Categorías: Todo

por Alex Visser hace 5 años

957

Cellen en weefsels

Het lichaam is opgebouwd uit verschillende niveaus van toenemende complexiteit, beginnend bij moleculen en vervolgens cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels en uiteindelijk het organisme zelf.

Cellen en weefsels

Anatomie en fysiologie

Osmose

Fysiologische zoutoplossing fysiologisch zout Oplossen van 0,9 gr zout per 100 ml water. Osmotische waarde komt overeen met die van ander lichaamsweefsels.
Wanneer?

Isotone oplossing

Wordt via infuus toegediend

Bij uitdroging

Na ernstig bloedverlies

Waterverplaatsing
Isotone oplossing: evenwicht - concentratie intercellulaire oplossing

Cel behoudt normale grootte en vorm

Hypertone oplossing: Weinig water veel opgeloste deeltjes

Cel verliest water via osmose en krimpt

Hypotone oplossing: Veel water weinig opgeloste deeltjes

Cel zuigt via osmose water op, zwelt en kan barsten

Anatomische taal

Radiologische procedures
Echografie
MRI scan
CT scan
Rontgen
Anatomische gedeeltes
9 gebieden van buik en bekken

Hypogastrisch gebied

Navel gebied

Epigastrisch gebied

Rechter en linker liesgebied

Rechter en linker lumbaal gebied

Rechter en linker regio hypochondria

4 kwadranten, navel middelpunt
Anatomische richtingen
Distaal = wijst van het lichaam af
Proximaal = wijst naar het lichaam toe
Lateraal = zijkant
Inferior = onder het hart
Superior = boven het hart
Dorsaal = achter
Ventraal = voor
Anatomische positie: armen langs het lichaam handpalmen naar voren en voeten naast elkaar.
Prone = buikligging
Supine = rugligging

Organisatieniveaus

Het leven bestaat uit opeenvolgende niveaus van toenemende complexiteit Moleculair Cellulair Weefsel Orgaan Orgaanstelsel Organisme
Organisme
Orgaanstelsel

Het lichaam kan in 11 orgaanstelsels worden verdeeld, maar deze werken allemaal samen en de grenzen ertussen zijn niet absoluut.

Voortplanting

Urine

Vertering

Ademhaling

Lymfe

Hart- en bloedvaten

Hormonen

Zenuwen

Spieren

Skelet

Huid

Orgaan
Weefsel
Celluleir - cellen

Kleinste biologische eenheid

Een stamcel ontwikkelt zich tot allerlei celtypen

Bloedcel

Gladde spiercel

Beencel

Weefselcel

Kraakbeencel

Pigmentcel

Bindweefselcel

Zenuwcel

Zintuigcel

Kliercel

Trilhaarcel

Dekcel

Zaadcel

Opbouw

Alles in de cel = intracellulair

Alles buiten de cel = extracellulair

Celorganellen

Celkern

Elk lichaamsdeel bevat een celkern, behalve de erytrocyt of rode bloedcel.

De kern bevat DNA, de genetische instructie in de chromosomen. De instructies geven aan hoe de eiwitten moeten worden gevormd die de structuur en functie van de cel bepalen.

Celkern is omgeven door een kernmembraan met poriën

In de celkern zitten de chromosomen. Hier bevindt zich DNA: 23 paar of 46 chromosomen in de somatische cellen en 23 chromosomen in de geslachtscellen.

Cytoskelet

Netwerk van microscopische kleine vezels. bedekken de oppervlakte van een cel.

Cellen van de luchtwegen zijn bedekt met cilia. Trilhaartjes die slijm afvoeren.

Cellen dunne darm zijn bedekt met microvilli. zij vergroten het contactoppervlak, zorgt voor betere opname van voedingsstoffen

Lysosomen

Blaasje in de cel met verteringsenzymen

Verteringsenzymen kunnen lichaamsvreemde stoffen afbreken. Cellen die geïnfecteerd zijn met bacteriën, virussen, parasieten, lichaamsvreemde stoffen = fagocytose.

Verteringsenzymen in een gezonde cel breken grote moleculen af = katabolisme - komt energie vrij

Endoplasmatisch reticulum

Organellen in het cytoplasma

Afbraak van medicatie in de lever

Productie van vetten: lipiden

Aanmaak van eiwitten en hormonen, bestemd voor extra cellulair milieu

Ribosomen

Korrels in cytosol; worden eiwitten gemaakt:

Transport eiwitten: hemoglobine, transport van zuurstof

Functionele eiwitten

Signaal eiwitten - neurotransmitters in de zenuwcellen

Hormonen: Insuline, geslachtshormonen, glucagon, schildklierhormoon

Enzymen: versnellen biologische en chemische reacties in de cel

Mitochondriën

Celademhaling, energiecentrales

Veel mitochondriën in lichaam waar veel energie nodig is:

Dwarsgestreepte spieren

Hartspierweefsel

Sperma

Skeletspieren

Lever

Spelen rol bij earobe-ademhaling

earobe = in aanwezigheid van zuurstof wordt glucose omgezet of verbrand tot celbrandstof

Maken celbrandstof

Cytosol en cytoplasma

Plasmamembraan/celmembraan

2 lagen fosfolipiden

Handhaven van intracellulair niveau

Transport stoffen door plasmamembraan

Chemisch of moleculair

Studie

Fysiologen
Fysiologische systemen werken samen om een stabiel inwendig milieu in stand te houden. Zij controleren het inwendig milieu en stellen het bij.
Bestuderen hoe organismen vitale functies uitvoeren

Homeostase: behoud stabiel inwendig milieu

Handhaving van orgaan functies

Bloedsuikerspiegel

Ionische concentraties

Temperatuur

Fysiologie van de mens: bestuderen van de functies van het menselijk lichaam

Pathologische fysiologie

Systematische fysiologie

Speciale fysiologie

Celfysiologie

Anatomen
Bestuderen de interne en externe structuur en de fysieke relaties tussen de lichaamsdelen