Categorie: Tutti

da Alex Visser mancano 5 anni

654

Weerstand en immuniteit

Het immuunsysteem van het menselijk lichaam bestaat uit verschillende mechanismen om zich te verdedigen tegen vreemde antigenen en pathogenen. Er zijn specifieke en niet-specifieke afweermechanismen.

Weerstand en immuniteit

Weerstand en immuniteit

Ontstekingsreactie

Vorming van litteken weefsel
Verwijderen van het stolsel (na ontstekingsreactie)
Vorming van stolsels (ontstekingsreacties inkapslen)
Immuuncomplex en antistoffen
Activeren van immuunreacties (T- en B-cellen)
Macrofagen in de weefsels
Vallen vreemde indringers aan en presenteren het vreemde antigeen aan T-cellen
Verwijderen beschadigd weefsel
Aantrekken van fagocyten
Chemische verandering
Mestcellen die histamine en heparine afgeven
Toename doorbloeding

Specifieke immuniteit

Soms zijn meerdere vaccinaties nodig voor levenslange bescherming (hepatitis virussen)
Secundair respons
Maximale concentraties van antistoffen geproduceerd na een tweede blootstelling - IgG
Primaire reactie
Eerste antistoffen geproduceerd na eerste blootstelling aan vreemd antigeen - IgM

Immuunreactie

eerst activatie van T-cellen en daarna B-cellen
Antistoffen binden het antigeen en vormen een antigeen-antistofcomplex
T-cellen herkennen het antigeen en stimuleren de B-cellen tot aanmaak van antistoffen gericht tegen het vreemde antigeen.
Fagocyten produceren cytokinen
Antigeen van de vreemde indringer komt vrij
Fagocyten fagocyteren de vreemde indringer
T-cellen worden geactiveerd door fagocyten

Afweermechanismen

Specifieke afweer
Doel

Gebaseerd op activering van lymfocyten door antigeenherkenning.

Tumorcellen of geïnfecteerde cellen

Antigeen van een pathogeen

Inactiveren of vernietigen van: Pathogenen Abnormale cellen Vreemde moleculen

Antistof gemedieerde immuniteit

In lichaamsvloeistoffen

door B-lymfocyten of B-cellen

Celgemedieerde immuniteit

Cellulair niveay

Door T-lymfocyten of T-cellen

Afweer tegen vreemde antigenen

Reageert op vreemde antigenen
Beschermt tegen bepaalde bedreigingen
Niet specifieke afweer of immuniteit
Beschermt tegen alle bedreigingen - fysieke Barieres - Fagocyten - NK-cellen - Ontstekingsreactie en koorts

Ontstekingsreactie en koorts

Remt pathogenen (ziekteverwekkers

Verhoogde lichaamstemperatuur bevordert de stofwisselingssnelheid van afweercellen en fagocytose.

Pyrogene stoffen verhogen de lichaamstemperatuur bij infecties.

Ziekteverwekkers, bacteriële gifstoffen, antigeen-antistofreacties bevorderen de afgifte van pyrogenen door macrofagen

Temperatuur boven normaal

Zoeken en doden kankercellen en door virussen geïnfecteerde cellen.

Reageren snel

Immunologische surveillance

Fagocyten (leukocyten)

Fagocyteren bacteriën, geïnfecteerde cellen beschadigde cellen in het weefsel

Verwijderen van overblijfselen

Verteren vreemde indringer

Versmelting met een lysosoom (speciale verteringsenzymen)

Vorming van een blaasje

Uitstulpingen van het cytoplasma die lichaamsvreemde stoffen omsluiten

Fagocyten

Fysieke barieres

Spijsverteringsepitheel en klierproducten

Huid, haar en klierproducten

Onjuiste of overmatige reacties op allergenen
Immuuncomplex allergie

Overdreven ontstekingsreactie

Indien fagocyten falen om antigeen-antistofcomplex tijdig op te ruimen

Cytotoxische reactie

Kruisreactie na een bloedtransfusie van een incompatibele bloedgroep

Directe reactie of atopie

Afgifte van histamine en heparine door mestcellen

Tweede contact met het allergeen - hevige reactie veroorzaakt door een extra toename aan IgE

