kerk en staat
situatie nu: lees blz 77-78
klerikaal en antiklerikaal
klerikalen: papen en daensisten
christene volkspartij: daensisten
katholieke partij
kleine kern sociaal en vlaams bewogen mensen
grote conservatieve vleugel onder charles woeste
verdedigen vrijheid en persoonlijk geweten
antiklerikalen of geuzen
socialisten
liberale vrijdenkers
verdedigers van de staat
tegen inmenging van de kerk in staatszaken
Unionisme (1830-1846)
liberalen organiseren zich
twee srijdende kampen
antiklerikalen
klerikalen
liberale partij
organisatie openbaar onderwijs moet onder leiding van burgerlijk gezag
1846: congres: strikte scheiding kerk en staat realiseren
consolidatie kerkelijke macht
wet op lager onderwijs: elke gemeente verplicht lagere school
aan invloed winnen door onderwijs en liefdadigheid
monsterverbond liberalen en katholieken: nieuwe staat zo goed mogelijk uitbouwen: gedoemd om te mislukken
voor 1830
1830: onafhankelijk belgie: zeer liberale grondwet
vrijheid godsdienst
vrijheid onderwijs
scheiding kerk - staat
koning willem 1: protestant, liberalen in opstand, willen eigen staat
franse revolutie: kerk verliest veel macht
napoleon: concordaat met de paus
verlichting (18e eeuw): rede, verzet tegen aboslute monarchie
renaissance: mens centrale positie
middeleeuwen: theocratische maatschappij, god centraal
institutionering van de kerk: keizer constantijn (330)
officiele erkenning als staatskerk
inzet: onderwijs
middelbaar onderwijs
compromis
gevolgen schoolpact
kwantitatieve verbetering van middelbaar onderwijs
invloed op de begroting
1958: schoolpact
ondersteuning van alle geldig erkende vormen van onderwijs
vrijheid van godsdienst
vrijheid van onderwijs
democratisering onderwijs, onderwijs tot 18j kosteloss
alleen coalitieregering mogelijk met compromis
tweede schoolstrijd
1954: socialisten en liberalen, achiel van acker
nieuwe rijksscholen
verminderen subsidies
1950: CVP parlement
vrije scholen toegankelijker: subsidies, wedden gelijk met staatsonderwijs
na WO2 meer nood aan goed onderwijs
vrije scholen geen of weinig subsidies
vrijheid van schoolkeuze is afhankleijk van financiele toestand ouders
lager onderwijs
gevolgen
1914: leerplicht tot 12 jaar, later tot 14 jaar
verzuiling op andere gebieden
uitbouw uitgebreid net van vrije katholieke scholen
1884: katholieken halen parlement
nieuwe wet
benoeming onderwijzers is vrij
godsdienst in lessenpakket
elke gemeente mag vrije school aanvaarden
eerste schoolstrijd 1879
conflicten volgen elkaar op
groot protest op deze wet
wet van Humbeeck
leraars diploma normaalschool
moraal verplicht vak
geen godsdienstles
verplichte staatsschool
vervangt eerste wet lager onderwijs
ministerie van onderwijs, van humbeeck minister
liberale regering wil macht kerk indijken
oorsprong: grondwet: vrijheid van onderwijs en godsdienst
breuklijn vrijzinnig - katholiek