Categories: All - onderwijs

by Mike Van der Veer 5 years ago

1563

AVO & BGO

Het document bevat een verzameling bronnen en literatuur over verschillende aspecten van het Nederlandse onderwijs, met een focus op voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en de rol van leraren.

AVO & BGO

AVO & BGO

Bronnen

Platform Onderwijs 2032. (2016). Ons Onderwijs 2032 Eindadvies. Den Haag: Platform Onderwijs 2032.
Huisman, J., Bruijn, E. de, Baartman, L., Zitter, I. & Aalsma, E. (2010). Leren in hybride leeromgevingen in het beroeps- onderwijs. Praktijkverkenning, theoretische verdieping. ‘s-Hertogenbosch/Utrecht: Expertisecentrum Beroeps- onderwijs.
Bruijn, E. de (2006). Adaptief beroepsonderwijs. Leren en opleiden in transitie. Oratie. Utrecht/’s-Hertogenbosch: Universiteit Utrecht/CINOP.
Ministerie OCW (z.d.). voortgezet onderwijs havo-vwo. Geraadpleegd op 15 april 2019, van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voortgezet-onderwijs/inhoud
Geerts, W. en Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. H 9.2
Stichting Platforms VMBO (z.d.). Ontdek de wereld van het vmbo. Geraadpleegd op 15 april 2019, van https://www.govmbo.nl/vmbo/
Onderwijsraad. (2011). Advies goed opgeleide leraren voor het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs. Geraadpleegd op 15 april 2019, van https://www.onderwijsraad.nl/upload/documents/publicaties/volledig/goed-opgeleide-leraren-voor-het-voorbereidend-middelbaar-beroepsonderwijs-2-.pdf
Aalsma, E., van den Berg, J., & de Bruijn E. (2014). Verbindend perspectief op opleiden naar vakmanschap. Geraadpleegd op 15 april 2019, van https://ecbo.nl/25102016/wp-content/uploads/2016/12/ecbo.14-198-Verbindend-perspectief-op-opleiden-naar-vakmanschap.pdf

Kwaliteiten docent Mike

Kwaliteiten die van pas komen op het AVO
Doordat ik zelf een jaar op de universiteit gezeten heb weet ik wat wetenschappelijk onderwijs inhoudt en hierdoor kan ik onderwijs bieden dat aansluit op deze manier van onderwijzen, namelijk door leerlingen vooral zelf onderzoek te laten doen.
Mijn vakkennis, met name over meta-cognitieve onderwerpen, is heel uitgebreid.
Kwaliteiten die van pas komen op het BGO
Ik ben goed in het geven van structuur aan leerlingen. Wanneer ik bijvoorbeeld een lessenreeks ontwerp zorg ik dat ik alles tot in de puntjes doordacht heb.
Door mijn ervaring als leidinggevende in de supermarkt heb ik veel ervaring met het omgaan met jongeren, ook met jongeren die extra aandacht nodig hebben. Zo heb ik op het werk gesprekken met medewerkers gevoerd die niet lekker in hun vel zaten of met problemen zaten.
Mijn manier van lesgeven sluit aan op de belevingswereld van leerlingen.
Ik ben relatief goed in het houden van orde in de klas.

Beroeps Gericht Onderwijs (BGO)

Kenmerken BGO onderwijs voor de docent: (Onderwijsraad, 2011).
Eigen ervaring: meer bezig om feitenkennis over te brengen en minder bezig met metacognitieve onderwerpen. Lager taxonomisch niveau.
Docent is relatief veel tijd kwijt met orde houden in de klas.
Er zitten relatief meer zorgleerlingen op het VMBO dan op de havo en vwo.
Meer dan op havo & vwo de focus op pedagogische en didactische competenties.
Veel aandacht voor het individuele leerproces van de leerling.
Grote behoefte aan structuur en instructie.
Leerlingen leren door dingen te 'doen'.
Studenten leren niet voor zichzelf, maar voor de docent die hen lesgeeft.
Leerlingen zijn vaak snel afgeleid & hebben een korte spanningsboog. Er zitten relatief veel leerlingen met concentratieproblemen op het VMBO & MBO.
Vier verschillende leerwegen op het VMBO. (Stichting Platform VMBO, 2019)
Theoretische leerweg (VMBO TL). - Oude 'mavo'. - Vier profielen. - MBO niveau 3 of 4. - Kunt ermee naar de havo.

