Kategorier: Alle

av Alex Visser 5 år siden

1279

Zenuwstelsel

Het zenuwstelsel is verantwoordelijk voor het coördineren van zowel gewilde als ongewilde acties en het verwerken van zintuiglijke informatie. Het centrale zenuwstelsel (CZS), bestaande uit de hersenen en het ruggenmerg, speelt een cruciale rol bij de verwerking en overdracht van sensorische gegevens en motorische impulsen naar spierweefsels.

Zenuwstelsel

Zenuwstelsel

Autonoom zenuwstelsel

Onderdeel van het perifeer zenuwstelsel dat functies van hart en bloedvaten, spijsvertering, uitscheiding en voortplanting coordineert.
Parasympathisch deel Rust en verteer systeem

Effecten van activering (Cholinerg of acetylcholine)

Verhoogde spijsvertering

Verlaagde cardiovasculaire activiteit

Verlaagde stofwisseling

Korte effecten op specifieke plaatsen

Energieabsorptie

Voedselverwerking

Ontspanning - rust

Sympatisch deel vecht of vlucht systeem

Effecten van activering (adrenerg of adrenaline)

Spijsverteringsactiviteit is afgenomen

Energieafgifte

Vergrote spiertonus

Versnelde ademhaling

Toegenomen cardiovascularie activiteit

Gevoel van euforie en energie

Toegenomen alertheid

Gegeneraliseerde reactie in crises

Basale kernen

Coordineren aangeleerde bewegingen
Verantwoordelijk voor onder controle houden vd spiertonus (onbewust proces)
Liggen diep in de witte stof vd hersenen
Groepen van neuron cellichamen die in een begrensd gebied liggen

Ventrikels (holten) in de hersenen

CSF circuleert:
Naar de bloedsomloop
Naar de subarachnoidale ruimte in het ruggenmerg

Te bereiken met een lumbaalpunctie

Van ventrikels naar centrale kanaal in het ruggenmerg
CSF wordt door de plexus choroideus geproduceerd
4 ventrikels in het midden vd hersenen zijn gevuld met cerebrospinale vloeistof (CSF)
sensorische cortex of sensibele schors
Postcentrale gedeelte van de parietaalkwab

Achter de sulcus centralis = post

Ligt in de gyrus postcentralis

Ontvangen info over tast, druk, pijn en temperatuur

Motorische cortex
Precentrale gedeelte vd frontaalkwab

Voor de sulcus centralis = pre

ligt in de gyrus precentralis

Activeren motorische neuronen vd hersenen en ruggenmerg

Opwekking willekeurige bewegingen

Auditieve schors
Ontvangt en verwerkt info over het gehoor
Olfactorische schors
Ontvangt en verwerkt info over reuk
Temporaalkwab
Visuele schors
Ontvangt en verwerkt visuele info
Occipitaalkwab

Ruggenmerg

Hersenen: grijs buiten, wit binnen Ruggenmerg: grijs binnen, wit buiten
Witte stof georganiseerd in kolommen
Grijze stof ziet eruit als horens
Elk segment heeft een paar:
Ventrale wortels
Dorsale wortels
Dorsale wortel ganglia
Verdeeld in 31 segmenten
Verwerkt zelf ook info
Brengt info van en naar hersenen via banen (bundels axonen)

Anatomische gebieden in de hersenen

Witte stof
Bundels axonen (banen) die dezelfde oorsprong, bestemming en functies hebben.
Neurale cortex
Grijze stof bedekt delen vd hersenen
Kern
Een centrum met een duidelijke anatomische afgrenzing.
Centrum
Verzameling neuronen met een gedeelde functie (spraakcentrum)

Perifeer zenuwstelsel (PZS)

Autonoom zenuwstelsel (onbewust)
Motorische impulsen vanuit CZS leiden naar gladde spieren (organen) hartspier, klieren en vetweefsel
Parasympatisch en sympatisch
Onderdeel PZS
Somatisch zenuwstelsel (bewust)
Motorische impulsen van uit CZS leiden naar skeletspieren
Onderdeel van PZS
Efferent gedeelte - voert motorische info vanuit CZS naar het lichaam
Afferent gedeelte - voert sensorische info vanuit het lichaam naar CZS
Communicatie tussen CZS en het lichaam
Al het zenuwweefsel buiten het CZS

Functies

NEURONEN
Coordineert gewilde en ongewilde acties
Verwerkt zintuiglijke informatie
Registratie interne en externe milieu

Limbisch systeem

Koppelen van bewuste intellectuele functies aan onbewuste en autonome functie van de hersenstam
Reguleren emoties en gedrag
Straf/beloning
Gespecialiseerde kernen
Kernen van het diencephalon

hypothalamus

Thalamus

Corpus mammilare

Reflexbewegingen - kauwen, likken en slikken

Amygdala

Angst/agressie - aanpassen hartslag (amygdala)

Hippocampus

Korte en lange termijngeheugen (hippocampus)

