Categorias: Todos - vrijheid

por Mariska de la Rambelje 3 anos atrás

836

De ware vrijheid, De Witt

Jacob de Witt was een man van grote intellectuele capaciteiten en waardering voor beschaving. Hij kreeg onderwijs van de bekende rector Gerardus Vossius en had praktische en intellectuele vriendschappen, waaronder met een vooraanstaande latinist.

De ware vrijheid, De Witt

Luc Panhuysen - De Ware Vrijheid

De ware vrijheid, De Witt

Leertijd

'Voor de stijve nederigheid van het jongetje uit Erasmus' Etiquette moest waardigheid in de plaats komen, een zekere zwier. Weinig was hiervoor nuttiger dan gymnastiek. De universiteit stimuleerde daarom alle soorten lichaamsbeweging.' P46
'De broers mochten zich een beetje ontspannen. Ze werden geacht zoveel zelfdiscipline op te brengen dat de lossere teugel geen verleiding bood. Die losheid was doelmatig, want de studenten moesten zich nu sociaal gaan ontwikkelen.'P45
'Het studiemateriaal bestond hoofdzakelijk uit de Digesten, de samenvattingen van keizer Justinianus.'
'waar ze werden gestaald met Romeinse deugden en gepolijst met de studie van de bonae litterae.' P45

Proloog

'21 augustus 1672 - Maria van Berckel was nog maar een dag weduwe. De dag tevoren waren haar man, Cornelis de Witt, en diens broer Johan in Den Haag p beestachtige wijze vermoord.' P11
'Na twee decennia van hard werken voor het vaderland bleek dat vaderland niet meer van hen te houden. Ze waren een brandpunt geworden van angst en haat.' P12
'Veel lichaamsdelen gingen opo tournee. De harten van de broers waren kort na de moord op weg naar een koper in Engeland. In Leiden trok het geslachtsorgaan van Cornelis honderden kijkers.' P11.

Thuis

'Leerlingen van de Latijnse school waren van een speciaal soort. In het voorwoord van het blijspel Wittebroots kinderen verklaart Godewijck: 'Het gemene volk vermaakt zich liever met een zoete, laffe lariekoek, geweekt in het sap van slordige oubolligheden en straatspreuken, dan met (...) saus van mostert en peper, gelardeerd met vet dat op de tong bijt en waarop men moet kauwen voordat men het doorslikt.'
'Hoofdpersonen in dit schoolspel zijn Ritsje en Fritsje.' P37
'Pieter Godewijck, de leraar Neder-Duits (Nederlands)' P35
'Het aanleren van het vereiste gedrag resulteerde volgens hem onvermijdelijk in het juiste innerlijk. /vor dit deel van de opvoeding was de Etiquette van Erasmus buitengewoon bruikbaar. 'Niemand,' aldus Erasmus, 'kan zijn ouders of zijn vaderland kiezen, maar iedereen kan zijn karakter en zijn manier van leven bepalen'. Het werkje was al langer dan een eeuw de steun en toeverlaat voor opvoeders in heel Europa.' P31
'Het voorhoofd is glad en geeft blijk van 'een goed geweten en een open geest'. De wenkbrauwen staan neutraal en worden niet gefronst, want dat wijst op slechte zin, of opgetrokken, het geen duidt op arrogantie. Erasmus kan weinig bedenken wat het gezicht meer verstoort dan rusteloos heen en weer schietende ogen. Maar een gefixeerde blik is evenzeer af te raden want dan kunnen de mensen weleens gaan denken dat je 'niet goed bij je hoofd bent'. De juiste uitdrukking was een ware kunst. 'Wil de goedgevormde geest van een jongen in alle opzichten tot uiting komen dan dient hij een rustige, vaste, respectvolle blik te hebben.' P32
'Cruciaal was de beheersing van het gezicht. Mond, wenkbrauwen, ogen, elk onderdeel komt aan de beurt. De lippen mogen geen spleetje laten zien noch op elkaar worden geperst, nee, ze moeten elkaar 'zachtjes raken'. Plezier moet op zo'n manier van het gezicht afstralen dat het de mond niet vertrekt tot een grijns en evenmin 'een liederlijke geest' verraadt.
'Jacob de Witt was een ontwikkeld man, die de beschaving van anderen wist te waarderen. Hij had op de Latijnse school les gehad van Gerardus Vossius, die daar van 1600 tot 1615 rector was geweest.'
'Uiteindelijk kwamen alle wijsheden op hetzelfde neer: zelfbeheersing.' P28
'Een ander benijden, dat is zich zelf snijden'.
'Ons zelf te veel beminnen, ontsteekt het kwaad van binnen'.
'Hij was een man van de praktijk, die geloofde dat je de mens leerde kennen door zijn werken. Verbeter de werken, dan verbeter je de mens. Niet voor niets was hij een groot bewonderaar van Jacob Cats, de opvoeder bij uitstek.' P28
'Hun vriendschap was praktisch en intellectueel. Jaren later wilde de beroemdste latinist van zijn tijd nog het zeer geleerde Etymologicon aan Jacob opdragen.' P27
'Vanaf haar huwelijk met Jacob, in 1616, had Anna van den Corput bijna jaarlijks een kind gebaard. Alleen Johanna (1617) en Maria (1620) waren levensvatbaar gebleken. Dat slechts twee van de vijf kinderen hadden overleefd, was geen uitzonderlijke score. De kinderschaar was naar zeventiende-eeuwse begrippen evenwel aan de bescheiden kant.' P20

5 Hollands Hoogste dienaar

'Had de Nederlandse Republiek een eenhoofdig gezag nodig? Beslist niet, betoogde Johan, want de belangrijkste doodsoorzaak voor republieken was juist de concentratie van macht in een persoon. Hij liet een lange reeks van voorbeelden uit de Griekse en Romeinse Oudheid de revue passeren, gevolgd door enkele moderne zoals Florence. In al deze stagen had de vrijheid het afgelegd zodra men de leider te veel macht gunde. Want een dominante leider bracht geen eenheid, zoals de prinsgezinden riepen, integendeel. Dergelijke leiders hadden 'hun particuliere belangen, die verschillen van de belangen van de staat'. Met hun grote aanhang maakten zij zich van de staat meester zodat 'het niet voorstelbaar, ja onmogelijk is dat dergelijke hoofden hun particuliere belangen proberen te beperken'. Een sterke man voelde zich altijd bedreigd en was daarom geobsedeerd door het inboezemen van ontzag. Bij kritiek en tegenspraak legde hij zich niet neer, waardoor hij het land onherroepelijk in tweedracht stortte. Hoe anders was het karakter van de nieuwe regering. Zij beoogde het 'gemenebest boven alles, de welstand van het volk als opperste wet.' p. 159