类别 全部

作者:F. Simons 9 年以前

298

Flexibiliteit v01 (Volberda)

Bedrijven moeten flexibel zijn om snel te kunnen reageren op veranderingen, wat vaak leidt tot kortstondige fluctuaties in hun activiteiten. Routinevaardigheden ontstaan meestal uit verticale managementactiviteiten, maar kunnen organisatorische inertie veroorzaken.

Flexibiliteit v01 (Volberda)

VAARDIGHEDEN vs ROUTINES

GESPECIALISEERDE ROUTINES

lagere-orde leren
Enkelvoudig leren
routines worden ook ontwikkeld obv leren, maar dan dmv extrpolatie van trends, immitatie van anderen of ervaring uit verleden.
beperkte management denkkaders & geen experimenteerruimte
routines (a) verergeren scheiding functionele gebieden (b) belemmeren leerprocessen en (c) ontw.van nieuwe vaardigheden
wanneer kennisvermeerdering vooral / puur is gebaseerd op routines --> ingesleten groeven die managementactiviteiten kanaliseren en noodzaak tot naar buiten kijken wordt minder gevoeld
laag absorptievermogen
Onderscheidende competenties kunnen uiteindelijk worden tot onoplosbare problemen
Wordt bevorderd door veelvuldig toepassen van gespecialiseerde routines.
beperkte expertise
statische concurrentie
Beperkt tot competitieve veranderingen waarop kan worden geanticipeerd
Veranderen wordt niet als essentieel kenmerk van duurzaam succes gezien

nadruk op routine doodt initiatief van managers om te zoeken naar adequate oplossingen --> houdt inadequaatheid in stand

gericht op statische controle

routines belemmeren inzet van nieuwe expertise

elimineren noodzaak tot verdere communicatie & coördinatie v bedrijfsonderdelen & posities --> geheugensteun bij handelen in routinesituaties

vb: regels vliegtuigonderhoud KLM, servicehandboeken McDonalds

DYNAMISCHE VAARDIGHEDEN

hogere-orde leren
dubbelvoudig leren noodzakelijk --> bestaande veronderstellingen op fundamentele wijze ter discussie stellen.
brede management denkkaders en veel experimenteerdrift
kunnen varieëteit van dynamische vaardigheden doen groeien
hoog absorptievermogen
vb: ontwikkelen brede sociale netwerken, joint-ventures / samenwerkingsverbanden --> hierdoor snel opzuigen kennis mogelijk
Nodig: doorlatende grenzen, breed scannen van nieuwe, zachte info, identificeren en effectief inzetten van werknemers die functioneren als poortwachters / grensverleggers
Succesvol kunnen herkennen, assimileren en toepassen tbv commerciele doelen van info / signalen van buiten onderneming is essentieel voor ontw. van vaardigheden
brede en diepe kennisbasis
stelt je in staat om bv snelle productinnovatie & customization te reliseren en om onvoorspelbare productkansen te exploiteren.
Dus zorgen voor varieteit aan expertise binnen de organisatie
innovatie ligt vaak op snijvlak van kennis --> dus kunnen combineren
bv technologische, markt-, product-, distributiekennis
dynamische concurrentie
zekere mate routine blijft nodig (bv veiligheid, communicatieregels, werkprocedures in OK)
Vaak uitzondering op regels

mate waarin succesvol signalen worden herkend en opgenomen voorbij de periferie van de onderneming

probleemoplossend vermogen om vanuit kennis te kunnen inspelen op veranderingen

mate van repliceerbaarheid van eerder verrichte taken door management

Flexibiliteit

vermogen van management tot aanpassing aan omgevingseisen
vermogen van management tot beïnvloeding van omgeving

mate waarin management in staat is om nieuwe ideeen te identificeren en deze ook te ondersteunen ipv blijven exploiteren van bestaande routines

leren is geen optie die management zomaar kan aan-/uitzetten --> opbouw is nodig.

