De Nederlands opstand
(1568-1648)
ontevredenheid
Economische ontevredenheid: Honger, werkeloosheid
Politieke ontevredenheid: Tegen centralisatie, behouden van soevereiniteit.
Religieuze ontevredenheid: calvinisten (Katholiek VS protestant)
Spanje (Filips II) VS Nederland
Nederlandse identiteit ontwikkeld als er een gezamenlijke vijand is.
Nederland krijgt hulp van Engeland. Koningin Elisabeth, ze wilde voorkomen dat Spanje Nederland als een uitval basis ging gebruiken.
1579
Unie van Utrecht: Godsdienstvrijheid in het gewest. Gezamenlijk doel om Spanje te verslaan.
Unie van Atrecht : Steunen katholieke Spanje
Beeldenstorm van 1566--> Alfa naar de Nederlanden --> raad van Beroerte (rechtbank ketters) --> nationaal conflict
Willem van Oranje leid de Nederlandse opstand. vermoord in 1584.
Filips II
Behartigen van de belangen van Spanje/Habsburg
Bestrijden van het protestantisme
Hoofdstuk 3
Religieuze ontwikkelingen
1555-1600
Spanje
Neergang
Neergang na de door van FIlips II
Door incest debiele vorsten. Bijvoorbeeld Karel II
Afhankelijk van de zilvermijnen in Amerika --> inflatie.
Angst voor de Moren dus werden ze verdreven. Zij waren belangrijk voor de economie. --> bevolkingsdaling.
Engeland VS Spanje
Engeland steund Nederland
1588 Spaanse Armada verslaan.
Katholicisme krijgt de overhand ( 1567-1572 )
1572: Vloedbruiloft Parijs, slachting van Hugenoten
1571: slag bij Lepanto: tussen Spanje en Ottomanen. Grootte overwinning op Castilië. Grote man: Don Juan
Bekeerde moslims kwamen in opstand
Katholieken hetog probeert in Engeland Elisabeth van de troon te krijgen.
Alva in de Nederlanden
Ontdekkingsreizen
Perspectieven
Reconquista: Herwinnen van het verloren gebied op de moren. uitbreidingsdwang
Renaissance: Virtu speelt een rol. In eigen naam wat je allemaal kan. Zelfontplooiing.
Onderdrukte: Hoog sterftecijfer en het begin van de slavenhandel (Encomienda)
Eurocentrisch: Amerika is niet 'ontdekt. Er was al een cultuur met religie en alles
Europees: Economische vooruitgang, ontwikkeling en kolonialisme.
Verdrag van Tordesillas
- Wereld verdeeld in 2 delen
- Portugal VS Spanje
Innovaties
- Meerdere masten/zeilen
- Meer vrachtruimte
- Gebruik kompas
Columbus (Spanje)
- 'Ontdekker'van Amerika
- Magelhaen behaald het doelvan Columbus.
Namelijk zeeroute naar India
- tot zijn dood volgehouden dat hij in Azië was
Vasco di Gama (Portugal)
- Nieuwe zeeroute naar India
- Geen tussenhandel meer
Sociale structuur
De samenstelling, functies en onderlinge verhoudingen van sociale klasse
Definitie van bourgeoisie:
Is een sociale klasse van mensen in de middenklasse en bovenklasse die hun macht of status ontlenen aan hun vermogen, opleiding en werk, anders dan de aristocraten, die hun status in eerste plaats aan hun familieachtergrond ontlenen.
onderverdeling:
1. Aan de top de stedelijke elite die de stad bestuurd.
2. De midden klasse: De bankiers, handelaren, schipeigenaren en professoren die medicijnen en rechten hebben gestudeerd.
3. De laagste klasse: eigenaren van werkplaatsen, winkeleigenaars, reiziger en minder succesvolle handelaren.
Gevolgen
Armenwet van 1601: Armenzorg werd een zaak van de overheid. Er werd zelfs belasting voor betaald.
Beter onderwijs , ook kinderen uit de middenklasse.
Verandering voor de boeren.
Lonen omlaag dus loonarbeiders kregen het slechter.
Landeigenaren die hun huur in goederen kregen konden dit verkopen voor een hoge prijs.
Waarde van het land werd lager omdat de huurprijs vast stond. Dus meer geld over
Ontstaan van lage en hoge bourgeoisie
inflatie--> land wordt minder waard. Aristocratie minder inkomsten dus verbinden zich aan het hof (GEVOLG)
stijgende prijzen
De commerciële revolutie
Oorzaken
Groei van de bevolking waardoor de vraag naar producten toenam. Nieuw soort voedsel: Aardappel.
Nieuwe soorten eten zoals de aardappel
Vergrote markt door denieuwe wereld. Op welke vraag moest gereageerd worden?
De lange afstandshandel werd veel meer. Entrepreneurs doen hier hun werk. ( naar buiten gerichte ondernemers)
Stijgende prijzen --> inflatie
Prijsrevolutie
1450-1650
Inflatie voor lange tijs
Goud en zilver zuid Amerika
Breuk met de ME
Overheid gaat zich bemoeien met de economie. BV importheffingen. Voordelen voor koopmannen en armen werden in dienst genomen.
ontduiken van het gildesysteem. Ook input van de vrouw. Niet de gildemeesters zijn het rijkst omdat zij het product maken, De entrepreneurs-manager is dat nu die arbeiders in zet.
Langeafstandhandel nam toe. Vraag naar producten die niet lokaal geproduceerd worden.--> entrepreneurs
Engeland is niet representatief omdat het land afhankelijk was van de opbrengsten van de adel. De boventoon werd niet gevoerd door de koopmannen. Er was weinig handel.
Putting-out systeem: Het verplaatsen van de nijverheid naar buiten de steden. Geen regels of wetten meer.
Mercantilisme, verbonden aan de new monarchs omdat zij willen centraliseren.
Commercileel kapitalisme: Goederen worden geproduceerd naar toekomstige afzetmarkt i.p.v. naar de vraag.