Profielen: - Techniek - Zorg en welzijn - Economie - Landbouw

Gemengde leerweg (VMBO GL). - MBO niveau 3 of 4. - Ligt dicht tegen TL aan. - Kunt ermee naar de havo.
Kaderberoepsgerichte leerweg (VMBO Kader). - Richt zich op de praktijk. - Leidt op voor de vak en middenkaderopleidingen. - MBO niveau 3 of 4.
Basisberoepsgerichte leerweg (VMBO Basis). - Veel ruimte voor stage of werk. - Leidt op voor MBO niveau 2.
Opleiden tot startend beroepsbeoefenaar & vakmanschap.
Adaptief onderwijs: Maatwerk is belangrijk door de diverse studentenpopulatie in het beroepsonderwijs. (De Bruijn, 2006).
De primaire verantwoordelijkheid van een opleider is studenten op te leiden naar vakmanschap. De opleider heeft een belangrijke voorbeeldfunctie en is een rolmodel. (Onderwijsraad, 2011)
"Het opleidingsproces is erop gericht beginnende beroeps- beoefenaren af te leveren die al een zekere kennisbasis bezitten en in staat zijn deze kennisbasis verder uit te breiden tijdens hun loopbaan." (Huisman, De Bruijn e.a., 2010) Dit betekent dat vakkennis belangrijk is dus werkervaring centraal staat. Dit wordt in het onderwijs vormgegeven door verschillende (snuffel) stages en buitenschoolse activiteiten zodat de leerling een keuze kan maken in welke sector de leerling een vakman wilt worden.
Een VMBO-diploma geeft toegang tot het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO).
Het MBO is erop gericht dat studenten opgeleid worden als startend beroepsbeoefenaar (startkwalificatie). Er zijn vier niveau's op het MBO: entreeopleiding, niveau 2, 3 & 4. Studenten kunnen hierbij kiezen voor een beroepsopleidende leerweg (BOL) of een beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Nadruk op expliciete kennis en algemene vaardigheden.

Toekomstbeeld van het Onderwijs (volgens Mike)

AVO: De vaardigheden die ik leerlingen aan zou willen leren komen denk ik beter tot zijn recht in het Algemeen Vormend Onderwijs. Dit komt omdat er bij het AVO minder focus ligt op de beroepsgerichte vaardigheden en meer op het aanleren van vaardigheden aan leerlingen die gericht zijn op de vervolgstudie, zoals een wetenschappelijke manier van denken. Vaak heb je in de klas, in zoverre ik dat zelf heb ervaren, meer ruimte in de les om aandacht te besteden aan het ontwikkelen van vaardigheden zoals ik die noem in bovenstaande stukken.
BGO: Bij het ontwikkelen van vaardigheden bij het BGO onderwijs gaat het op het voortgezet onderwijs toch al vaak om beroepsgerichte vaardigheden die ontwikkeld worden, zoals het (de)monteren van een auto. Zo was er op de VMBO school waar ik stage liep een hele autogarage waar leerlingen dit soort vaardigheden kregen aangeleerd. Ik denk dat je op het BGO weinig ruimte hebt om leerlingen vaardigheden aan te leren die te maken hebben met mijn vak, geschiedenis, omdat Beroepsgericht Onderwijs zich al snel focust op het persoonlijke leertraject richting de startkwalificatie.
Algemeen: Ik ben van mening dat het onderwijs nog veel meer gericht moet zijn op het verkrijgen en beheersen van vaardigheden, nog meer dan louter het overdragen en toetsen van kennis. Uiteindelijk doet feitenkennis er door de komst van het internet ook minder toe, maar moeten leerlingen wel vaardigheden ontwikkelen waarmee ze later een goede positie op de arbeidsmarkt kunnen verwerven. Als docent heb ik de ambitie om bij te dragen aan het verwerven van die vaardigheden. Een van de vaardigheden die bij het vak geschiedenis bijv. naar voren komt is: kritisch kijken naar hetgeen je voorgeschoteld krijgt, of een genuanceerd beeld vormen over bepaalde ontwikkelingen. Onderwijs over 5 jaar: Hopelijk komt een deel van mijn visie dan terug in het onderwijs. Ik ben van mening dat dit momenteel nog te weinig terug komt in het onderwijs. Wanneer we kijken naar het 'Rapport Ons Onderwijs 2032' (Platform Onderwijs 2032, 2016) over de toekomstvisie van het Primair en Voortgezet Onderwijs zien we dit wel terugkomen. " .. pleit het Platform voor een vaste basis van kennis en vaardigheden die zich beperkt tot datgene wat alle leerlingen ten minste nodig hebben voor vervolgonderwijs en om in de maatschappij te kunnen functioneren."

