de vlaamse beweging
wat?
terreinwinst
romaans en germaans taalgebied
taalgrens start in frans-vlaanderen
romaans taalgebied grote terreinwinst geboekt
emancipatiebeweging
19e eeuw: elite frans
vlamingen tegen de rijken
verdeeldheid
tussen vlamingen zelf
nooit op 1 lijn
west-vlaamse dichters willen west-vlaams als officiele taal
antwerpse schrijvers willen hollands
gecompromitteerd
slechte naam
WO1 en 2: deel van de vlaamse beweging collaboreren met de duitsers, ander deel in verzet
betekenis
de vlaming is de sterkere geworden
nederlands officiele taal in vlaanderen
franssprekende bourgeoisie is verouderd
franstaligen die op vlamingen neerkijken wordt kleiner
1830 tot WO1
frans overheerst, vlaams minderwaardig
frans officele taal, vlaams niet verboden
vlaamse intellectuelen; eerste reacties
onderwijzers, schrijvers, priesters
vlaamse cultuur versprijden
1851 eerste cultuurfonds: willemsfonds
meer middenveldorganisaties zorgen voor slagkracht
19e eeuw: eerste taalwetten
vlaams MAG maar moet niet
nederlands verplicht in laatste jaren rijksonderwijs
tweetaligheid wettelijk erkend
WO1
frontbeweging
meeste officieren spreken frans
vlamingen sneuvelen
geheim politiek verzet
in bezet belgie
activisten
werken samen met de vijand om vlaamse eisen door te drukken
maximalisten genoemd
federalisten
separisten
raad van vlaanderen: soort vl parlement, weinig succes
passivisten
trouw blijven aan belgische staat
minimalisten
jaren 50-60
collaboratie-erfenis: vlaamse beweging zwak
frank van der elst: Volksunie
1961: walen: opstand en staking tegen eenheidswet
politieke doorbraak vlaamse federalisten
eerste taalontwerp 1962
taalgrens definitef vastgelegd
versch. gemeenten naar andere provincie
taalgrensgemeenten faciliteiten
tienjarige telling afgeschaft
tweede taalontwerp brussel en omgeving
eentalig vlaams Halle-vilvoorde
tweetalig brussel-hoofdstad
6 faciliteitengemeenten, maar geen aparte kieskring
1966: leuven vlaams
louvain la neuve
tussen wereldoorlogen
zware repressie tegen de activisten
ene kant: zelfbestuur voor vlaanderen
sreven naar autonome structuur
andere kant: vlaamse belgicisten
belgische eenheidsstaat met nederlands vlaanderen
vernederlandsing RUG
1930 volledig nederlands
taalwetten 1932 en 1935
onderwijs en bestuur in eigen spreektaal
verplicht nederlands in vlaanderen, frans in wallonie
jaren 30 en 40
nieuwe orde: fascisme en nazisme
italië
economishe crisis, massale werkloosheid
politieke crisis: veel kleine partijen
polarisatie
extreem links
socialisten en communisten
extreem rechts
fascisten van Mussolini
goed georganiseerde knokploegen
1922 staatsgreep
autoritait, totalitair
dictatuur
sociaal-economisch
verbod op stakingen en lock-out
verbod syndicaten
politiek
andere partiijen verboden
wetgevende en uitvoeren macht bij mussolini
juridisch
bijzondere rechtbanken voor politieke misdrijven
cultureel-ideologisch
versterking staat in functie van volkseenheid
1 mening en 1 geest
censuur
jeugd leerde gehoorzamen
duitsland
economische crisis ==> politieke crisis ==>polarisatie
links
revolutie met communistische inslag
leger onderdrukt de opstand
rechts
extreem rechts adolf hitler
paramilitaire organisaties: SS en SA
steeds bredere basis
1934: alleenheerser
dictatuur
sociaal-economisch
vakbonden verboden
centraa geleide ecoomie
politiek
andere partijen verboden
tegenstanders geliquideerd
alle macht in handen van hitler
juridisch
speciale rechtbanken
cultureel
rijksministerie voor volksvoorlichting en propaganda
onderwijs en jeugdbewegingen
stenge censuur
soclaal darwinisme
oorlog
belgië
grote groepen afkeren van democratie
nationalisme en autoritarisme
VERDINASO
alle nederlands sprekende mensen in 1 rijk verbonden
machtsovername door geweld
vlaams nationaal verbond
groot-nederland met alle nederlandstaligen
tijdens oorlog colaboraties
deutsch-vlamische arbeitsgemeinschaft
bevordering samenwerking belgie en duitsland
omgevormd tot politieke partij
pleit voor opgaan van belgie in duitsland