Categorie: Tutti - leren - gedrag

da Erika Vandervorst mancano 4 anni

520

Gedrag

De tekst behandelt verschillende leerprocessen en conditioneringstheorieën, waarbij zowel klassieke als operante conditionering centraal staan. Klassieke conditionering, geïllustreerd door Pavlov'

Gedrag

Inzichtelijk leren

Oplossing zelf ingezien -> minder snel vergeten

herstructurering

AHA

Probleem

Plots (trail-and-error)

Plotseling waarnemen verband tussen elementen (probleem)

Imitatieleren

Verloop

Nieuw resultaat
Handeling nadoen
Oberseveren model

Nieuw gedrag

Automatisch

Belang

Weinig nadenken
Meest overheersende manier
Gemakkelijk beïnvloeden

Voorwaarden

retentie
Attentie

zien= doen

= sociaal leren, model leren

Operante conditionering

Af en toe belonen
Gedrag dat niet meer wordt beloond -> geleidelijk afnemen

Consequenties

+/- straf & +/- beloning
a.d.h.v. belonen en straffen-> leerproces: gedrag wijzigen en nieuwe vaardigheid of kennis

Wetenschappers

Skinner
hendel indrukken
beloning= eten
Skinnerbox
Thorndike
geen reflex
handelingen ontsnappen
trail-and-error
puzzelbox

Straffen en belonen

effect prettig/ niet prettig

Associatie gedrag en gevolg

leerproces

Leren a.d.h.v. gevolgen

= Instrumenteel leren

Klassieke conditionering

Reflex

Uitdoving

Extinctie
organisme past zich opnieuw aan
Prikkel te vaak alleen

wetenschappers

Watson
Eerst niet bang, na knal bang voor witte rat, konijn
knal
Witte rat, konijn
Little Albert
Pavlov
jas associëren met eten
Laboratoriumhonden beginnen te kwijlen bij zien van laboratorium jas, ook al geen eten bij.
Experimenten met leerprocessen en gedrag

= respondenten conditionering

Leerproces waarbij aangeleerd wordt gebeurtenissen te associëren met andere. Aanleren van associaties tussen prikkels

Conditionering

Gedrag

Leerprocessen

Psychologie
Wetensch. studie van het gedrag en mentale processen=
Vb: Hans het slimme paard
Nu: Wetensch. studie van geest en gedrag, geest= mentale processen & onenigheid over definitie
Vanaf 1950: opnieuw mentale processen & obj. en wetens. manier
1930-1950: studie uiterlijk gedrag & behavioristen
Begin 20ste eeuw: studie van geest en mentale processen & studie mentale leven

Beïnvloedende factoren

G= f(PxS)
Gedrag beïnvloed door verschillende fact. die tegelijk inwerken
Sociaal- cultureel
Omgeving- cultuur=
Cognitie
Denken, waarnemen, herinneren en begrijpen=
Biologisch
Genetische en fysiologische factoren=
Motivatie
Drijfveer=
Emotie
Gevoelens en gemoedstoestand=

Systeemdenken

in 20ste eeuw -> mensen zijn een netwerk van verhoudingen
Dynamisch verband
individu als deel van en veel groter geheel
allemaal verbonden door systemen en hierbinnen subsystemen
Lang mens afzonderlijk, weinig belang wederzijdse beïnvloeding = lineair