Sensibilisatie (herkenning) B-cellen vorming van IgE

Hooikoorts en omgeving allergieën

Immuunziekten

Leeftijdgebonden verlies van effectiviteit
Griepvaccinatie
Vatbaar voor virussen
Tekort aan T- en B-cellen
Onjuiste of ovematige immuunreactie op allergenen (niet bacteriële antigenen)
Immunodeficientieziekten
Ziekte, bijv. aids - T-helper cellen zijn uitgeschakeld
Auto-immuunziekten
Multiple sclerose en diabetes type 1
Vallen bij vergissing de lichaamseigen weefsels aan

Groepen antistoffen

Immunglobuline E
Stimuleert mestcellen tot afgifte van heparine en histamine
Stimuleert ontstekingsreactie
Allergieën
Immunoglobuline G
Stabieler en levenslange bescherming
Tweede antistoffen (na 2e contact)
Immunglobuline M
Kortdurend leven
Eerste antistoffen (1e contact)

Lymfestelsel

Bouw van lymfestelsel
Belangrijke lymfoide organen

Bevatten een kapsel

Milt

Milt ligt tussen de maag, de linkernier en het diafragma

Filtreert bloed, geen lymfe

Initieert T- en B-lymfocyten om te reageren met vreemde stoffen of antigenen.

Verwijdert afwijkende bloedcellen, hun onderdelen en geïnfecteerde bloedcellen.

Thymus

Na puberteit wordt thymus kleiner onderhoudende functie, beperkte aanmaak van T-lymfocyten

Meest actief van het 2e levensjaar tot en met de puberteit

Productie van T-lymfocyten beschikbaar voor het hele leven

Lymfeknopen (oksel, hals en lies)

Bestaan uit T- en B-lymfocyten en bindweefsel

Lymfoide weefsels zonder kapsels

Appendix (overgang tussen dunne en dikke darm)

Amandelen

Lymfefollikels

Drie soorten lymfocyten

Productie van lymfocyten = lymfopoese

Alle lymfocyten die in het bloed terechtkomen zijn volledig uitgerijpt en migreren dan als volwassen lymfocyten naar de lyfoide weefsels en organen.

Lymfoide stamcellen migreren naar de thymus

Onder invloed van hormonen = thymosinen

T-cellen

Uit lymfoide stamcellen

NK-cellen

B-cellen

Rol van B-cellen

Immunologische reactie

Antigeen-antistof complex - immuuncomplex

Worden geholpen door T-cellen

Selectief en specifiek

Produceren antistoffen tegen vreemde antigenen

Humorale immuniteit

In het beenmerg

Lymfocyten hebben een lange levensduur, langer dan 20 jaar

NK-cellen 5-10%

B-cellen 10-15% afkomstig uit beenmerg

T-cellen 80% afkomstig uit thymus

Functies van lymfestelsel
Immuniteit

vermogen van het lichaam om zich tegen lichaamsvreemde stoffen te verweren door activatie van het lymfesysteem.

Lymfocyten vallen aan: immuunreactie

Vreemde eiwitten - gifstoffen door bactereien gevormd

tumorcellen

Geinfecteerde cellen door virussen

binnendringende ziekteverwekkers

Productie, onderhoud en verspreidig van lymfocyten
Lymfoide organen
Lymfoide weefsels
Lymfocyten zijn afweercellen
Lymfevaten gevuld met lymfe
Zieteverwekkers = pathogenen
Beschermt tegen vreemde indringers of ziekteverwekkers.

Witte bloedcellen (leukocyten)

Verdedigen het lichaam
Beschadigde cellen
Afwijkende cellen
Gifstoffen
ziekteverwekkers
Celorganellen en celkern
Zijn groter dan rode bloedcellen