Belangrijk: De hersenen bestaan uit een grote massa zenuwweefsel die interne doorgangen en compartimenten gevuld met CSF bevat. De belangrijke hersengebieden hebben specifieke functies. Omhooggaand vanaf het verlengde merg naar de grote hersenen worden deze functies steeds complexer en gevarieerder. De hersenschors is betrokken bij bewuste gedachten en intelligentie

Hersenvliezen (meninges)

Lagen die de hersenen en het ruggenmerg (CZS) omgeven en beschermen.
Pia mater (tere moeder)

Dunne binnenste laag

Arachnoidea (spinnenweb)

Cerebrospinale vloeistof (CSF) of liquor

Geeft info over de chemische samenstelling van het CZS

Aanwezigheid van eiwitten, bacteriele of virale infecties

Transport voedingsstoffen, hormonen en afvalstoffen

Fungeert als schokbreker

Omgeeft het CZS en ondersteunt de hersenen

Subarnoidale ruimte

Dura mater (harde moeder)

Bevat de durale sinus - bloedvaten

Taaie, vezelige buitenste laag

Hersenen (Onderdeel van CZS)

Cerebellum (kleine hersenen)
Anatomie en functie

Tekort aan vitamine B1 - beschadiging van het cerebellum

Cerebellaire ataxie - beschadiging van het cerebellum

Pons pas bewegingen aan

Stemt de meeste bewegingen af

Heeft geen geheugenfunctie

Slaat bewegingspatronen op

Aanpassing houdingsspieren

Hersenstam
Mudulla oblongata (verlengde merg)

Verbinding van de hersenen met het ruggenmerg

Reguleert autonoom functioneren

Ademhalingscentrum

Deze activiteiten worden aangepast door de pons

Ritme van de ademhaling en diepte van de ademhaling

Hartregulatiecentrum

Bloedstroom

Kracht hartcontracties

Reguleren van hartslag en bloeddruk

Pons

Snelheid en diepte van de ademhaling, snelheid van harslag

Betrokken bij beheersing bewegingen

Verfijnen van bewegingen, vloeiende bewegingen

Verbinding met cerebellum met het mesencephalon, het ruggenmerg en het cerebrum

Middenhersenen - mesencephalon

Reguleren spiertonus

Visuele en auditieve reflexen

Diencephalon
Epithalamus

Bevat de epifyse (pijnappelklier)

Dag en nachtritme

Melatonine (hormoon)

Hypothalamus

Ligt onder de thalamus

Reguleren van temperatuur

Regulerende werking hormoonafgifte

Aanpassen van activiteiten van autonome functies

Hartslag, bloeddruk, ademhaling

Onbewuste regulering skeletspieren (emoties en driften)

Vecht en vlucht reacties

Seksuele opwinding

Thalamus - schakelcentrum

Coordinatie van willekeurige en onwillekeurige bewegingen

Emotie (onderdeel limbisch systeem)

Verwerkt info van de reukzintuigen

Filtert sensorische info (kleur, fijne en diepe tast, druk, temperatuur en geluid.

Schakelcentra voor opstijgende info = sensorische info

Linker en rechter thalamus

Cerebrum
Cognitie, spraakherkenning en spraakexpressie
Lange termijn geheugen
Complexe bewegingen geleerd en opgeslagen
Terughalen van herinneringen
Inteligentie
Gevoelens
Bewuste gedachten
2 hersenhelften - hemisferen

verbinding: corpus callosum

Celorganisatie PZS

Zenuwen
Bundel axonen die door bindweefsel worden ondersteund

Hersenzenuwen van en naar hersenen

Ruggenmergzenuwen van en naar ruggenmerg

Liggen niet in hersenen en ruggenmerg
Ganglia
Deze cellichamen liggen niet in het CZS
Zenuwknopen, bevatten groepen van cellichamen van neuronen

Celorganisatie in zenuwweefsel

Twee soorten cellen
Neuroglia

Ondersteunend netwerk voor neuronen

Ependymcellen

Bron van cerebrospinale vloeistof (liquor)

Bekleden holten in hersenen en ruggenmerg

Microgliacellen

Fagocyterende afweercellen

Oligodendrocyten

Productie van myeline

Verantwoordelijk voor myelineschede rondom axonen

Astrocyten

Voorzien de zenuwcellen van glucose en groeifactoren

Vorming en handhaving van bloed-hersenbarriere

Onderdeel van bloed-hersenbarriere

Neuronen

Voor overdracht, verwerking en opslag van informatie

Motorische neuronen

Motoriek

Leveren motorische impulsen naar het lichaam

Stimuleren of remmen perifeer weefsel

Sensorische neuronen

Sensorische of sensibele info

Leveren info aan CZS

Centraal zenuwstelsel (CSZ)

Hersenen en ruggenmerg
Inteligentie, geheugen en emoties
Geeft informatie die verwerkt is door aan alle spierweefsels (Motorische impulsen)
Verwerking van sensorische informatie

twee orgaanstelsels coordineren alle andere orgaanstelsels

Kenmerken hormoonstelsel
Lange duur
Tragere response
Kenmerken zenuwstelsel
Korte duur
Snelle response