Biologie Hoofdstuk ademhaling
Basisstof 4: Het ademhalings-stelsel
Inademen
Door de neusholte/mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp
Luchtpijp vertakt
Bronchiën
Bronchiën
Fijnere buisjes: Luchtpijptakjes
Longblaasjes
Neusslijmvlies
Lucht die er langsstroomt word vochtig
Vochtig
Te veel vocht = snotteren
Veel boedvaatjes
Verwarmen de lucht omdat het bloed warm is
Neusharen
Werkt als filter voor
Grove stofdeeltjes
Stembanden
Gebruik bij praten
Geluid word geproduceert door trillingen
kraakbeenringen
Ronde ringen van kraakbeen
soepel en beweegbaar
houden de luchtpijp mooi open
longblaasjes
in trosjes aan het einde van de luchtpijptakjes
longblaas wandjes zijn erg dun
Er bevind hier lucht
Zuurstof naar het bloed
omgeven door longhaarvaten
De wand van de longhaarvaten is ook erg dun
Er bevind zich bloed
Koolstof dioxide naar longblaasjes
Basisstof 3: Verbranding in organismen
Ook in het lichaam komt verbranding voor
Zonder vuur
Bij verbranding komt vrij
Koolstofdioxide
water (vocht)
Energie (warmte en beweging)
Ook voor verbranding in het lichaam is brandstof nodig
Drinken
Eten
Glucose
Koudbloedig en warmbloedig
Koudbloedig
Omgevings temparatuur bepaalt de temparatuur
Winterslaap
Warmbloedig
Lichaam regelt de temparatuur zelf
Minder afhankelijk van de omgevings temparatuur
Constante temparatuur
Basisstof 2: geademde lucht
uitademen
4% koolstofdioxide
16% zuurstof
ademhalen = lucht opnemen uit je omgeving
Lucht
koolstofdioxide
Edelgassen
zuurstof
Stikstof
inademen
0,04 koolstofdioxide
1% edelgassen
20% zuurstof
79% stikstof
Basisstof 1: Wat is verbranding
Indicator
Stof waarmee je een andere stof kan aantonen
Voorbeeld:
Kaars
Bij verbranding komt ook waterdamp en koolstofdioxide vrij
Verbrandingsproducten
Brandstof = Kaarsvet
Energie in de vorm van:
Warmte
Licht
Brandstof
Word verbrand
verbrandingproducten
Energie