Kategóriák: Minden - motivatie

a Alyssa Logghe 6 éve

138

Wat kan ik

Studeren en motivatie gaan vaak hand in hand, waarbij zowel interne als externe factoren een rol spelen. Interne motivatie ontstaat uit interesse, terwijl externe motivatie vaak wordt gedreven door beloningen zoals goede cijfers.

Wat kan ik

Wat kan ik ?

Waarom studeer ik : Motivatie

Externe motivatie : beloning = goede punten
Interne motivatie : interesse

Besluit

Ik kan besluiten dat ik een goede studiemethode heb maar soms wel nog wat onzeker ben door slechte resultaten. Uit het de test van luik 1 dat ik wel kan inschatten wat mijn sterke punten zijn en wat mijn werkpunten zijn namelijk plannen. Uit mijn resultaten uit luik 2 kan ik besluiten dat ik niet in de wieg ben gelegd voor wiskunde en redeneren , wel taal ligt me beter uit de test kwam dat ik goed ben in woordenschat.

Wie ben ik ?

toekomstvisie : verpleegkunde studeren
interesses : medische onderwerpen (biologie) , sociaal wetenschappen
hobby : bakken

Resultaten Luik 2

Taal
Woordenschat => 89 %^=> scoor hoog tegenover andere leerlingen vanuit tso.
talige strategieën=> 50 % behoor tot de middengroep
Wiskunde en redeneren
Redeneren = slecht snapte het niet => geen inzicht
Wiskunde => te moeilijk doordat het zonder rekenmachine was

Resultaten luik 1

Relateren en structuren
Moeite met hoofd -en bijzaken te onderscheiden
Zelftesting
Maar soms moeite met de leerstof te leren omwille van stress
Ik kan goed de leerstof toepassen
Zelfsturing
Ik kan goed zelfstandig studeren
Concentratie
Kan me goed concentreren => andere prikkels = weg filteren
Tijdbeheer
Volgens de test redelijk maar soms door tijdsgebrek => stress
Houding/Attitude
Soms gedemotiveerd als iets me niet lukt en toch veel gestudeerd
Ik houding is positief over het algemeen
Studiemotivatie
Beloon mezelf met eten
Ik studeer omdat ik het interessant vind
Vertrouwen in manier van studeren
Goede resultaten : zeker over mijn methode van studeren
slecht resultaat : twijfelen over studiemethode
Vertrouwen in jezelf (tegenover faalangst)
Vertrouwen in jezelf (Tegenover Faalangst)
Slechte resultaten => onzeker over slaagkans
goede resultaten => zelfvertrouwen

Beïnvloedende factoren

Wat studeer je ? : Aan al mijn vakken soms iets meer aan het ene dan aan het ander
Wat studeer ik makkelijk : Sw , Nw , Wisk....
hoeveel studeer ik ? minimum 4 uur maximum 6 uur /plannen is een werkpunt
Waar studeer ik ? : aan tafel / aan de computer
hoe studeer ik ? : samenvatting : schrijven of typen met muziek