av Alex Visser för 5 årar sedan
939
Isotone oplossing
Wordt via infuus toegediend
Bij uitdroging
Na ernstig bloedverlies
Cel behoudt normale grootte en vorm
Cel verliest water via osmose en krimpt
Cel zuigt via osmose water op, zwelt en kan barsten
Hypogastrisch gebied
Navel gebied
Epigastrisch gebied
Rechter en linker liesgebied
Rechter en linker lumbaal gebied
Rechter en linker regio hypochondria
Het lichaam kan in 11 orgaanstelsels worden verdeeld, maar deze werken allemaal samen en de grenzen ertussen zijn niet absoluut.
Voortplanting
Urine
Vertering
Ademhaling
Lymfe
Hart- en bloedvaten
Hormonen
Zenuwen
Spieren
Skelet
Huid
Kleinste biologische eenheid
Een stamcel ontwikkelt zich tot allerlei celtypen
Bloedcel
Gladde spiercel
Beencel
Weefselcel
Kraakbeencel
Pigmentcel
Bindweefselcel
Zenuwcel
Zintuigcel
Kliercel
Trilhaarcel
Dekcel
Zaadcel
Opbouw
Alles in de cel = intracellulair
Alles buiten de cel = extracellulair
Celorganellen
Celkern
Elk lichaamsdeel bevat een celkern, behalve de erytrocyt of rode bloedcel.
De kern bevat DNA, de genetische instructie in de chromosomen. De instructies geven aan hoe de eiwitten moeten worden gevormd die de structuur en functie van de cel bepalen.
Celkern is omgeven door een kernmembraan met poriën
In de celkern zitten de chromosomen. Hier bevindt zich DNA: 23 paar of 46 chromosomen in de somatische cellen en 23 chromosomen in de geslachtscellen.
Cytoskelet
Netwerk van microscopische kleine vezels. bedekken de oppervlakte van een cel.
Cellen van de luchtwegen zijn bedekt met cilia. Trilhaartjes die slijm afvoeren.
Cellen dunne darm zijn bedekt met microvilli. zij vergroten het contactoppervlak, zorgt voor betere opname van voedingsstoffen
Lysosomen
Blaasje in de cel met verteringsenzymen
Verteringsenzymen kunnen lichaamsvreemde stoffen afbreken. Cellen die geïnfecteerd zijn met bacteriën, virussen, parasieten, lichaamsvreemde stoffen = fagocytose.
Verteringsenzymen in een gezonde cel breken grote moleculen af = katabolisme - komt energie vrij
Endoplasmatisch reticulum
Organellen in het cytoplasma
Afbraak van medicatie in de lever
Productie van vetten: lipiden
Aanmaak van eiwitten en hormonen, bestemd voor extra cellulair milieu
Ribosomen
Korrels in cytosol; worden eiwitten gemaakt:
Transport eiwitten: hemoglobine, transport van zuurstof
Functionele eiwitten
Signaal eiwitten - neurotransmitters in de zenuwcellen
Hormonen: Insuline, geslachtshormonen, glucagon, schildklierhormoon
Enzymen: versnellen biologische en chemische reacties in de cel
Mitochondriën
Celademhaling, energiecentrales
Veel mitochondriën in lichaam waar veel energie nodig is:
Dwarsgestreepte spieren
Hartspierweefsel
Sperma
Skeletspieren
Lever
Spelen rol bij earobe-ademhaling
earobe = in aanwezigheid van zuurstof wordt glucose omgezet of verbrand tot celbrandstof
Maken celbrandstof
Cytosol en cytoplasma
Plasmamembraan/celmembraan
2 lagen fosfolipiden
Handhaven van intracellulair niveau
Transport stoffen door plasmamembraan
Homeostase: behoud stabiel inwendig milieu
Handhaving van orgaan functies
Bloedsuikerspiegel
Ionische concentraties
Temperatuur
Fysiologie van de mens: bestuderen van de functies van het menselijk lichaam
Pathologische fysiologie
Systematische fysiologie
Speciale fysiologie
Celfysiologie