Categorii: Tot

realizată de Clotilde Floymont 2 ani în urmă

143

DEEL 3

Het besproken onderwerp omvat verschillende aspecten van de Nederlandse taal en het dagelijks leven. Het gaat in op de negatie in zinnen, waarbij termen zoals "geen" en "niet" worden gebruikt, afhankelijk van de context.

DEEL 3

Mai multe ca aceasta

DEEL 3

Half/halve

halve + de -woord
half + het -woord
over een half uur

de weg

recht
hier
rechtdoor
in de centrum van
links
dichtbij
op het einde van
ik zoek .... (de plaats)
ga te ... (directie)
oversteken
de zebrapad

meervoud van namen

NAMEN ZONDER ''S''
EXACTE CIJFERS

twee jaar

NAMEN + ''S''
SCHATTING

enkele jaars

de negatie

NIET
DANS TOUS LES AUTRES CAS

Ik kan morgen niet komen

GEEN
GEEN + INDEFINI

Ik het geen zus/ Ik drink geen water

tijdspreposities

OM + uur
OP + dag
IN + week/maand/seizon/jaar

bijvoeglijk naamwoord

ADJECTIF EPITHETE
DEVANT UN NOM

ADJECTIF + ''E''

ADJECTIF ATTRIBUT
SUIT UNNE FORME VERBALE

INVARIABLE

de plaats

het station
het park
het hotel
het firma
de straat

het huis/ het appartement

de kamers
de kuiken

de kaas

de boter

de confituur

de lepel

het bord

het mes

de boterham

het kopje koffie

de melk

het ei

koken

de vork

het fruitsap

de hal

deur

Sujet secondaire

de trap (-pen)

de badkamer

de douche

de splaapkamer

de bed

de woonkamer

de televisie

kamer de huur
kopen

te koop

huren (huurder)

Hoe kost het appartement ?

verhuren (eigenaar)

verkopen
met uitzicht op ...