Geschiedenis vroege Christendom
§4 Heidense achtergrond
Christelijke erfenis
overname praktijken en rituelen (e.g. doop)
godsvruchtige soteriologieën
dood en wedergeboorte
reddende godheid
gnostische verlossingsclaims
Helleense godsdienst
opgedrongen Pax Romana als wereldlijke uitdrukking van menselijk fatum => verlossing noodzakelijk uit kosmologisch wereldbeeld => basis voor gnostiek
grote interactie gnostische ideeën & Christelijk onderricht => grote invloed op theologieën van kerkvaders
Doel = bevrijding uit de wereld door scheiding van lichaam en ziel
dualisme: wereld/lichaam <=> god/ziel => doel van de mens kon met de rede erkent worden
flexibele mysteriegodsdiensten
toepassing kosmologische orde op willekeurig, aardse fatum
Eusebeia = de juiste verhouding/harmonie in rites
de Helleense cultuur
filosofie krijgt ethisch (practische), universele dimensie
epicuristen
ethisch interesse als basis voor latere monastieke praktijken
aarde centraal in Ptolomaïsch model (zoals in Bijbel)
Romeinen pikken de Griekse tradities en denkbeelden op (traditioneel)
culturele homogeniteit in lokale verscheidenheid (internationalisering)
§3 Joodse dimensie
controverses (adversoas Judaios literatuur)
grote Christelijke apologetische activiteit naar proselieten en heidenen toe
Christelijke aanvaarding van de Romeinse heerschappij
De Joodse wet wordt steeds meer in vraag gesteld
Jezus is de Messias versus misdadiger
relaties met Christendom
Joodse invloed op vroeg-Christelijke kunst en architectuur
band via Septuaginta als gemeenschappelijk Heilig Boek in de synagoge
Godsdienst
Griekse exegese = filosofisch & Diasporisch
Philo & Flavius
Rabbijnse exegese = wettelijk & Palestijns
Tora - Misnah
Talmud - Midrash
geen éénvormige overblijfselen
relaties met heidenen
toch spanningen met heidenen - Romeinse heersers - Christenen
Grieks/Aramees als bindmiddel
religieuze trekkingskracht => proselieten
De maatschappij
Rabbijnse beweging in Galilei
continuïteit in interpretatie (talmud)
wettische traditie
Diaspora
verdraagzaamheid tov Joden <=> verdrukking Christenen
autonomie eredienst behouden
gemodelleerd naar Gr/Ro corporaties
zin voor universaliteit en eenheid
§5 Christelijke expansie
Gemeenschappen in Rome
Clovis & Ethelbert
Constantijn
grote missionaire aktiviteit
succes leidt tot vervolging
Voorwaarden
eenheid in verscheidenheid met canon, episcopaatsgedachte en geloofsconsensus als basis
Bewondering voor authentieke houding van Christenen
Goede reisomstandigheden
Grieks als lingua franca
Parallele ontwikkeling van Joodse en Helleens Christendom
Missie naar andere dele van het Romeinse rijk. e.g. Paulus
Afscheuring proselieten door Joodse achterdocht => ontstaan Joods Christendom
Uitbreiding naar Hellenistische, Joodse milieu's met snelle groei naar proselieten
Christelijke gemeenschappen ontstaan binnen de Joodse gemeenschap
§2 Ontstaan Christendom
Getuigen van Jezus
Anderen
Johannes
Jacobus
Petrus
Paulus van Tarsus
Afwijzing van de Joodse wet
predicatie gebaseerd op dood en verrijzenis, oude tijd <=> nieuwe tijd
conflict met apostelen: Joodse roots <=> openheid naar heidenen
van farizese oorsprong
Joodse groeperingen
Millenarische profeten - Johannes de Doper - Jezus
ascetische profeten
gericht op nieuwe tijd
Essenen - Qumran - Farizeeën
verwachting van messias en komend rijk Gods
eigen rituelen en godsdienst, buiten bestaande tempelcultus
terugtrekking uit politieke sfeer
Sadduceeën
via "collaboratie" instand houden van tempelcultus
Geen hiernamaals want niet in Mozes' wet
Notabelen - Status Quo
Zeloten
zuiverheid van ras
Israël behoort alleen toe aan de Joden
Kiezen voor geweld
Romeinse context
Einde privileges bij opstand in 66-70
Procuratoren, e.g. Pilatus
Godsdienstvrijheid en vrijstelling keizercultus
Kan religieuze Jood met Romeinen samenwerken ?
Herodes: Hellenistische cultuur
Economische expansie
Onderdrukking bevolking
Herstelling tempel Jeruzalem
Dure bouwwerken tvv Romeinen
§1 Romeinse tijdlijn
310 nC - 476 nC
Het einde van het Romeinse Rijk
Romulus gedood 476 nC: Exit Rome
Druk uit oosten doen de barbaren/hunnen hun weg naar Rome te banan in 410 nC
geleidelijk assimilatie van barbaren in de Romeinse maatschappij
305 nC Constantijn
Verlegt zwaartepunt van Rome naar Constantinopel
Verovert Rome in 312 => edict van Milaan (313) godsdienstvrijheid
50 nC - 310 nC
260 nC Valerianus => Diocletianus => Tetrarchie
Trajanus => Hadrianus => Antonius => Marcus Aurelius
Tiberius => Caligula => Claudius => Nero => Verspasianus => Domitianus
50 vC - 50 nC
De Romeinse maatschappij
uitbouw staatsapparaat
patriarchaal
Octavianus 31 vC => bouwt groot Romeins Rijk in vrede
architectuur
rechtssysteem
Latijn (west) + Grieks (oost)