Keuze Mike voor AVO: Waarom?

Mijn stage ervaring heeft laten zien dat ik prima orde kan houden in een VMBO klas. Echter is dit niet hetgeen waar ik energie van krijg. Ik krijg energie en voldoening als docent als ik met leerlingen tot diepere inzichten over de geschiedenis kan komen en als ik een klimaat in mijn klas creëer waarbij mijn vak niet slechts het leren van jaartallen & gebeurtenissen is, maar waar wordt nagedacht over meta-cognitieve onderwerpen en waar leerlingen geïnteresseerd raken in de geschiedenis door het doen van eigen onderzoek. Daar krijg ik veel meer energie van en dat is denk ik belangrijk op het moment dat je voor de klas gaat staan.

Algemeen Vormend Onderwijs (AVO)

Kenmerken AVO onderwijs voor de docent: (Onderwijsraad, 2011)
Eigen ervaring: Vooral op VWO vind er meer kennisoverdracht plaats op metacognitief niveau in plaats van gericht op feitenkennis. Bijvoorbeeld: geschiedenis is niet zwart of wit, maar grijs. Er bestaat geen waarheid, ieder boek of bron geeft een beeld van het verleden.
Je bent als docent veel minder dan op BGO bezig met de toekomst van de leerling, maar meer met de algemene vorming. Als docent betekent dit dat je veel meer frontaal les aan het geven bent.
Veel theoretischer dan het vmbo. Er wordt veel meer uit boeken geleerd en frontaal les gegeven.
Zeker op vwo een voorbereiding op wetenschappelijk onderwijs.
Studenten leren voor zichzelf & voor hun 'toekomst'.
Leerlingen werken veel zelfstandig.
Studenten kiezen na het 3e leerjaar uit een van de volgende vier profielen: - Cultuur en maatschappij - Economie en maatschappij - Natuur en techniek - Natuur en gezondheid (Ministerie OCW, 2019)
Profielkeuze wordt gemaakt op basis van voorlichtingen, snuffelstages en mentorlessen.
Niet gericht op beroepsvoorbereidend onderwijs. In plaats daarvan bestaat deze richting vooral uit algemene vorming. HAVO staat niet voor niets voor 'Hoger Algemeen Vormend Onderwijs'. VWO staat voor Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs.
Een havo-diploma geeft toegang tot het Hoger Beroepsonderwijs (hbo). Een vwo-diploma geeft toegang tot de universiteit.

Naam: Mike van der Veer Studentnummer: 2618567 Docent: Marleen Koppers Studiejaar: 18/19 Studie: Docentenopleiding Geschiedenis Vak: APV10