FLEXIBILITEIT

OPERATIONEEL

flexibibiliteit is gericht op korte termijn: signalen / feedback van omgeving zijn direct en duidelijk
snelle reacties op bekende verandering(en) --> leiden tot tijdelijke, korte fluctuaties in activiteitenniveau vd onderneming
routines gericht op operationele activiteiten, reactief van aard
nauwelijks/geen verandering van soort activiteiten
vooral betrekking op wijziging van volume en mix van activiteiten
Variatie in omgeving kan groot zijn, maar combinatie van condities is voldoende voorspelbaar
Meest voorkomend --> komt voor bij snel opvolgende, cyclische veranderingen
Routinevaardigheden vaak resultaat van cross-hierarchische management (= verticale) activiteiten.
Risico: organisatorische inertie --> problemen oplossen obv ervaring.
(low variety, high speed) = routine regelcapaciteit

(3) reserveren capaciteit bij leveranciers

(2) multi-sourcing (uitbesteden perifere activiteiten)

(1) tijdelijk personeel

(3) inzetten crashteams

(2) opbouwen van voorraden

(1) variatie productievolume

STEADY STATE

(low variety, low speed)
kleine veranderingen, weinig voordeel met snelle reactie op externe condities
statische procedures, nauwelijks flexibiliteit

STRATEGISCH

Intern: doordat situaties nieuw zijn is geen routinematig antwoord te geven --> dus plannen wijzigen, actuele strategie ontmantelen, nieuwe technol. ontwikk. of producten fundamenteel vernieuwen.
informatie is vaak zacht, multi-interpretabel, onnauwkeurig, ambigu.
problemen zijn per difinitie ongestructureerd en niet-routinematig
wanneer? --> onbekende veranderingen met grote gevolgen waar snel antwoord nodig is
Kwalitatief --> samen met verandering id aard van activiteiten: nieuwe activiteiten in nieuwe omgeving
Meest radicale vorm --> gericht op doelen of omgeving vd organisatie
managementvaardigheden: cross-hiërarchisch (vertic), cross-functioneel (horiz) en cross-cultureel
nieuwe normen/waarden nodig
(high variety, high speed) = strategische regelcapaciteit

(3) actief lobbyen om handelsregulaties te beïnvloeden

bv handelsreguleringen tegengaan

(2) marktpositie gebruiken om nwe concurrenten af te schrikken (opwerpen toetredingsbarrieres) & bestaande concurrenten te controleren (door gebruikmaking van de eigen sterke marktpositie)

(1) creëren nwe product-markt combinaties

(3) fundamenteel vernieuwen v producten

(2) toepassen nieuwe technologieën

(1) afbreken huidige strategie

STRUCTUREEL

(high variety, low speed) = adaptieve regelcapaciteit
Extern

(4) allianties / joint-ventures / andere samenwerkingsverbanden

(3) Co-design: gezamenlijk ontwikkelen subcomponenten met leveranciers

(2) Co-makership: betrekken v subasssemblages v leveranciers

(1) JIT - betrekken v componenten v leveranciers met korte levertijd

Intern

(3) veranderen beheerssystemen

transformatie van functionele gebieden naar marktgeorienteerde groepen van activiteiten met uitwisselbaar personeel en apparatuur

(2) wijzigen managementrollen

horizontale / verticale taakverbreding -> verandering verantwoordelijkheden

(1) creeren multifunctionele teams

opzetten kleine productie-eenheden / werkcellen

inzetten projectteams

benodigde managamentvaardigheden: combinatie cross-hiërarchisch (verticaal) en cross-functioneel (horizontaal)
managementvaardigheden gericht op geleidelijk aanpassen (a) organisatiestructuur (b) besluitvormings- en (c) communicatieprocessen aan veranderende condities
creeren van interorganisatorische speelruimte (=extern) bij support / onderbrengen nieuwe technologie of ontwikkelen nieuwe producten / markten.
Vaak sprake van hevige of hyperconcurrentie