee begaafde menselijke deelnemers te slim af tijdens een speciale editie van het Amerikaanse spelprogramma Jeopardy. Watson bleek niet verbonden te zijn met internet, maar had alle kennis op zijn harde schijf staan. Dankzij een speciaal algoritme kon Watson zeer snel informatie scannen en analyseren.